GRAMMATICA ZINSDELEN LES 6 - WEEK 21 2020

Planning
- Lezen
- Terugblik bijwoordelijke bepaling
- Afmaken lessen samenstellingen en bijwoordelijke bepaling!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning
- Lezen
- Terugblik bijwoordelijke bepaling
- Afmaken lessen samenstellingen en bijwoordelijke bepaling!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Ik weet wat een bijwoordelijke bepaling is;
  • Ik kan bijwoordelijke bepalingen herkennen/benoemen in een zin. 

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen
Bekijk de volgende zin:
Ik loop. 

Dit is een complete zin met een onderwerp, een persoonsvorm en een gezegde. 
Je kunt deze korte zin aanvullen met allerlei andere zinsdelen:
Ik loop op dinsdagmorgen met mijn moeder van de markt via de Bergstraat naar de parkeerplaats.
Ontleed deze zin in je aantekeningenschrift:
- Schrijf de zin over.
- Zet strepen en benoem de zinsdelen die je kent. 

Slide 4 - Tekstslide

Een bijwoordelijke bepaling
  • Eerder gevonden zinsdelen: persoonsvorm, onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp , meewerkend voorwerp. 
  • Wat overblijft is meestal de bijwoordelijke bepaling (bwb). 
  • Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als  wanneer, waar, waarmee, hoe, door wie, met wie enzovoort:

Slide 5 - Tekstslide

Hij fietste naar het sportveld.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 6 - Open vraag

Ik vertel het je volgende week.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 7 - Open vraag

Met zijn zakmes sneed hij het brood.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 8 - Open vraag

Ik ga met mijn vriendje naar de bioscoop.
De bijwoordelijke bepaling is:

Slide 9 - Open vraag

Een bijwoordelijke bepaling
In één zin kunnen meerdere bijwoordelijke bepalingen voorkomen:

Er / woonden/ eens /een man en een vrouw /arm maar gelukkig 

/samen met hun twee kinderen/ in een donker bos.
bwb
bwb
bwb
bwb

Slide 10 - Tekstslide


Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
De oppas wachtte op het schoolplein op haar oppaskinderen.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan zinnen verdelen in zinsdelen en deze benoemen. 
  • Ik kan de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling  herkennen in een zin.
AFMAKEN
H5 woordenschat samenstellingen
H5 taalverzorging bijwoordelijke bepaling 
Deze les af? Dan ga je 'trainen' in Nieuw Nederlands online met de bijwoordelijke bepaling



timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide