1.4 + 1.5 Het ademhalingsstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Oplossing startopdracht

1. Wat is de reactievergelijking van de verbranding?
2. Welk gas zit meer in ingeademde lucht dan uitgeademde lucht?
3. welk gas zit meer in uitgeademde lucht dan in ingeademde lucht?

antwoord startopdracht

1. 1
2. Zuurstof is meer aanwezig in ingeademde lucht dan in uitgeademde lucht
3. koolstofdioxide is meer aanwezig in uitgeademde lucht dan in ingeademde lucht

1.4 + 1.5  Ademhaling

Wat gaan we doen vandaag?

Vorige les is 1.1 t/m 1.3 uitgelegd en mee gewerkt

 Vandaag gaan we 1.4 en 1.5 ademhalingstelsel uitzoeken

 

1.4 + 1.5 Het ademhalingsstelsel + longblaasjes

Geef het aan op je wisbord

Slikken

• Tong duwt eten achterin de keel
• Strotklepje sluit de luchtweg af.
• Huig sluit de weg naar de neus af.
• eten kan door de slokdarm richting de maag

Ademhalen - Slikken - Verslikken

niet goed

Opdracht

Maak nu opdracht: 9, 10(ook het proefje uitvoeren)  en 11 in je werkboek bij paragraaf 1.3

Klaar, lees nogmaals 1.3 snap je de blauw gedrukte woorden al beter? 

Welke je niet snapt, schrijf op en vraag na in de les of in een werkuur bij bio

Eventueel iets korter als iedereen al klaar is

Lees 1.5 longblaasjes in TB(theorieboek)

Maak aantekeningen in je schrift van de dikgedrukte blauwe woorden.

Dan gaan we nu verder met de bronchiën

1.5

0

de luchtpijp vertakt zich in

1. bronchiën
2. longblaasjes
3. luchtpijpvaten
4. luchtpijptakjes

via wisbord doen

0

gaswisseling

zuurstof (O2) komt via de luchtpijp-bronchien in de longblaasjes. dit is omringt door bloedvaten. de zuurstof gaat het bloed in. 

in het lichaam wordt de zuurstof gebruikt voor verbranding. bij verbranding komt koolstofdioxde vrij. Dit wordt via het bloed naar de longblaasjes gebracht en weer gegeven aan de luchtpijp-bronchien.

we wisselen koolstofdioxide voor zuurstof.

detailtekening longblaasjes met bloedvaten

Gaswisseling in de longblaasjes

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

1. de wand van de luchtpijp is erg dun
2. er zit een laagje slijm in de longblaasjes
3. Het oppervlak van de longblaasjes is groot
4. alle antwoorden zijn goed

via wisbord

je kunt beter ademhalen door je neus omdat

1. de lucht dan wordt verwarmd
2. je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
3. de lucht vochtig gemaakt wordt
4. alle antwoorden zijn goed

via wisbord

Opdracht

Maak nu opdracht: 12 t/m 19 in je werkboek (paragraaf 1.4 en 1.5)

Klaar, lees 1.4 en 1.5, snap je de blauw gedrukte woorden al beter?

Welke je niet snapt, schrijf op en vraag na in de les of in een werkuur bij bio

Eventueel iets korter als iedereen al klaar is

Huiswerk

Leer alle blauwe woorden van 1.1 t/m 1.5

Als het werk in de les niet af was:

M: 1.3: 9, 10en 11 (WB)

M: 1.4 + 1.5: 12 t/m 19 (WB)