De 10 tijdvakken

H1 - Waar kom je vandaan?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 - Waar kom je vandaan?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

- De tien tijdvakken benoemen
- De juiste tijd en afbeelding bij het tijdvak herkennen

Slide 2 - Tekstslide

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met: "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Over welk onderwerp zal dit tijdvak gaan?
A
De Middeleeuwen
B
De Wereldoorlogen
C
De steentijd
D
De Romeinen

Slide 7 - Quizvraag

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 8 - Quizvraag

Tijd van jagers en boeren

Tijd van regenten en vorsten



Tijd van monniken en ridders 

Tijd van de wereldoorlogen

Tijd van burgers en stoommachines
Tijd van ontdekkers en hervormers
Tijd van steden en staten
Tijd van de Grieken en Romeinen
Tijd van de televisie en computer
Tijd van de pruiken en revoluties

Slide 9 - Sleepvraag

Bij welke periode
hoort deze figuur?
A
Tijd van de wereldoorlogen
B
Tijd van de pruiken en revoluties
C
Tijd van de regenten en vorsten
D
Tijd van de jagers en boeren

Slide 10 - Quizvraag

Bij welke periode hoort
deze figuur?
A
De tijd van ontdekkers en hervormers
B
De tijd van wereldoorlogen.
C
De tijd van pruiken en revoluties.
D
De tijd van monniken en ridders.

Slide 11 - Quizvraag

Uit welk tijdperk komt deze uitspraak:
"One small step for man, one giant leap form mankind. "
A
De tijd van burgers en stoommachines
B
De tijd van Grieken en Romeinen
C
De tijd van televisie en computer
D
De tijd van de wereldoorlogen

Slide 12 - Quizvraag

Uit welk tijdvak komt dit
gebouw?
A
De tijd van de jagers en boeren
B
De tijd van de Grieken en Romeinen
C
De tijd van de steden en staten
D
De tijd van de pruiken en revoluties

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk tijdvak hoort
deze persoon.
A
De tijd van de ontdekkers en hervormers
B
De tijd van de jagers en de boeren
C
De tijd van de steden en staten
D
De tijd van de regenten en vorsten

Slide 14 - Quizvraag

Uit welk tijdvak komt dit
vreselijk apparaat?
A
De tijd van burgers en stoommachines
B
De tijd van pruiken en revoluties
C
De tijd van monniken en ridders
D
De tijd van Grieken en Romeinen

Slide 15 - Quizvraag

Zet de symbolen van de tijdvakken in de juiste volgorde
Tijd van Jagers en boeren
Tijd van Burgers en stoommachines
Tijd van Monniken en Ridders
Tijd van Televisie en Computer
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijd van Steden en Staten
Tijd van Pruiken en Revoluties
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Regenten en Vorsten
Tijd van Wereldoorlogen
Vroeger -------------------------------------------------------------------------------------------------------------> Nu

Slide 16 - Sleepvraag