Orthopedagogiek - Les 1 (Doorstroom)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Uitleg vak en toetsing
- Start theorie:
    - Wat is orthopedagogiek?
    - Sociale problematiek
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Uitleg vak en toetsing
- Start theorie:
    - Wat is orthopedagogiek?
    - Sociale problematiek
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Tekstslide

PPO Orthopedagogiek
- orthopedagogiek periode 1
- psychiatrie periode 2

Eindopdracht: Opdrachten en kennistoets

Lesmateriaal: Reader in Teams en de portfolio opdrachten


Slide 2 - Tekstslide

PPO. Portfolio en toetsen
Periode 1
- Opdracht 1: familieopstellingen
- Opdracht 2: ik ben geen probleemkind, ik ben een uitdaging

Periode 2 
- Opdracht 3: levensverhalen
- Toets via kennistoetsbank



Slide 3 - Tekstslide

Orthopedagogiek....
A
houdt zich bezig met leer- en opvoedingsproblemen
B
is de wetenschap die gedrag van mensen bestudeert
C
gaat over wat 'juist' is in de opvoeding
D
gaat over kinderen die een aandoening hebben

Slide 4 - Quizvraag

Wat is orthopedagogiek?
De leer van specifiek opvoeden. 

Dan hebben ouders / opvoeders hulp nodig bij de opvoeding. Door specifieke vragen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling.
--> Problemen binnen opvoeding? 

Slide 5 - Tekstslide

Orthopedagogiek
Gaat over "normale en niet-normale ontwikkeling" van het kind.
Er kan sprake zijn van stagnatie. Achterstand.
Waardoor er blijvende schade kan optreden. 

Om orthopedagogiek te begrijpen, hebben we eerst ontwikkelingspsychologie besproken (normale ontwikkeling). 


Slide 6 - Tekstslide

Leerproblemen en opvoedingsproblemen.

Noem 1 situatie / voorbeeld wat te maken heeft met orthopedagogiek.
Dit mag vanuit PEP, privé of een andere situatie zijn.

Slide 7 - Open vraag

2

Slide 8 - Video

04:56
Noem 1 ding wat je goed vindt in de begeleiding. Noem 1 ding wat je anders zou doen?

Slide 9 - Open vraag

07:00
Zou jij het leuk vinden om te werken met deze doelgroep?
0100

Slide 10 - Poll

Normale en niet- normale ontwikkeling
  • Om te bepalen of de ontwikkeling van iemand wel of niet normaal verloopt, moet je uitgaan van de totale ontwikkeling van die persoon (leeftijd, leeftijdsgebonden gedrag per fase etc.)

  • Normaal heeft veel te maken met maatstaven en referentiekader.
    Wat de een normaal vindt, vindt de ander abnormaal.. 

  • Het milieu waar het kind opgroeit. Dat bepaalt in belangrijke mate of in zijn aanleg aanwezige mogelijkheden volledig tot ontwikkeling komen. 

  • Risicofactoren en beschermende factoren

Slide 11 - Tekstslide

Toen Tim werd geboren was zijn moeder 17 jaar. Dit kan een risicofactor zijn. Op welk gebied?
A
Het kind
B
De ouders of het gezin
C
De omgeving

Slide 12 - Quizvraag

Hoe jonger het kind, hoe groter de invloed van de omgeving waarin het kind opgroeit.

Waarom is dit zo? Maak een vergelijking tussen een baby en een puber.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het verschil tussen ontwikkelings-achterstand en 
ontwikkelingsstoornis?

Slide 14 - Tekstslide

Achterstand of stoornis?
  • Ontwikkeling kan een beetje achterblijven. Of erg verstoord zijn.
      Dat maakt nogal wat uit! 

  • Achterstand: de ontwikkeling wijkt weinig af van het gemiddelde.
    Het is nog in te halen.

  • Stoornis: de ontwikkeling loopt (op meerdere vlakken) duidelijk afwijkend. Het is blijvend. Kan nog wel verbetering in komen. 

Slide 15 - Tekstslide

Betekenis "sociale problematiek" ?
A
Je bent sociaal onhandig.
B
Wanneer je deze week bijvoorbeeld geen brood kan kopen.
C
Mensen zitten langdurige in een probleemsituatie die hen op een achterstand zetten
D
Verschillende groepen in de samenleving hebben conflicten met elkaar

Slide 16 - Quizvraag

Voorbeelden van sociale problematiek
  • Werkeloosheid
  • Verslaving
  • Huiselijk geweld
  • Slechte woonomstandigheden
  • Vereenzaming onder ouderen 
  • Analfabeet / laaggeletterdheid 

Het ene probleem lokt het andere probleem uit. 

Slide 17 - Tekstslide

Sociale problematiek: gevolgen
Gevolg van 'achtergesteld' zijn in de maatschappij? Minder kansen:

- Grotere kans op schooluitval
- Grotere kans op ongezonde eetgewoontes / leefgewoontes
- Grote kans om in criminaliteit te belanden
- Grotere kans op verslaving

Slide 18 - Tekstslide

Is sociale problematiek op te lossen?
Wat denk jij?
NEE. Dat zit te ingewikkeld in elkaar.
JA. Als mensen andere keuzes leren maken.
JA. Als de politiek andere keuzes maakt.
NEE. In een samenleving zijn altijd problemen

Slide 19 - Poll

Veilige hechting
tussen ouder en kind?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Sociale problematiek
Ander woord: maatschappelijke problematiek . Wanneer mensen zich langdurig in probleemsituaties bevinden, die hen op achterstand zetten ten opzichte van andere mensen.


Het gaat vaak over de omgevingsfactoren waarin mensen leven en kinderen opgroeien. Bij sommige gezinnen meerdere problemen: het stapelt zich op. Moeilijk om eruit te komen. 

Slide 26 - Tekstslide

Achterstandsituatie
Kinderen en jongeren die leven in meervoudige problematiek.

Ouders in een achterstandsituatie:
groter risico op problemen in opvoeding van de kinderen. 

Effect op de opvoeding
Frustratie, geldproblemen, vermoeidheid, geen grenzen stellen...
--> Gevolgen? Bijvoorbeeld gedragsproblemen!

Slide 27 - Tekstslide

Alicia
Alicia is een jaar oud als ze uit huis wordt geplaatst. Via een pleeggezin komt ze op vijfjarige leeftijd terecht in een kindertehuis en als ze negen is zit ze daar nog steeds, in afwachting van plaatsing bij een nieuw gezin. Dit is het moment waarop de documentaire Alicia begint.

De film volgt drie jaar lang het dagelijkse leven van het meisje.

Slide 28 - Tekstslide

PPO portfolio
In totaal 5 opdrachten.
In periode 3 zijn er 3 opdrachten
In periode 4 zijn er 2 opdrachten + een kennistoets

Opdracht 5: deskundigheidsbevordering. 
Op thema's van Orthopedagogiek. Wat wil jij lezen/zien/weten? 

Slide 29 - Tekstslide