2 mh bs 3 weefsels

Basisstof 3:
 Weefsel
klas 1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 3:
 Weefsel
klas 1

Slide 1 - Tekstslide


Planning
  • Huiswerk nakijken
  • Lezen basisstof 3 + opdrachten
  • Uitleg basisstof 3
  • Opdrachten bespreken
  • Onderdelen microscoop herhalen
  • Aan de slag 

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Je kan verschillende weefsels van mensen benoemen
  • Je kan van die weefsels hun functies benoemen
  • Je kan van planten een paar weefsels benoemen
  • Je kan van die weefsels hun functies benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
  • Wat: Lees basisstof 3 op blz 103 en maak opdracht 1 t/m 4
  • Hoe: in stilte voor jezelf
  • Tijd: ± 10 min
  • Klaar: Maak de begrippenlijst

Slide 4 - Tekstslide

Cellen
  • Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.

  • Alles wat leeft bestaat uit cellen.

  • Er zijn veel verschillende cellen.

Slide 5 - Tekstslide

Cellen van een ui (plant)
Cellen van een mens (dier)

Slide 6 - Tekstslide

Weefsels van mensen
Een groep cellen met dezelfde vorm en 
functie = weefsel

Een orgaan bestaat uit 
verschillende weefsels. 

Slide 7 - Tekstslide

Weefsels: welke weefsels heeft een plant?

Slide 8 - Tekstslide

Weefsel in een blad
  • Wat is een weefsel? 
  • 4 weefsels in een blad:  
  1. opperhuid
  2. nerf
  3. bladmoes
  4. huidmondje

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Dierenrijk
Organen bestaan uit weefsel.
Voorbeelden van weefsel zijn:
beenweefsel, spierweefsel en 
zenuwweefsel.

Slide 11 - Tekstslide

Weefsel
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.
Organen zijn opgebouwd uit weefsels

Slide 12 - Tekstslide

Tussencelstof
In weefsels tussen cellen zit tussencelstof -> verschilt per weefsel

Botweefsel heeft stevige, harde tussencelstof
Spierweefsel heeft flexibele tussencelstof

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
Weefsel
Cel
Orgaan
Orgaanstelsel 

Slide 14 - Tekstslide

Jaarringen
brede jaaringen  
smalle jaarringen

Slide 15 - Tekstslide

Jaarringen
Weefsel van een stam = Cambium: maakt nieuw hout.
Cambium zit bij de schors en groeit richting het midden van de stam.
Waar zit dus het oudste en 
waar het nieuwste hout?
Elk jaar maakt de boom een jaaring.

Slide 16 - Tekstslide

Jaarringen

Slide 17 - Tekstslide

Hoe heet het groene weefsel in een plant?
A
bladmoes
B
bladschijf
C
steel
D
oksel

Slide 18 - Quizvraag

Een blad is een onderdeel van een plant. Is dit deel een organisme, orgaan, weefsel of een cel?

A
Organisme
B
Orgaan
C
Weefsel
D
Cel

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een orgaan?
A
Een deel van een organisme met een of meer functies
B
Een deel van het menselijk lichaam met een of meer functies
C
Groep weefsels met dezelfde functie
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 20 - Quizvraag

Welk weefsel in het menselijk lichaam is het stevigst?
A
Bindweefsel
B
Beenweefsel
C
Kraakbeenweefsel
D
Spierweefsel

Slide 21 - Quizvraag

Opdrachten nakijken
1 t/m 4

Slide 22 - Tekstslide

Microscopie

Slide 23 - Tekstslide

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Kleine schroef
Lamp
Tafel
Tubus
Statief
Diafragma

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Video

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 26 - Quizvraag

Waarvoor dient de kleine schroef van een microscoop?
A
Hiermee beweeg je de tafel omhoog en omlaag
B
Hiermee kun je nauwkeurig scherpstellen
C
Hiermee zet je het preparaat vast
D
Hiermee regel je de hoeveelheid licht

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 28 - Quizvraag

Hoe lever je de microscoop weer in?
A
Tafel naar beneden, kleinste vergroting voor
B
Tafel omhoog, kleinste vergroting voor
C
Tafel naar beneden, grootste vergroting voor
D
Tafel omhoog grootste vergroting voor

Slide 29 - Quizvraag

Zet in de juiste volgorde. Hoe stel je scherp op een preparaat?
Bekijk je preparaat met 40x vergroting
Draai naar 100X vergroten.

Stel je preparaat scherp
Stel je preparaat nogmaals scherp
1
2
3
4

Slide 30 - Sleepvraag

Practicum regels 
- Tijdens het practicum blijf je zitten op je plaats. 

- Het materiaal wat je gebruikt houd je bij je tot anders aangegeven wordt. 

- Tussendoor worden opdrachten gegeven, let hierop. Leg je spullen neer op dat moment en wees stil. 

Slide 31 - Tekstslide

regels - practicum
  • zero-tolerace beleid: gedraag je je niet ==> ga je er uit
  • NIET eten of drinken
  • NIET rennen
  • NIET gooien
  • NIET schreeuwen
  • NIET aan spullen zitten die we niet nodig hebben 
  • respect voor elkaar en de spullen!!!  
  • -> wil je weten wat iets is?? -> VRAAG HET!!!!

Slide 32 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: maak opdracht 6 t/m 9
Hoe: Zachtjes met de persoon naast je
Hulp: Boek, docent
Klaar: Maak de begrippenlijst en test jezelf

Slide 33 - Tekstslide

Volgende les
Huiswerk: Maak van basisstof 3 opdracht 1 t/m 4 en 6 t/m 9 en de begrippenlijst
Volgende les: bassistof 4 en microscopie wangslijmvlies

Slide 34 - Tekstslide