In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bonjour, ga lekker zitten en log in bij lessonup
Slide 1 - Tekstslide
SO op 18 oktober
Leren:
1. apprendre 1, 2 en 4, page 32/33
2. apprendre 3 = être, page 17 + 33
3. apprendre 5 = lidwoord, page 33/34
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van de les:
* begrijp je hoe de Franse lidwoorden worden gebruikt.
* kan je misschien al tot 20 tellen!
Slide 3 - Tekstslide
La question du jour
Welk lidwoord hoort erbij ?
Ga naar lessonup.app !
Slide 4 - Tekstslide
Vul het juiste lidwoord in: ... rue
A
le
B
la
C
les
D
l'
Slide 5 - Quizvraag
Vul het lidwoord in: ... pays
A
le
B
la
C
les
D
l'
Slide 6 - Quizvraag
Vul het juiste lidwoord in: ... garçons
A
le
B
la
C
les
D
l'
Slide 7 - Quizvraag
Vul het juiste lidwoord in: ... amie
A
le
B
la
C
les
D
l'
Slide 8 - Quizvraag
Vul de vertaling in : steden
A
les villes
B
le villes
C
des villes
D
la villes
Slide 9 - Quizvraag
Zelfstandig naamwoord
+ le -> mannelijk (m)
+ la -> vrouwelijk (v)
+ les -> meervoud (mv)
+ l' -> klinkers & 'stomme h'
Slide 10 - Tekstslide
Voor het lidwoord 'een' gebruik je in het Frans:
mannelijk - un
vrouwelijk - une
meervoud - des
Bij meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je 'des'
Slide 11 - Tekstslide
Schema lidwoorden
lidwoord
mnl
vwl
mv
bepaald
(de/het)
le/l'
la/l'
les
onbepaald
(een)
un
une
des
Slide 12 - Tekstslide
1. Apprendre 4 (dictée)
2. SO - 18 oktober
3. Nakijken exerice 16 B + C + D
4. Travaillez (menu au choix)
5. Les devoirs (huiswerk)
Slide 13 - Tekstslide
> Nakijken exercice 16 B, C
= 10 min
Slide 14 - Tekstslide
Quoi? Wat?
Exercice 16 B + 16 C + 16 D page 26/27
Hoe ? Comment?
Alleen
Tijd ?
Fini ? Klaar?
maken exercice 16 D + 16 E
OF leren apprendre 1,2,4
Au travail !
timer
10:00
ZS - 10 min
ZF - 20 min
Slide 15 - Tekstslide
Quoi? Wat?
Iedereen: 16D maken
keuze 1:
verder oefenen lidwoord ONLINE 1.5
16 F + 16 G
Daarna : lidwoord oefenen via Wordwall (Teams)
keuze 2: moeilijker oefenen lidwoord ONLINE 4.5
16 E + 16 H
keuze 3: woordjes leren apprendre 1 + 2 + 4/6
Menu au choix
timer
15:00
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Getallenquizje in het Frans
Heb je net goed opgelet?
Dan gaan we nu eens kijken of je al tot 10 kunnen tellen!
Slide 18 - Tekstslide
A
un
B
deux
C
trois
D
quatre
Slide 19 - Quizvraag
A
un
B
deux
C
trois
D
quatre
Slide 20 - Quizvraag
A
deux
B
quatre
C
six
D
huit
Slide 21 - Quizvraag
A
neuf
B
cinq
C
trois
D
un
Slide 22 - Quizvraag
Aan het einde van de les:
* begrijp je hoe de Franse lidwoorden worden gebruikt.
* kan je misschien al tot 20 tellen!
Slide 23 - Tekstslide
Les devoirs (9 octobre)
> Apprendre 1+2+3+4 leren/herhalen, page 32/33
> Apprendre 5, page 23 + 33 = lidwoord leren
Gebruik de spelletjes in Teams
Slide 24 - Tekstslide
> Apprendre 1 samen doornemen (page 32)
> Vlog kijken en luisteren (page 12)
> Maken : exercice 1 + 2 (page 12)
Slide 25 - Tekstslide
> Je kunt de woordjes uit je boek leren, leg een hand of een papiertje over de vertaling en leer F-N en N-F
> Je kunt de woordjes overschrijven in je schrift (tip! Zo onthoud je het beter!), linkerhelft van de bladzijde het Frans en andere helft Nederlands
> Je kunt dit ook digitaal doen, bijvoorbeeld via StudyGO of Quizlet
> Je kunt 'flashcards' maken, met op de ene kant het Franse woord en op de achterkant de Nederlandse vertaling. Maak een stapel van de woorden die je kent en de woorden die je nog beter moet leren.
Hoe leer je woordjes?
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
> Faites een woordweb
> Lisez: Bonjour page 10 et 11
> faites questions 1 et 2 page 11
> contrôlez question 1 et 2 ensemble
Slide 28 - Tekstslide
Quoi? faites exercice 1 et 2 page 11
Comment? tout seul
Aide?: boek, woordenboek
Durée? 10 minuten
Pourquoi? om kennis te maken met de Franse cultuur, landen en producten.
Fini? leer je nieuwe Franse zinnen
Slide 29 - Tekstslide
> Je leert en maakt kennis met de Franse cultuur en gebruiken.
> Je leert welke landen/werelddelen Frans zijn en welke producten afkomstig zijn uit Frankrijk