Pincode KB3 H4 Par 1

1 / 32
volgende
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

VERZEKEREN

De verzekeringsmaatschappij betaalt

De dekking is datgene wat vezekerd is.


Slide 2 - Tekstslide

ONZEKER VOORVAL

De schade wordt alleen vergoed

als die het gevolg is van een gebeurtenis waarvan je niet weet

wanneer en of die ooit zal plaatsvinden.

Slide 3 - Tekstslide

VORBEELDEN VAN VERZEKERINGEN

Fietsverzekering

Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)

Inboedelverzekering

Opstalverzekering

WA-verzekering motorvoertuigen

WA + cascoverzekering

Zorgverzekering



Slide 4 - Tekstslide

Uitleg begrippen

Consumenten en bedrijven verzekeren zich tegen bepaalde gebeurtenissen. Reden: ze ontvangen een bedrag van de verzekeringsmaatschappij als er schade is.

De gebeurtenis waarvoor de consument zich verzekerd is onzeker. Dit wil zeggen dat het misschien nooit gebeurt en als het gebeurt is het niet te voorspellen wanneer. Deze gebeurtenis noemen we een onzeker voorval.

Slide 5 - Tekstslide

Vervolg uitleg

De verzekeringsmaatschappij noemen we de verzekeraar en de consument of het bedrijf dat zich laat verzekeren noemen we de verzekerde.

De prijs van de verzekering noemen we de premie.

In de polis staat de dekking. De dekking is een omschrijving waarvoor je verzekerd bent en tot welk bedrag maximaal uitgekeerd wordt.

 De schadevergoeding is het bedrag dat uitgekeerd wordt bij schade. 

(= Schadebedrag - eigen risisco)

Soms moet de verzekerde het eerste gedeelte van het schadebedrag zlf betalen, dat is het eigen risico.

De premie zal dalen als er sprake is van een eigen risico.

Hoe hoger het eigen risico, hoe lager de premie.



Slide 6 - Tekstslide

Vervolg uitleg

Een belangrijke verzekering is de AVP. 

AVP betekent: Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren.

Bij deze verzekering ben je verzekerd voor de schade die je bij anderen (zonder opzet) toebrengt. Dit kan materiele schade (schade aan spullen) en lichameliijke schade zijn zoals ziekenhuiskosten.


De premie is niet het enige bedrag dat je moet betalen om verzekerd te zijn.

Bij elke verzekering moet je ook poliskosten betalen. Poliskosten zijn kosten om de polis in orde te maken. Daarnaast moet assurantiebelasting worden betaald. Dit is 21% over de opgetelde premie en poliskosten.


Slide 7 - Tekstslide

Factoren die de premie beinvloeden

De hoogte van de premie kan afhankelijk zijn van de volgende factoren:

  • Waarde van het verzekerd object. Hogere waarde= hogere premie
  • De kans dat er schade ontstaat. Grotere kans = hogere premie
  • De hoogte van het eigen risico. Lager eigen risico = hogere premie
  • De geografische ligging van het verzekerd object. Op sommige plekken is de kans op schade groter en daar is de premie hoger.
  • Gebeurtenissen in het verleden. Als de verzekerde in het verleden onverantwoorde risico's heeft genomen zal zijn premie hoger zijn.

Slide 8 - Tekstslide

OPBOUW PREMIE

       Premie                                              €

       Poliskosten                                    €                     

                                                                    €

       Assurantiebelasting 21%         €                      

       Verzekeringskosten                   €                      

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeldsom

berekening totale verzekeringskosten

Jaap heeft een AVP verzekering. De premie bedraagt € 40,00 per maand.

De poliskosten zijn € 5,00. De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten.

Premie               € 40

Poliskosten  + €   5 

                              € 45

Ass. bel         +  €   9,45  (21:100 x € 45)

totale kosten   € 54,45



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

EIGEN RISICO

Een deel van de schade

dat niet wordt vergoed door de verzekeraar,

maar dat de verzekerde zelf moet betalen.

(Zie volgende pagina)



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Berekening Uitgekeerd bedrag
(Schade vergoeding)

Jan heeft zijn scooter verzekerd voor een bedrag van maximaal € 5.000. Zijn eigen risico bedraagt € 220.

Jan krijgt een ongeluk met zijn scooter.

Het schadebedrag is € 1370.

Hoeveel krijgt Jan uitgekeerd van zijn verzekering?

Uitgekeerd bedrag= schadebedrag - eigen risico

Uitgekeerd bedrag = € 1370 - € 220 =€ 1150 


Slide 14 - Tekstslide

Vraag 1
Denk aan inboedelverzekering om thuis verzekerd te zijn voor schade aan je spullen. De schade kan ontstan door inbraak, brand of wateroverlast.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 2

a) je sluit een verzekering af. Dan ben jij de verzekerde.

b) Een verzekering sluit je af, als er een kans is dat je schade zult krijgen.

c) Het bedrag dat je moet betalen om verzekerd te zijn is je premie


Slide 16 - Tekstslide

Vraag 3

Zo weet je
precies wat je rechten en plichten zijn, bijvoorbeeld wat nu wel en wat niet
onder de verzekering valt enhoe de schadevergoeding geregeld is.


Slide 17 - Tekstslide

Vraag 4

Nee want omdat je de eerste bekeuringen vergoed krijgt zal iedereen te hard gaan rijden en daardoor is het geen onzeker voorval meer. 


Slide 18 - Tekstslide

Vraag 5

Een schadevergoeding is het bedrag dat je krijgt om de schade te betalen.

Antwoord: A


Slide 19 - Tekstslide

Vraag 6A

Bij een verzekering met een eigen risico krijgt de verzekerde niet het hele schadebedrag. Van het schadebedrag wordt eerst het bedrag van het eigen risico afgehaald. Het uitgekeerde bedrag is daardoor lager.

De verzekeringsmaatschappij hoeft minder uit te keren en daardoor is er een lagere premie.


Slide 20 - Tekstslide

Vraag 6B

BijJolanda want de kans dat zij een ongeluk krijgt is veel lager en daarom durft ze een eigen risico te nemen. Het voordeel is dat haar premie lager wordt.


Slide 21 - Tekstslide

Vraag 7

A) De dekkingen zijn:

  • Diefstal
  • Diefstal en beschadiging 3 jaar
  • Diefstal en beschadiging 5 jaar


B) In gebieden met een hogere kans op schade is de premie hoger.


Slide 22 - Tekstslide

Vraag 8

A) Hans woont in regio 2 en hij betaalt € 222

B) Lambert woont in regio 1 en betaalt € 105


Slide 23 - Tekstslide

Vraag 9

De AVP vergoedt jouw schade als jij per ongeluk schade bij iemand anders veroorzaakt.

Antwoord C


Slide 24 - Tekstslide

Vraag 10


A) € 52,50

B) € 57 - € 52,50 = € 4,50

C) Kinderen zijn druk en daardoor is de kans op schade groter.


Slide 25 - Tekstslide

Vraag 11


Uitgekeerd bedrag = verzekerd bedrag - eigen risico

Uitgekeerd bedrag = € 1.200 - € 50 = € 1150


Antwoord: B


Slide 26 - Tekstslide

Vraag 12


A) De poliskosten is de vergoeding voor het opstellen en het verzenden van de polis.

B) De verzekeraar draagt de assurantiebelasting af aan de belastingdienst (de overheid).


Slide 27 - Tekstslide

Vraag 14A


Totale verzekeringskosten=

Premie           = € 57,00

Poliskosten  = € 5,00 +

    subtotaal   = € 62,00 

Ass bel 21%   = € 13,02 +   (21:100x € 62)

Totale kosten = € 75,02



Slide 28 - Tekstslide

Vraag 14B


De poliskosten moet je alleen betalen als er iets aan de polisvoorwaarden verandert.

De polisvoorwaarden worden bijna nooit veranderd en daarom hoef je alleen het eerste jaar poliskosten te betalen.



Slide 29 - Tekstslide

Samenvatting



Een verzekering sluit je af als er kans is
op financiële schade die je niet vooraf kunt voorspellen. Het bedrijf waar je
een verzekering afsluit, noem je de verzekeraar.

Jijzelf bent de verzekerde. In een polis staan de premie, de dekking en de polisvoorwaarden

Soms heeft een verzekering een eigen risico.
Dat betekent dat je een deel van de schade zelf betaalt.

Voor schade die je aan een ander toebrengt, sluit je een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) af.

De verzekeringskosten bereken je met de volgende formule:

verzekeringskosten = (premie + poliskosten) + percentage assurantiebelasting.






Slide 30 - Tekstslide

Mo heeft een reisverzekering afgesloten voor zijn vakantie naar Marokko.
De premie bedraagt € 12,50. De poliskosten zijn € 2,50
De assurantiebelasting is 21%.

Bereken de totale verzekeringskosten

Slide 31 - Open vraag

Karin heeft haar vaas per ongeluk laten vallen.
De schade bedraagt € 500,00.
Haar eigen risico bedraagt € 50,00.
Bereken het uitkeringsbedrag.

Slide 32 - Open vraag