V6 - P4 - Week 1 - Lesson 2 - Exam practice

V6 - P4 - Week 1 - Lesson 2 - Exam Practice
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

V6 - P4 - Week 1 - Lesson 2 - Exam Practice

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beweringenvragen
Hoe herken ik de vraag? -> Meerdere stellingen, genummerd 1,2 etc.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Allereerst markeren we het stuk tekst waar we moeten zoeken.

Dan strepen we de zoektermen aan waar we mee gaan werken. Denk hierbij aan:
- Namen, plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken (de meerderheid), en tijdsaanduidingen (vandaag de dag)
- Internationale woorden (discriminatie, autoriteit)

Bij stelling 1 zouden we bijvoorbeeld 'te warm' (meetbare temperatuur) en 'tegenwoordig' (tijdsaanduiding) kunnen markeren.

Zoek naar signaalwoorden. Daar staat het antwoord in de buurt!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns.

FYI: De tekst gaat algemeen over pinguïns in Afrika
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
De stelling was: De Afrikaanse kuststreek is tegenwoordig te warm voor pinguïns. 

Een van de  zoektermen was warm. In dit hele stuk tekst wordt op geen enkele manier gesproken over temperatuur, dus de stelling is onjuist.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen
Bij een open vraag is het belangrijk dat je de tijd neemt om de vraag goed te lezen.

De vraag zegt namelijk vaak al waar je moet zoeken en waar je op moet letten. 

Daarnaast staat er ook hoe je het antwoord moet opschrijven, bijvoorbeeld door te citeren, of met één of twee woorden, of in het Nederlands. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
- Lees de vraag en markeer als dat kan het stuk tekst waar je het antwoord moet zoeken. Als er een citaat in de vraag staat markeer je dat. Het antwoord staat daar namelijk vrijwel altijd dichtbij.

- Daarna kijk je in de vraag wat ze precies willen weten. Vragen ze om een voorbeeld, een tegenstelling of toch een opsomming?

- Met het antwoord op de vorige vraag ga je zoeken naar signaalwoorden. Die dat tekstverband weergeven.

- Vlakbij het juiste signaal- of functiewoord zul je het antwoord vinden.

- Schrijf daarna het antwoord op volgens de instructies in het examen, waarbij de taaltekenregels niet vergeten moeten worden. 
Voorbeeld

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns? 
Geef antwoord in het Nederlands. 

--> Je markeert alinea 1.
--> Ze zoeken een belangrijke oorzaak/reden
--> er is een vermindering in het aantal rode eekhoorns
--> Je moet in eigen woorden in het Nederlands antwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens alinea 1 de belangrijkste oorzaak voor het krimpen van de
aantallen rode eekhoorns?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 8 - Open vraag

Dit staat in het correctievoorschrift:
een antwoord met de volgende strekking:
een (pokken)virus (dat wordt verspreid door grijze eekhoorns)
of
een besmettelijke ziekte
Vocabulaire
Een goede woordenschat is nodig om teksten te kunnen begrijpen. 
- Vergroot je woordenschat: leer de examen idioom
Weet je een woord niet?:
- Lees er omheen, gebruik de context
- Nog steeds geen idee? = zoek het op in het woordenboek

Let op: een woordenboek is een hulpmiddel en niet heilig
Je moet oefenen met het gebruiken van een woordenboek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Step by Step: MC questions
1. Read the title
2. Look at the pictures + other aspects that stand out
3. Read the (first) question (not the answers!)
4. Read the part of the text that goes with the question
5. Think of the answer and see if it's one of the options
6. If it isn't eliminate the ones that are definitely incorrect
7. Choose between what's left, perhaps reading part of the text again
8. Repeat steps 3, 4, 5, 6 and 7 until all the questions are answered
9. New text: start at step 1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practise time
You will get an old havo exam to practise with

Keep in mind what your strategy is during this task (step 1, 2, 3, etc.) You will be asked about it at some stage. 

Good luck!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

More Reading Practise
You will have a reading test in the testweek 

Practise as much as you can

Use: www.examenflow.nl 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Finished!
You have finished today's lesson.

You practised your reading skills. 

Well done!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies