04/09 Lezen H1 Paragraaf 2 Onderwerp

Nederlands 1F
5 september
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 1F
5 september

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt woordraadstrategieën toepassen

Je leert het onderwerp van een tekst bepalen

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Controleren huiswerk/spullen
  • Herhalen theorie
  • Huiswerk nakijken
  • Start nieuwe paragraaf 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling theorie
woordraadstrategieën

Slide 4 - Tekstslide

Woordraadstrategieën
Wat weet je nog?

Slide 5 - Woordweb

Een ander woord met dezelfde betekenis noem je een:
A
Voorbeeld
B
Tegenstelling
C
Synoniem
D
Omschrijving

Slide 6 - Quizvraag

Een omschrijving van een woord bestaat altijd uit meerdere woorden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van het woord klein?

Slide 8 - Open vraag

De woorden: als, zoals, bijvoorbeeld en een voorbeeld van horen bij een:
A
Synoniem
B
Tegenstelling
C
Omschrijving
D
Voorbeeld

Slide 9 - Quizvraag

Een synoniem staat vaak in dezelfde zin en anders in de zin voor of na het moeilijke woord
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Controleren huiswerk
Leg je spullen vast open op de juiste bladzijde!
(bladzijde 11)

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Zijn er vooraf vragen over het huiswerk?

Opdracht 2,3 en 6

Slide 12 - Tekstslide

Lezen H1 
Paragraaf 2 Onderwerp

Slide 13 - Tekstslide

Onderwerp
Elke tekst gaat ergens over = het onderwerp

Kun je in één of paar woorden zeggen, bijvoorbeeld:
topsport, fietshelmen, verhuizen naar het buitenland

Slide 14 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Als je het onderwerp van een tekst weet, dan begrijp je de tekst beter. 

Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, is het niet nodig om de tekst helemaal te lezen. Je leest de tekst alleen oriënterend.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe lees je oriënterend?
Wat denken jullie?

Slide 16 - Tekstslide

Oriënterend lezen
1. Bekijk de tekst:
- Lees de titel
- Kijk naar de afbeelding (illustraties)
- Lees de titels boven tekstgedeeltes (tussenkopjes)
- Kijk of er woorden anders gedrukt zijn (vet, schuin, groot of gekleurd)
- let op woorden die vaker gebruikt worden

Slide 17 - Tekstslide

Oriënterend lezen
2. Lees eerst de inleiding. Hier vind je vaak het onderwerp in een paar woorden.

Slide 18 - Tekstslide

Kijk- en luisterfragementen
Ook kijk- en luisterfragmenten hebben een onderwerp. Je hoort vaak in de inleiding wat het onderwerp is.

1. Let op de titel van het programma
2. Luister goed naar de inleiding van het programma of filmpje
3. Let op de woorden die vaker gebruikt worden
4. Geef antwoord op de vraag: waar gaat dit filmpje over?

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Pak je agenda

Maken opdracht 1, 2 en 3 (bladzijde 16, 17, 18)
= huiswerk voor 6 september 8e uur

Slide 20 - Tekstslide

Aflsluiting

Slide 21 - Tekstslide