H6.4 Hoe dragen we ons steentje bij?

H6.4 Hoe dragen we ons steentje bij?
4KBL
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6.4 Hoe dragen we ons steentje bij?
4KBL

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
1. Opdracht handelsoorlog
2. Herhalingsopdrachten 6.3 + 6.4 en rekenopdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?
  • Je kunt voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen.
  • Je kunt uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn.
  • Je kunt uitleggen dat de productie door bedrijven gevolgen kunnen hebben voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noodhulp is ....
A
voor korte tijd
B
langere tijd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is structurele hulp?
A
Hulp die een blijvende oplossing biedt
B
Hulp om de ergste gevolgen op te vangen van een oorlog

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is/doet het IMF
A
onderdeel van de Verenigde Naties
B
Internationaal Muziek Fonds
C
leningen verstrekken aan arme landen
D
bank voor rijke landen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

H6.4 Hoe dragen we ons steentje bij?
4KBL

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je leren?
  • Je kunt voorbeelden geven van instellingen die ontwikkelingslanden helpen
  • Je kunt uitleggen hoe hulp aan ontwikkelingslanden in het belang van Nederlandse bedrijven kan zijn
  • Je kunt uitleggen dat de productie door bedrijven gevolgen kunnen hebben voor ontwikkelingslanden
  • Je kunt uitleggen hoe je met je koopgedrag de leefomstandigheden in arme landen kunt verbeteren



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WAT IS  BIJZONDER AAN DEZE CHOCOLADEREEP?


Slide 15 - Tekstslide

De bekende chocoladereep bestaat straks namelijk uit ongelijke blokjes. Tony's wil hiermee aan alle chocoladeliefhebbers duidelijk maken dat de inkomsten in de chocoladewereld nog steeds 'ongelijk verdeeld' zijn en zich samen met hen sterk maken voor een eerlijkere cacaoketen.
Wat viel op de aan Tony
Chocolonely reep? Weet je het niet? Zoek op internet.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Semajoro woonde in een dorp in Kongo. Groepen rebellen overvielen zijn dorp keer op keer. Semajoro vluchtte naar een buurland waar hij werd opgevangen in een vluchtelingenkamp van de Verenigde Naties (VN). Deze organisatie krijgt geld van de Nederlandse overheid om vluchtelingen te helpen.

Welk type hulp heeft Semajoro nodig gehad tijdens de oorlog?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
C
Opvang asielzoekers
D
Gebonden hulp

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wereldbank is een onderdeel van?
A
de NAVO
B
de Verenigde Naties
C
de Europese Unie
D
de USA

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Verenigde Naties is een organisatie waar 193 landen samenkomen. Om met elkaar te kunnen samenwerken. En te zorgen voor meer vrede en veiligheid in de wereld



De Wereldbank is 's werelds grootste instituut voor ontwikkelingssamenwerking. Zij verstrekt leningen aan ontwikkelingslanden en middeninkomenslanden, met als voornaamste doel het bestrijden van armoede





Het Internationaal Monetair Fonds  (IMF) is een VN-organisatie voor internationale samenwerking op monetair gebied, bestrijding van financiële crises en kredietverlening voor staten met betalingsproblemen.(met belastinggeld)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de volgende woorden in op de stippellijn:
Wel
Rijk
Arm
Lage
Arme
Een ontwikkelingsland is een .......... land.
Ontwikkelingshulp komt van een ............. land.
De Wereldbank leent geld aan........ landen tegen een ..... rente
De Nederlandse overheid geeft ........ ontwikkelingshulp aan arme landen.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom geeft de Nederlandse overheid subsidies aan bedrijven die in ontwikkelingslanden investeren?
Er ontstaat meer handel voor Nederland en dit levert meer werkgelegenheid op in het ontwikkelingsland, waardoor de welvaart kan stijgen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanmoedigen
(subsidie)
Ontmoedigen
(Accijns)

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef (door middel van slepen) aan wat wel / niet gevolgen zijn van economische groei. 
Wel
Niet
Minder overheidsuitgaven
Meer subsidie voor bedrijven
Meer subsidie voor bedrijven
Minder welvaart

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingssamenwerking
A
Tijdelijke hulp aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden
B
Samenwerking tussen rijke en arme landen met als doel het leven in de arme landen blijvend te verbeteren

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Globalisering
daling van het inkomen
Opdracht 7
1. Werknemers moeten een andere baan zoeken
2. Werknemers zijn onervaren in het beroep
3. Productie wordt verplaatst naar andere landen
1
2
3

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fairtrade
Fairtrade =  eerlijke handel

= een organisatie die boeren in ontwikkelingslanden steunt met een gegarandeerde, betere prijs voor hun producten.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fairtrade is een keurmerk, waarvoor staat Fairtrade
A
Eerlijke betaling werknemers
B
Duurdere prijzen
C
Eerlijke milieu normen
D
Lekkerder eten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Herhalingsopdrachten H6.3 + H6.4

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies