De Opstand - stof herhalen en oefenen

De Opstand - stof herhalen en oefenen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Opstand - stof herhalen en oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling

  1. Noem een aantal oorzaken voor het uitbreken van de Nederlandse Opstand
  2. Stelling: De centralisatie-politiek van Karel V en Filips II was de belangrijkste oorzaak voor de Nederlandse Opstand. Leg die stelling uit.

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling

  1. Noem de kritiek die er op de Katholieke kerk was
  2. Geef een ander woord voor "reformatie."
  3. Leg zo volledig mogelijk uit wat de Hervorming was.

Slide 3 - Tekstslide

Zet onderstaande gebeurtenissen in de juiste volgorde:

  1. De Unie van Utrecht tekent de Acte van Verlatinghe
  2. Willem van Oranje vlucht naar Duitsland
  3. Alva komt naar de Nederlanden
  4. Antwerpen wordt geplunderd door Spaanse soldaten die al weken geen salaris meer gehad hebben.
  5. Een woedende menigte bestormd de Domkerk in Utrecht en slaat alle beelden kapot.
  6. De Unie van Utrecht wordt gevormd
  7. De Pacificatie van Gent wordt gevormd

Slide 4 - Tekstslide

De titel boven de prenten is "De passie van Christus en van de Anti-Christus"
Daaronder staat een rijmpje, dat ongeveer zegt: "Christus verdreef de geldwoekeraars uit de tempel, maar met bullen en aflaten dwingt de paus ze weer naar binnen."

Slide 5 - Tekstslide

1. Bij welk(e) punt(en) van kritiek op de katholieke kerk sluit deze spotprent aan?

2. Leg zo volledig mogelijk uit (in een goede zin) wat de mening van de tekenaar is. Gebruik minimaal twee bronelementen (=dingen die je in de bron ziet of leest)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Is de maker van deze bron een voor- of tegenstander van Luther?
A
voorstander
B
tegenstander

Slide 8 - Quizvraag

Leg uit waarom het een voorstander is

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Is de maker van deze bron een voor- of tegenstander de Hervorming?
A
voorstander
B
tegenstander

Slide 11 - Quizvraag

Leg uit waarom het een voorstander van de Hervorming is

Slide 12 - Open vraag