Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
BS 3.2 de bloedsomloop
De bloedsomloop (BS 3.2)
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
80 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De bloedsomloop (BS 3.2)
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is de functie van hemoglobine?
A
Door hemoglobine wordt het bloed dikker
B
Is noodzakelijk voor de zuurstof opname
C
Bevordert de zuurstof afgifte in de longen
D
Door hemoglobine wordt het bloed dunner
Slide 3 - Quizvraag
Wat klopt er niet over witte bloedcellen?
A
Kunnen door de kleinste bloedvaten heen
B
Behoren tot het immuunsysteem
C
Etter en pus zijn dode witte bloedcellen
D
Blijven leven na het bestrijden van virussen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de functie van bloedplaatjes?
A
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten niet stolt
B
Het zorgt ervoor dat bloed buiten de bloedvaten stolt
C
Het zorgt ervoor dat bloed binnen de bloedvaten niet stolt
D
Alle antwoorden zijn onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noemen we de weg die het bloed aflegt?
A
Bloedsweg
B
Bloedtransport
C
Bloedsomloop
D
Bloedvatenstelsel
Slide 6 - Quizvraag
leerdoelen
Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Het bloedvatenstelsel
- het hart
- de bloedvaten
Slide 9 - Tekstslide
de bloedsomloop
= de weg die het bloed door het lichaam aflegt
-mensen hebben een
dubbele
bloedsomloop
-mensen hebben een
gesloten
bloedvatenstelsel
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
In de grote bloedsomloop legt niet al het bloed dezelfde route af!
Slide 12 - Tekstslide
de bloedvaten
- slagaders
-haarvaten
-aders
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
haarvaten
- zijn maar 1 cellaag dik
- vormen een netwerk
- de bloeddruk is laag
- er vindt uitwisseling plaats van stoffen
Het lichaam kan nieuwe vaten maken wanneer er een verstopping is
Slide 16 - Tekstslide
slagaders
-lopen
altijd
van het hart af
- hebben een gespierde wand
- de bloeddruk is hoog
- liggen vaak diep in het lichaam
Slide 17 - Tekstslide
aders
- lopen naar het hart toe
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn minder gespierd
- liggen minder diep in je lichaam
- bevatten vaak kleppen
Slide 18 - Tekstslide
spierpomp
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
bloedvatenstelsel
rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm
slagaders bevatten vaak zuurstofrijk bloed
maar niet altijd!
De longslagader bevat zuurstofarm bloed
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
naam van de bloedvaten
De slagaders worden genoemd naar het orgaan waar ze heen stromen.
De aders worden genoemd naar het orgaan waar ze vandaan stromen.
uitzondering
: bloedafvoer van het darmkanaal!
Dit gaat via de poortader naar de lever.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
de lever
In de darmen vindt opname van voedingstoffen/gifstoffen plaats.
Dit komt terecht in het bloed.
In de lever worden deze voedingstoffen/gifstoffen verwerkt.
Slide 25 - Tekstslide
opdrachten
Maak de opdrachten van bs 3.2
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart
Slide 28 - Quizvraag
welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten
Slide 29 - Quizvraag
Bevatten slagaders zuurstofrijk bloed?
A
ja
B
nee
C
soms
Slide 30 - Quizvraag
Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat
Slide 31 - Quizvraag
Uit wat voor weefsel bestaat een ader?
A
bindweefsel, spierweefsel en dekweefsel
B
bindweefsel en dekweefsel
C
spierweefsel en dekweefsel
D
alleen dekweefsel
Slide 32 - Quizvraag
welk bloedvat bestaat niet?
A
De leverader
B
De leverslagader
C
De darmslagader
D
De maagader
Slide 33 - Quizvraag
Wat is er bijzonder aan de longader?
A
De bloeddruk is er hoog
B
Hij loopt van het hart af
C
Hij bevat zuurstofrijk bloed
D
Hij heeft een gespierde wand
Slide 34 - Quizvraag
In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten
Slide 35 - Quizvraag
De bloeddruk daalt in de haarvaten.
Wat is géén oorzaak hiervoor?
A
Het bloedvat is smaller
B
Bloed wordt afgeremd via de wanden
C
De haarvaten hebben geen spierweefsel
D
Het is verder van het hart af
Slide 36 - Quizvraag
De bloedvaten die je hier ziet zijn...
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 37 - Quizvraag
zuurstofrijk bloed
zuurstofarm bloed
aorta
halsslagader
longslagader
poortader
leverader
holle ader
longader
Slide 38 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
D2BTh4 B4 Bloedvaten - lln
April 2019
- Les met
50 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Bloedsomloop
Januari 2019
- Les met
36 slides
Biologie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
bs 3.2 de bloedsomloop
Mei 2022
- Les met
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
bs 3.2 de bloedsomloop
Februari 2023
- Les met
33 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
3.1.2 De bloedsomloop
Juli 2016
- Les met
24 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
D2BTh4 B4 Bloedvaten - oefenen
April 2019
- Les met
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
de bloedsomloop T3
April 2017
- Les met
30 slides
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
5H 11.2 Transportvaten
Mei 2023
- Les met
22 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5