1.2 Rekenen aan hefbomen

1.2 Rekenen aan hefbomen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.2 Rekenen aan hefbomen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evenwicht links & rechts 
Op 3 november 2014 liep de Amerikaanse koorddanser Nik Wallenda in Chicago op ongeveer 180 meter hoogte, geblinddoekt en zonder beveiliging, over een metalen kabel van de ene wolkenkrabber naar de andere. Hij speelt hierbij met de krachten.

Met welke krachten hield hij zich dan bezig?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Zwaartekracht: 

  • Windkracht

  • Spankracht van de kabel

  • Kracht van zijn eigen bewegingen

  • Fysieke kracht en controle

Slide 3 - Tekstslide

Zwaartekracht: Dit is de kracht die hem naar beneden trekt. Nik moet zijn evenwicht behouden om niet te vallen, ondanks de constante werking van de zwaartekracht.

Windkracht: Op 180 meter hoogte kunnen de windsnelheden sterk en onvoorspelbaar zijn. Wind kan hem uit balans brengen, waardoor hij extra inspanning moet leveren om stabiel te blijven.

Spankracht van de kabel: De kabel waarop hij loopt, heeft een bepaalde spanning en flexibiliteit. Als hij beweegt, kan de kabel wiebelen en trillen, wat het evenwicht bewaren nog uitdagender maakt.

Kracht van zijn eigen bewegingen: Elke stap en beweging die Nik maakt, beïnvloedt zijn balans en de krachten die op hem inwerken. Hij moet precies weten hoe hij zijn gewicht verplaatst om op de kabel te blijven.

Fysieke kracht en controle: Hij moet voldoende fysieke kracht en lichaamscontrole hebben om zichzelf stabiel te houden en om de krachten van de zwaartekracht en wind te weerstaan.

Er ligt een blok op een tafel. De pijl van de zwaartekracht is 2,4 cm lang. De krachtenschaal is 1 cm ≙ 500 N.

Bereken de massa van het blok
A
21 kg
B
122 kg
C
208 kg
D
1200 kg

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een hefboom?
A
Een hefboom is een krachtversterker
B
Een hefboom is een krachtverslapper
C
Een hefboom is een grotere arm

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt
  • Een korte arm (grote kracht)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt
  • Een korte arm (grote kracht)
  • Een lange arm (kleine kracht)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een skateboarder wil zijn
board weer op vier wielen zetten.

Welke letter geeft de plaats
van het draaipunt van het
skateboardt het best weer?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het draaipunt zit bij punt
A
P
B
Q
C
R

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleine kracht met grote arm = grote kracht met kleine arm

Arm 2x zo klein -> Kracht 2x zo groot

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De knoflookpers werkt als een
dubbele hefboom. De kracht
op de knoflook is hoeveel keer
zo groot dan de spierkracht.
A
4x zo groot
B
5x zo groot
C
3x zo groot
D
9x zo groot

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moment
  • Moment van een kracht = de draaineiging van een kracht.
  • Bijvoorbeeld een scheef hangend schilderij

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moment
  • Het moment van een kracht bereken je met M = F x r
  • De momentenwet: Een hefboom is in evenwicht als de som van de rechtsom momenten gelijk zijn aan de som van de linksom momenten.

M1+M2+...(linksom)=M1+M2+...(rechtsom)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 - Rekenen aan hefbomen
  • Bij een hefboom heeft elke kracht zijn eigen arm.
  • We kunnen de grootte van de kracht en de lengte van de arm met elkaar vermenigvuldigen .

Hefboomwet: (kracht x arm)links = (kracht x arm)rechts

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de hefboom in evenwicht?

F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
A
De hefboom is in evenwicht.
B
De hefboom is niet in evenwicht.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de wip(hefboom) in evenwicht te brengen?
A
Door persoon A te vervangen door een persoon met een gewicht gelijk aan dat van persoon B.
B
Door Persoon B naar het draaipunt toe te verplaatsen.
C
Door Persoon A naar het draaipunt toe te verplaatsen.
D
Door het draaipunt van de wip beter te smeren.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hefboom is in evenwicht. Hoe groot moet de kracht F1 dan zijn?
A
F1 = 175 N
B
F1 = 350 N
C
F1 = 525 N
D
F1 = 700 N

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan een hefboom hangt op 15 cm van het draaipunt een massablokje van 50 gram. Hoe ver moet je een massablokje van 30 gram hangen aan de andere kant voor evenwicht?
A
Op 20 cm
B
Op 25 cm
C
Op 30 cm
D
Het goede antwoord staat er niet bij

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Maak opgaves 
Paragraaf 1.2 

13, 14, 15 en 16 
 18, 19 en 20

Blz 16 - 17
Komend Les 
Huiswerk
alles wat niet af is

Practicum hefbomen

Weging 1


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies