Kwadraten, Wortels en Machten

Lesdoel
Je weet wat een kwadraat is en kunt deze uitrekenen.

 Je kent de rekenvolgorde en kunt deze toepassen.

 Je weet wat een wortel in de wiskunde is
en kunt deze uitrekenen.

 Je kunt bovenstaande gecombineerd gebruiken,
ook bij berekeningen met formules.




Kwadraat en Wortel
Machten

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Je weet wat een kwadraat is en kunt deze uitrekenen.

 Je kent de rekenvolgorde en kunt deze toepassen.

 Je weet wat een wortel in de wiskunde is
en kunt deze uitrekenen.

 Je kunt bovenstaande gecombineerd gebruiken,
ook bij berekeningen met formules.




Kwadraat en Wortel
Machten

Slide 1 - Tekstslide

Kwadraten
42=44=16
132=1313=169
23,82=566,44

Slide 2 - Tekstslide

Wortels
Wortels zijn het omgekeerde
van kwadraten.
16=4
169=13
83=9,1104...

Slide 3 - Tekstslide

Kwadraten               Wortels
12 = 1 x 1 = 1                                                              
22 = 2 x 2 = 4
32 = 3 x 3 = 9
42 = 4 x 4 = 16
52 = 25
62 = 36
72 = 49
1=1
4=2
want 1 x 1 = 1
want 2 x 2 = 4
9=3
16=4
25=5
36=6
49=7
want 3 x 3 = 9
want 4 x 4 = 16

Slide 4 - Tekstslide

Kwadraten               Wortels
82 = 64
92 = 81
102 = 100
112 = 121
122  = 144
132 = 169
14=196
196=14
169=13
144=12
121=11
100=10
81=9
64=8

Slide 5 - Tekstslide

Kwadraten               Wortels
152 = 225
202 = 400
252 = 625
302 = 900
402 = 1600
502 = 2500
225=15
400=20
625=25
900=30
1600=40
2500=50

Slide 6 - Tekstslide

5.1: Machten
34
Macht
Exponent
Grondtal

Slide 7 - Tekstslide

5.1: Machten
42 betekent dus 4 × 4.
Wat zou 43 betekenen? 
43 = 4 × 4 × 4 = 64

Op de rekenmachine:
4 ^ 3 = 64

Slide 8 - Tekstslide

Het Mooie Witte Veulentje Draaft Op en Af.


(Haakjes, Machtsverheffen, Worteltrekken, Vermenigvuldigen, Delen, Optellen en Aftrekken)

Slide 9 - Tekstslide

Rekenvolgorde
1.

2.

3.

4.



Haakjes wegwerken
Vermenigvuldigen en delen. (L naar R)
Optellen en aftellen (L naar R)
Machten, Kwadrateren en worteltrekken.

Slide 10 - Sleepvraag