H 8.3 Eenheden van oppervlakte

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

H 8.2
Opdrachten
14, 16, 17, 22, 23, 24

Blauwe snelhechter: 21, 22

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
- Ik ken de eenheden van lengte.
- Ik kan de eenheden van lengte omrekenen. 
- Ik kan met de eenheden van lengte, in een contextsom,     
   rekenen. 
- Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid       aan koppelen. 
- Ik ken de Engelse lengte-eenheden mile, yard, foot, inch. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke eenheden horen bij de grootheid lengte?

Slide 4 - Open vraag

7,45 cm = ... mm
A
7,45
B
74,5
C
0,745
D
745

Slide 5 - Quizvraag

80 000 cm = ... km
A
0,8
B
8
C
80
D
800

Slide 6 - Quizvraag

2,73 m = ... cm
A
0,273
B
0,0273
C
27,3
D
273

Slide 7 - Quizvraag

Hoe reken ik de omtrek uit?

Slide 8 - Open vraag

Doelen van deze les
Ik weet wat oppervlakte is.
Ik ken de eenheden van oppervlakte.

Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen. 

Ik kan met de eenheden van oppervlakte, in een contextsom, rekenen. 

Slide 9 - Tekstslide

Oppervlakte (kgt blz. 94)
In de sportzaal leggen ze vierkante platen van 1 bij 1 meter. De oppervlakte van zo'n plaat is 1㎡. Je berekend hoeveel vloerplaten nodig zijn om de vloer helemaal te bedekken. Je weet dan de oppervlakte van de vloer. 

Oppervlakte heeft niet alleen een lengte maar ook een breedte, vandaar ㎡.


 









aantal
240









aantal







Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 28 (kgt blz. 95)

Slide 11 - Tekstslide

Eenheden van oppervlakte (kgt blz. 94)

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 31 (kgt blz. 96)


 









aantal
240









aantal







a. 0,6 d㎡ = ... c㎡
b. 8,5 ㎡ = ... c㎡
c. 400 c㎡ = ... d㎡
d. 3,4 k㎡ = ... ㎡
e. 4 ha = ... ㎡
f. 0,4 ㎡ = ... c㎡

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 34 (kgt blz. 97)
In de IJsseldelta is een stuk grond aangewezen als overloopgebied bij te hoog water. Het stuk grond is rechthoekig van vorm en is 1,5 km lang en 600 meter breed.

Vul in:
a. 1,5 km = ... hm
   600 m = ... hm

 









aantal
240









aantal







Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 34 (kgt blz. 97)
Het stuk grond is rechthoekig van vorm en is 1,5 km lang en 600 meter breed.

b. Hoeveel ha is het overloopgebied?
c. Is dat meer of minder dan een k㎡?

 








aantal
240









aantal







Slide 15 - Tekstslide

Doelen van deze les
Ik weet wat oppervlakte is.
Ik ken de eenheden van oppervlakte.

Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen. 

Ik kan met de eenheden van oppervlakte, in een contextsom, rekenen. 

Slide 16 - Tekstslide

Opgaven maken

Blauwe snelhechter 

H 8.3
Opdrachten
30, 32, 33, 35, 36



Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk

Blauwe snelhechter 

H 8.3
Opdrachten
30, 32, 33, 35, 36

Slide 18 - Tekstslide