In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we deze les doen?
- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk nakijken
H 8.2
Opdrachten
14, 16, 17, 22, 23, 24
Blauwe snelhechter: 21, 22
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik
- Ik ken de eenheden van lengte.
- Ik kan de eenheden van lengte omrekenen.
- Ik kan met de eenheden van lengte, in een contextsom,
rekenen.
- Ik kan omtrek uitrekenen en hier de juiste lengte-eenheid aan koppelen.
- Ik ken de Engelse lengte-eenheden mile, yard, foot, inch.
Slide 3 - Tekstslide
Welke eenheden horen bij de grootheid lengte?
Slide 4 - Open vraag
7,45 cm = ... mm
A
7,45
B
74,5
C
0,745
D
745
Slide 5 - Quizvraag
80 000 cm = ... km
A
0,8
B
8
C
80
D
800
Slide 6 - Quizvraag
2,73 m = ... cm
A
0,273
B
0,0273
C
27,3
D
273
Slide 7 - Quizvraag
Hoe reken ik de omtrek uit?
Slide 8 - Open vraag
Doelen van deze les
Ik weet wat oppervlakte is.
Ik ken de eenheden van oppervlakte.
Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen.
Ik kan met de eenheden van oppervlakte, in een contextsom, rekenen.
Slide 9 - Tekstslide
Oppervlakte (kgt blz. 94)
In de sportzaal leggen ze vierkante platen van 1 bij 1 meter. De oppervlakte van zo'n plaat is 1㎡. Je berekend hoeveel vloerplaten nodig zijn om de vloer helemaal te bedekken. Je weet dan de oppervlakte van de vloer.
Oppervlakte heeft niet alleen een lengte maar ook een breedte, vandaar ㎡.
aantal
240
aantal
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 28 (kgt blz. 95)
Slide 11 - Tekstslide
Eenheden van oppervlakte (kgt blz. 94)
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 31 (kgt blz. 96)
aantal
240
aantal
a. 0,6 d㎡ = ... c㎡
b. 8,5 ㎡ = ... c㎡
c. 400 c㎡ = ... d㎡
d. 3,4 k㎡ = ... ㎡
e. 4 ha = ... ㎡
f. 0,4 ㎡ = ... c㎡
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht 34 (kgt blz. 97)
In de IJsseldelta is een stuk grond aangewezen als overloopgebied bij te hoog water. Het stuk grond is rechthoekig van vorm en is 1,5 km lang en 600 meter breed.
Vul in:
a. 1,5 km = ... hm
600 m = ... hm
aantal
240
aantal
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 34 (kgt blz. 97)
Het stuk grond is rechthoekig van vorm en is 1,5 km lang en 600 meter breed.
b. Hoeveel ha is het overloopgebied?
c. Is dat meer of minder dan een k㎡?
aantal
240
aantal
Slide 15 - Tekstslide
Doelen van deze les
Ik weet wat oppervlakte is.
Ik ken de eenheden van oppervlakte.
Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen.
Ik kan met de eenheden van oppervlakte, in een contextsom, rekenen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.