Geschiedenis van de communicatie

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 12 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkvraag
Op welke manier communiceerden de mensen vroeger?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke manieren communiceerden mensen vroeger?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Prehistorie
-grottekeningen
-jagers en verzamelaars
- 35.000 jr. oud
- vrouwelijke tekenaars (hand)

Slide 5 - Tekstslide

Meestal alleen jachtdieren. Niet alleen paarden, stieren en herten, maar ook uitgestorven dieren zoals mammoeten en wolharige neushoorns.
Bloed en sap van vruchten. Meeste schilderingen in ontoegankelijke gebieden. Niet in het woongebied. 
Mensen weinig afgebeeld (of schematisch) Terwijl dieren heel veel details hebben.
Goed bewaard doordat er in een grot een constante temperatuur is. 
Waarom hebben onze prehistorisch voorouders deze tekeningen gemaakt?

Slide 6 - Open vraag

- decoratie van de grotten
- om hun angst voor deze dieren weg te jagen (bezweren)
- mens was juist niet bang, maar dachten dat ze op deze manier magisch zouden verdubbelen zodat ze meer voedsel hadden.
Uit hoeveel tekens bestaat het spijkerschrift ongeveer?
A
600
B
30
C
2000
D
150

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het spijkerschrift uitgevonden?
A
Om verhalen op te schrijven
B
Om afspraken en taken bij te houden
C
Om de wetten op te schrijven
D
Om berichten aan elkaar te sturen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spijkerschrift
- 3300-2900 v. Chr.
- Mesopethanië (nu Irak)
- kleitabletten
- stylus

Slide 9 - Tekstslide

Bij de rivieren Tigris en Eufraat ontstaan plekken waar mensen zich gaan vestigen. 
Niet in klei krassen, maar mbv stylus. Lijntjes met driehoekige kopjes; lijkt op spijkers. 
Spijkerschrift
- eerst boven naar beneden
- van rechts naar links
- syllabisch schrift
- veel afleiden vanuit context
- 600 tekens 

Slide 10 - Tekstslide

Eerst werd er van boven naar beneden gelezen. Daarna werd dat gekanteld van verticaal naar horizontaal. Wel van rechts naar links. 
Syllabisch schrift- elk teken staat voor een lettergreep of voor verschillende lettergrepen. Of zelfs voor een volledig woord. 

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hiërogliefen
  • Oude Egypte
  • 3000 v. Ch - 450 n. Chr.
  • (Oudgrieks: hieros - "heilig", glyphoi - "groeven")
  • verschillende leesrichtingen
  • schrijver = schriftgeleerde

Slide 12 - Tekstslide

Aan de onderkant zie je twee leesrichtingen, afhankelijk van de kijkrichting van de figuren.
De hiërogliefen in het onderste gedeelte van de stenen deur staan in kolommen, die lees je steeds van boven naar beneden. Maar ook van het midden uit naar buiten toe. Binnen de kolommen staan de tekens in dezelfde richting als de figuur van de grafeigenaar. Als hij naar rechts kijkt, moet je dus van rechts naar links lezen. Zo kijken de hiërogliefen je ‘beleefd’ aan wanneer je het graf bezoekt om te offeren aan de overledene.

Schrijver was echt een beroep. Begon al met oefenen op de leeftijd van 6 jaar.
Rosetta stone
  • steen door Franse soldaat gevonden in Rosetta
  •  hiërogliefen en Grieks
  • Jean-François Champollion 

Slide 13 - Tekstslide

n 1799 vond een Franse soldaat een bijzondere steen in de stad Rosetta. Deze steen had dezelfde boodschap geschreven in zowel hiërogliefen als in het Grieks. Dit was belangrijk omdat het hielp om te vertalen wat de hiërogliefen zeiden en het kon worden gebruikt om ook andere hiërogliefen te vertalen.
Jean-François Champollion heeft het vertaald. Duurde wel 20 jaar. 

En dan kwamen de drie teksten, zoals later bleek, ook nog eens niet letterlijk overeen. 
Toch wist de Franse taalwetenschapper Jean-François Champollion in september 1822 met hulp van anderen de hiërogliefen te ontcijferen (zie ‘Eurekamoment’). De sleutel daartoe waren enkele koninklijke namen. Waar een bepaald begrip in elke taal met andere klanken kan worden aangeduid, klinkt een naam altijd ongeveer hetzelfde. Daarnaast gaven Egyptenaren koninklijke namen in hiërogliefen vaak extra gewicht door er een ovaal omheen te kerven.
Uit hoeveel symbolen, die een klank uitbeelden, bestaat het hiërogliefenschrift?
A
24
B
150
C
750
D
3000

Slide 14 - Quizvraag

Er zijn 24 symbolen die een klank weergeven. 
De overige honderden symbolen, die minder vaak voorkomen, kunnen verschillende functies hebben. Sommige symbolen (zo rond de 750) staan voor een combinatie van meerdere klanken. Andere staan voor een bepaald begrip, zoals in een rebus. Daarnaast kunnen symbolen gebruikt worden om te verhelderen welk begrip een naburig symbool precies aangeeft.
Verwarrend genoeg kan een klanksymbool ook een begrip aanduiden. In dat geval staat er een streepje bij. Een hand met een streepje geeft dus niet de d-klank weer, maar het woord ‘hand’. En met een extra symbool ernaast kan het bijvoorbeeld ‘geven’ betekenen.
Hiërogliefen
  • 24 klanktekens - alleen medeklinkers
  • pictogrammen
weegschaal
zwijn

Slide 15 - Tekstslide

“Het hiërogliefenschrift is een complex systeem, een schrift dat tegelijk figuratief, symbolisch en fonetisch is, in n en dezelfde tekst, in een en dezelfde zin, ik zou bijna willen zeggen: in een en hetzelfde woord.”

Het hiërogliefenschrift kent alleen medeklinkers. Behalve de zesentwintig spraakklanken (het abc) zijn er afzonderlijke tekens voor verschillende combinaties van twee-, drie- of vierklanken. Sommige woorden werden niet met klanktekens geschreven, maar met symbolen. Zo staat een zonnetje voor het woord ‘zon’, maar werd het ook gebruikt in combinatie met andere tekens, bijvoorbeeld om het woord ‘licht’ te vormen. Het hiërogliefenschrift bevat dan ook onnoemelijk veel tekens.
Papyrus
  • Oude Egypte
  • 2000 voor Chr.
  • papyrus plant
  • waterkant Nijl

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het dat er niet veel papyrusrollen bewaard zijn gebleven?

Slide 18 - Open vraag

Papyrus was een fragiel materiaal.
Brand en overstromingen, insectenvraat, luchtvochtigheid of veelvuldig gebruik. Over het algemeen niet langer dan 200 jaar mee.
In een droog klimaat blijft papyrus ook langer goed.
Perkament
  • vochtige Europa
  • Middeleeuwen
  • duurder, maar duurzaam



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar werd perkament van gemaakt?
A
papier
B
dierenhuiden
C
perkamentusplant
D
schors van een boom

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Papier
  • Vanuit China
  • 1405 eerste papiermolen in Nederland
  • plantaardige vezels

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is boekdrukkunst?
A
Een boek met plaatjes over kunst.
B
Kunst gemaakt van boeken.
C
Een manier om snel boeken te drukken.
D
Monniken die boeken schrijven.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boekdrukkunst
1400 in Duitsland
gebruik van papier

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Om bevelen door te geven aan de soldaten in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog werden er postduiven gebruikt. Ook werd er gebruik gemaakt van een nieuwe uitvinding. Welke nieuwe uitvinding was dat? (I)
A
Internet
B
Draadloze telegrafie
C
Telefoon
D
Radio

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Telegrafie
  • versturen van berichten over lange afstand
  • 1837 Samuel Morse 
  • morsetelegraaf
  • elektrische 
  • impulsen 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

vertaal de woorden
vertaal de woorden met snelheid

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.... ..- .. ...

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.--. .-. . -.-. .. . ...

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Telefoon
  • 1876 patent doorAlexander Graham Bell
  • Watson, kom onmiddellijk. Ik heb je nodig
  • via zendmasten

Slide 33 - Tekstslide

Berichtje van Bell naar zijn assistent. Volgens de overlevering zou Bell zijn assistent geroepen omdat hij batterijzuur op zijn broek had gemorst. Aan Bell danken we het begrip ‘bellen’, niet vanwege zijn naam, maar vanwege de in de telefoon ingebouwde bel die rinkelde als je iemand belde

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Radio
Niet één uitvinder
1901 Guglielmo Marconi signaal van Canada naar Engeland
Eerste radiotoestellen erg groot

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Televisie

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Computer
- eerst grote rekenmachine (1914)
-  WO II - boodschappen onderscheppen en bommen plaatsen (geen beeldscherm, alleen knoppen)
- internet - google - tablet - telefoon -chromebook

Slide 38 - Tekstslide

=

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies