Gaswisseling basisstof 4 - Gaswisseling bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Gaswisseling bij dieren

Alle organismen doen aan gaswisseling

Inhoud

1. Gaswisseling met longen

2. Eencellige dieren

3. Gaswisseling bij insecten

4. De ademhalingsorganen van vissen

•  Reptielen, vogels en zoogdieren en amfibieën  hebben longen.

• Koudbloedige dieren hebben minder zuurstof nodig dan warmbloedige dieren.

Amfibieën

• Volwassen dieren hebben ook longen, maar nemen ook zuurstof op via de huid.
• Jonge amfibieën hebben geen longen, maar kieuwen.

uitleg opbouw insecten

Insecten

• Tracheeën zijn luchtbuizen in het lichaam van een insect.
  
• Deze luchtbuizen hebben een opening aan de zijkant van het lichaam. Ze vormen een groot oppervlak door het hele lichaam.
• Deze openingen noemen we stigma's.

ademhaling door tracheeën

Tracheeën

• Insecten halen de zuurstof                                                                    uit de lucht.
• Larven die in het water leven                                                    hebben een soort van snorkel die boven het water uitsteekt.
• Veel insecten hebben alleen in het achterlijf stigma's (gaatjes), door een pompende beweging te maken verversen ze de lucht.

Kieuwen

Ademhalen met kieuwen

https://schooltv.nl/video-item/hoe-ademen-vissen-met-hun-kieuwen-halen-ze-zuurstof-uit-het-water

Elke kieuw bestaat uit meerdere kieuwbogen. Hieraan zitten heel veel kieuwplaatjes.

Met de kieuwplaatjes kan de vis de zuurstof opnemen

Een eencellige

Eencelligen

Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan.

Het celmembraan is 1 cellaag dik, hierdoor kan er zuurstof uit de omgeving van het celmembraan worden opgenomen. Op dezelfde manier wordt er ook koolstofdioxide afgegeven.