In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Verstedelijking en het bestuur
Vandaag
1. herhaling van de stof
2. uitleg paragraaf 3.3
3. verwerken van vragen
4. afsluiten
Slide 1 - Tekstslide
Momenteel voel ik me ....
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Versleep het jaartal naar het
juiste vak
Leegloop uit de stad
De stad wordt weer aantrekkelijk
tussen het jaar 1975 -1990
Na het jaar 1990
Slide 4 - Sleepvraag
Door sociale ongelijkheid is er geen plaats meer voor hoogopgeleide in een stad.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Doordat steden meer een kenniseconomie krijgen ontstaat er een kloof tussen banen. Hoe heet dit?
Slide 6 - Open vraag
Leg uit wat het verschil is tussen duurzame stad en slimme stad. Geef ook een overeenkomst.
Slide 7 - Open vraag
Leerdoelen
Je kent twee manieren waarop er wordt samengewerkt aan de oplossing van problemen in steden.
Je begrijpt waarom er samenwerking is tussen overheden en tussen overheid en bedrijfsleven.
Je kunt vraagstukken in stedelijke gebieden op verschillende schaalniveaus beschrijven en analyseren.
Slide 8 - Tekstslide
Lees paragraaf 3.3
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Er zijn drie schaalniveaus in het openbaar bestuur van Nederland: Rijk, provincie, gemeente. Maak de juiste combinaties tussen de zinnen over ruimtelijke ordening en het schaalniveau dat ervoor verantwoordelijk is.
Provincie
Rijk
Gemeente
Nationaal park Utrechtse Heuvelrug
Windmolens plaatsen in Utrecht
Aantal bedrijventerreinen in Utrecht
Slide 11 - Sleepvraag
Overheden op verschillend niveau moeten samenwerken. Het gemeentebestuur van IJsselstein is een overheid op laag niveau. Noem voor IJsselstein de twee overheden op hogere niveaus.
Slide 12 - Open vraag
Leg uit waarom ruimtelijke ordening in Nederland heel belangrijk is.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Luister het fragment
Slide 15 - Tekstslide
Tot welk stadsgewest behoren IJsselstein en Nieuwegein?
Slide 16 - Open vraag
Groeikernen werden aangewezen door het Rijk. Dit werd in 1975 gedaan. Hierdoor ontstond suburbanisatie. Wat betekent dit?
Slide 17 - Open vraag
De groeikernen kennen nu bevolkingskrimp. Geef aan waarom dit zo is.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Video
03:33
Maak een tijdlijn van de groei van Utrecht. Zet jaartallen neer en geef aan welke bouw er plaats vond. Maak een foto ervan en stuur in.
Slide 20 - Open vraag
De publieke sector heeft geen belang bij winst en de private sector wel.
De publieke sector behoort dus tot de overheid.
Slide 21 - Tekstslide
Samenwerking tussen overheid en bedrijven. Wat hoort waar?
Overheid publieke sector
Private sector
Goedkoop bouwen met veel rendement
Houdt het algemeen belang in de gaten
Hier zit de meeste expertise
Slide 22 - Sleepvraag
Dit wil ik nog vragen / weten over deze paragraaf?