3V_H2.1_molecuulformules_2122

H3.2
Formules van stoffen

Indeling van stoffen 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3.2
Formules van stoffen

Indeling van stoffen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze les leer je
  • molecuulformules opstellen
  • systematische namen geven

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  1. wat weet je nog van de vorige lessen? (elementen)
  2. molecuulformules en systematische namen
  3. opgaven maken

Slide 3 - Tekstslide

de juiste symbolen van de atoomsoorten zink, calcium en broom zijn:
A
Zn, Ca, B
B
Zn, C, B
C
Zn, C, Br
D
Zn, Ca, Br

Slide 4 - Quizvraag

de juiste symbolen van de atoomsoorten stikstof, fosfor en tin zijn:
A
N, P en Sn
B
N, F en Ti
C
S, P en Ti
D
S, F en Sn

Slide 5 - Quizvraag

de juiste symbolen van de atoomsoorten cadmium, lood en kwik zijn:
A
Ca, I, Hg
B
Cd, Pb, Hg
C
Ca, Pb, Ag
D
Cd, I, Ag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

formules van niet-ontleedbare stoffen
  • een stof = heel veel moleculen samen 
       dit laat je zien met de fase (s), (l), (g), (aq)

       dus:     Fe = 1 atoom ijzer            Fe(s) = de stof ijzer

NIEUW (noteer!)

Slide 8 - Tekstslide

formules van niet-ontleedbare stoffen
er zijn 7 niet-ontleedbare stoffen waarvan de moleculen uit 2 dezelfde atomen bestaan:
      Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Breda

LEER!
Cl2
F2
I2
H2
O2
N2
Br2

Slide 9 - Tekstslide

welke uitspraak over de stof zuurstof is juist
A
zuurstof is een ontleedbare stof , want de formule is O2
B
zuurstof is een niet-ontleedbare stof, want de formule is O2
C
zuurstof is een ontleedbare stof, want de formule is O
D
zuurstof is een niet-ontleedbare stof, want de formule is O

Slide 10 - Quizvraag

formules van ontleedbare stoffen
de molecuulformule laat zien hoeveel atomen er van elke soort aanwezig zijn:

index = aantal atomen
coëfficiënt = aantal moleculen
 
     

LEER!

Slide 11 - Tekstslide

Molecuulformules lezen en begrijpen
de index "2" staat rechtsonder het atoom
H2

Slide 12 - Tekstslide

Molecuulformules lezen en begrijpen
Uit hoeveel H-atomen en hoeveel O-atomen bestaat 1 molecuul water? 

Slide 13 - Tekstslide

Molecuulformules lezen en begrijpen
Uit hoeveel H-atomen en hoeveel O-atomen bestaat 1 molecuul water? 
De index "2" staat rechtsonder H, dus er zijn 2 H-atomen
als een atoom maar 1x voorkomt, laat je de index weg

Slide 14 - Tekstslide

Molecuulformules lezen en begrijpen
Hoeveel atomen van welke soort zitten er in 1 molecuul
Wat is de molecuulformule van dit molecuul:

Slide 15 - Tekstslide

Molecuulformules lezen en begrijpen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel atomen zijn er aanwezig in
6H2SO4
A
6H, 2S en 4O
B
2H, 1S en 4O
C
12H, 6S en 24O
D
12H, 1S en 4O

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen 2
en
NO2
N2O4

Slide 19 - Open vraag

Namen van ontleedbare stoffen
  • triviale namen  =                                                                   TABEL 3 
 je kunt aan de naam niet zien welke atomen erin zitten                                   
LEER UIT JE HOOFD

Slide 20 - Tekstslide

Namen van ontleedbare stoffen
 systematische namen
1. je ziet welke atomen erin zitten >  ...ide                    TABEL 4     
  • voorbeeld:
  • CuO = koperatomen en zuurstofatomen > koperoxide
  • FeS = ijzeratomen en zwavelatomen > ijzersulfide
  • AgBr = zilveratomen en broomatomen > zilverbromide

Slide 21 - Tekstslide

Namen van ontleedbare stoffen
 systematische namen      
2. je ziet hoeveel atomen erin zitten > telwoorden  TABEL 5
  • voorbeeld
  •                N2O4 = 2x stikstofatoom + 4x zuurstofatoom 
  •                                      distikstoftetraoxide

Slide 22 - Tekstslide

Namen van ontleedbare stoffen
               N2O4                   = 2x stikstofatoom + 4x zuurstofatoom 
                                  

               distikstoftetraoxide
N2O4
LET OP:
de index staat ACHTER het atoom in de formule
een telwoord staat VOOR het atoom in de naam

Slide 23 - Tekstslide

Geef de systematische naam van
Al2O3

Slide 24 - Open vraag

Welke twee namen kun je geven aan het molecuul
SO2

Slide 25 - Open vraag

Hoe goed kun jij een molecuulformule opstellen en begrijpen?
A
ik heb geen idee hoe dat moet
B
ik kon de uitleg volgen, maar denk niet dat ik het zelf kan
C
met de aantekeningen erbij gaat me dat wel lukken
D
geen probleem, dat lukt me wel

Slide 26 - Quizvraag

hoe goed kun jij de systematische naam van een stof geven als de formule gegeven is?
A
wat is een systematische naam?
B
dat lukt me niet, want ik begrijp de formules niet
C
met de tabellen erbij kan ik dat wel
D
dat lukt me prima, ik ken de naamgeving

Slide 27 - Quizvraag

Hoe goed kun jij de formule van een stof geven als de systematische naam gegeven is?
A
dat kan ik niet. Ik begrijp de formules en naamgeving niet
B
dat lukt me niet, ik ken de symbolen van de elementen niet
C
dat lukt me niet, ik weet niet waar ik de getallen moet neerzetten
D
dat lukt me prima, ik ken de symbolen en de plek van de getallen

Slide 28 - Quizvraag

Als je nog een vraag hebt over deze les, stel hem dan hier:

Slide 29 - Open vraag

Huiswerk
Maak opgave 5 t/m 8 van H2.1

Slide 30 - Tekstslide