Linking Words

LINKING WORDS



signaalwoorden

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

LINKING WORDS



signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

What are linking words?

Slide 3 - Open vraag

Name a few linking words

Slide 4 - Open vraag

What word WOULDN'T we use to give an example?
A
for example
B
namely
C
for instance
D
furthermore

Slide 5 - Quizvraag

These words are used for..
And, In addition, As well as,
Also, Too, Furthermore, Moreover, Apart from
In addition to ,Besides

A
te verklaren
B
samen te vatten
C
toe te voegen
D
in volgorde te zetten

Slide 6 - Quizvraag

These words are used for... In short
In brief, In summary,To summarise, In a nutshell, To conclude
In conclusion

A
samen te vatten
B
te verklaren
C
in juiste volgorde te zetten
D
voorbeelden te geven

Slide 7 - Quizvraag

These words are used for.... The former,
Firstly, secondly, finally, The first point is,
Lastly, The following


A
samen te vatten
B
informatie toe te voegen
C
te verklaren
D
volgorde aan te geven

Slide 8 - Quizvraag

These words are used for... Due to / due to the fact that,
Because, Because of, Since, As


A
te verklaren/uit te leggen
B
volgorde aan te geven
C
samen te vatten
D
tegenstelling aan te geven

Slide 9 - Quizvraag

These words are used for... Therefore, So, Consequently
This means that, As a result


A
resultaat/gevolg aan te geven
B
volgorde aan te geven
C
samen te vatten
D
voorbeelden te geven

Slide 10 - Quizvraag

These words are used for... But, However, Although / even though
Despite, In spite of / in spite of the fact that
Nevertheless, Nonetheless

A
samen te vatten
B
contrast aan te geven
C
te verklaren
D
volgorde aan te geven

Slide 11 - Quizvraag

I like sugar in my tea, .......... I don't like milk in it.
A
or
B
but
C
so
D
moreover

Slide 12 - Quizvraag

He was late ........ the bus didn't come.
A
or
B
or
C
because
D
why

Slide 13 - Quizvraag

They climbed the mountain...... it was very windy.
A
although
B
after
C
so
D
because

Slide 14 - Quizvraag

.......... I finished school, I went to New Zealand.
A
Although
B
After
C
So

Slide 15 - Quizvraag

Work on the hand-out

Slide 16 - Tekstslide