5.4 Meer genen in het spel

5.4 Meer genen in het spel
Leerdoel
  • Je leert hoe een eigenschap overerft als er meer dan één gen bij betrokken is. 
    1 / 14
    volgende
    Slide 1: Tekstslide
    BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

    In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

    time-iconLesduur is: 60 min

    Onderdelen in deze les

    5.4 Meer genen in het spel
    Leerdoel
    • Je leert hoe een eigenschap overerft als er meer dan één gen bij betrokken is. 

      Slide 1 - Tekstslide

      Kruisingsschema bij een monohybride kruising: 
      het bepalen van de kans op een bepaald fenotype of genotype. 

      Slide 2 - Tekstslide

      Gregor Mendel
      1822-1884

      6022 geel: 2001 groen

      Slide 3 - Tekstslide

      Kruisingsschema bij een dihybride kruising (kijken naar twee genen) 
      het bepalen van de kans op een bepaald fenotype of genotype. 

      Onafhankelijke overerving
      Afhankelijke overerving
      Gekoppelde overerving

      Slide 4 - Tekstslide

      Onafhankelijke overerving

      A: zwarte kleurstof
      E: oranje kleurstof

      Verhouding fenotype: 
      9 : 3 : 3 : 1

      Slide 5 - Tekstslide

      Gekoppelde overerving

      G: groene oogkleur
      Lw: goed-werkende receptoren
      Lc: niet-werkende receptoren

      kan wijzigen door
      crossing -over!!



      Slide 6 - Tekstslide

      Polygene overerving:
      meer genen bepalen
      een eigenschap.
      Veel eigenschappen
      worden bepaald
      door genotype én
      omgeving.

      Slide 7 - Tekstslide

      klassieke veredeling: gericht fokken of kweken van rassen.
      voor het verkrijgen van gunstige allelencombinaties

      Slide 8 - Tekstslide

      Genetische modificatie: het inbrengen van een stukje DNA van het ene organisme in een ander organisme
      Bij twee verschillende organismen ontstaat een transgeen organisme
      Zie Binas tabel 71M

      Slide 9 - Tekstslide

      Gentherapie: het inbrengen van een gezond gen in een organisme met een aandoening.
      Een virus dient meestal als
      vector (transportmiddel)

      Slide 10 - Tekstslide

      Slide 11 - Link

      Slide 12 - Link

      Slide 13 - Link