De Wonderlijke Wereld van Cellen

De Wonderlijke Wereld van Cellen

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen wat cellen zijn, hoe ze zijn opgebouwd en wat de functies zijn van verschillende celorganellen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen begrijpen en uitleggen.

Wat weet je al over cellen?

Wat zijn cellen?

Cellen zijn de bouwstenen van alle levende organismen. Ze zijn zo klein dat je ze alleen kunt zien onder een microscoop.

Introduceer het concept van cellen en leg uit dat ze de basis vormen van alle levende organismen.

Celstructuur

Cellen hebben een omhulsel dat het celmembraan wordt genoemd. Binnenin de cel bevindt zich een gelachtige substantie genaamd cytoplasma.

Beschrijf de basale structuur van een cel en noem het celmembraan en cytoplasma.

Celorganellen

Cellen hebben verschillende organellen met specifieke functies. Enkele belangrijke organellen zijn het celkern, mitochondriën en het endoplasmatisch reticulum.

Introduceer enkele belangrijke celorganellen en benoem hun functies.

Celkern

De celkern is het controlecentrum van de cel. Het bevat het DNA en reguleert de activiteiten van de cel.

Leg uit dat de celkern het DNA bevat en de activiteiten van de cel reguleert.

Mitochondriën

Mitochondriën zijn de energiecentrales van de cel. Ze produceren energie in de vorm van ATP.

Benadruk de rol van mitochondriën bij het produceren van energie in de cel.

Endoplasmatisch reticulum

Het endoplasmatisch reticulum is een netwerk van membranen in de cel. Het speelt een belangrijke rol bij de synthese en transport van eiwitten.

Leg uit dat het endoplasmatisch reticulum verantwoordelijk is voor eiwitsynthese en transport.

Functies van celorganellen

Elk celorganel heeft een specifieke functie die bijdraagt ​​aan het goed functioneren van de cel en het organisme als geheel.

Leg uit dat elk celorganel een specifieke functie heeft en dat deze functies samen bijdragen aan het functioneren van de cel.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.