In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Rekenen
Vandaag gaan wij oefenen met:
Vermenigvuldigen
Redactiesommen
Optellen en aftrekken
Tijd
Slide 1 - Tekstslide
Vermenigvuldigen
Je mag uitreken papier gebruiken!
Slide 2 - Tekstslide
Redactiesommen
Je mag uitreken papier gebruiken!
Slide 3 - Tekstslide
Optellen/ Aftrekken
Je mag uitreken papier gebruiken!
Slide 4 - Tekstslide
Tijd
Je mag uitreken papier gebruiken!
Slide 5 - Tekstslide
7x4=
A
28
B
27
C
21
D
35
Slide 6 - Quizvraag
123+ 125=
A
248
B
246
C
267
D
245
Slide 7 - Quizvraag
Jill is aan het winkelen. Ze heeft een broek voor 43 euro, een trui voor 36 euro en een riem voor 18 euro gekocht. Ze betaald met een briefje van 100 euro. Hoeveel krijgt ze terug?
A
6
B
3
C
30
D
12
Slide 8 - Quizvraag
8x9=
A
53
B
96
C
72
D
76
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel kwartalen zitten er in een jaar?
Slide 10 - Open vraag
66-23=
A
44
B
43
C
34
D
51
Slide 11 - Quizvraag
148+399=
A
433
B
621
C
547
D
550
Slide 12 - Quizvraag
18:00 in letters noem je?
A
vijf uur 's avonds
B
vijf uur 's ochtends
C
zeven uur 's avonds
D
zes uur 's avonds
Slide 13 - Quizvraag
Als het 09:05 is, hoelang duurt het dan totdat het 10:00 is? (minuten)
A
55
B
50
C
45
D
35
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel maanden zitten er in een jaar?
Slide 15 - Open vraag
Op de kassabon van Naud staat; koek: 0,69 euro, nootjes: 1,29 euro, Hagelslag: 0,75 euro en zout: 2,25 euro. Hoeveel moet Naud in totaal betalen? (Rond af)
A
3,90
B
4,30
C
4,45
D
4,20
Slide 16 - Quizvraag
78-...+= 45
A
34
B
37
C
30
D
33
Slide 17 - Quizvraag
9x8=
A
61
B
76
C
72
D
81
Slide 18 - Quizvraag
12+...= 56
A
44
B
34
C
46
D
41
Slide 19 - Quizvraag
12x 8=
A
104
B
126
C
96
D
88
Slide 20 - Quizvraag
Jaap heeft 4,40 euro. Hij koopt snoep voor 1,35 euro en stickers voor 1,25 euro. Hoeveel euro heeft Jaap nog over?
A
1,60
B
1,85
C
1,90
D
1,80
Slide 21 - Quizvraag
Het is vandaag vrijdag 5 mei op maandag 20 mei is tweede pinksterdag. Over hoeveel dagen is dat?
A
16
B
14
C
17
D
15
Slide 22 - Quizvraag
3x 16=
A
32
B
48
C
45
D
36
Slide 23 - Quizvraag
Jesse heeft 3 boeken gekocht. Elk boek heeft 220 bladzijdes. Hoeveel bladzijdes moet Jesse lezen voordat hij alle 3 de boeken uit heeft?
A
660
B
678
C
643
D
673
Slide 24 - Quizvraag
Lino rent op maandag 23,5 km en op dinsdag 16,8 km. Hoeveel kilometer rent Lino in totaal?