C7 les 4 Aan elkaar of los?

timer
10:00
Lezen.....
SSSTT!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00
Lezen.....
SSSTT!

Slide 1 - Tekstslide

§ 4 Aan elkaar of los?
Leerdoel: 
- Je leert woorden los of aan elkaar schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze woorden schrijf je aan elkaar
  • Werkwoorden die beginnen met woordjes als: op, over, na     Bijvoorbeeld: ophalen, nakijken, terugsturen
  • Woorden die samen één begrip vormen.                     Bijvoorbeeld: scheurkalender, wegwerpverpakking,   tweekamerflat

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
afval bakken
B
afvalbakken

Slide 7 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
speur hond
B
speurhond

Slide 8 - Quizvraag

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 9 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
tussen door
B
tussendoor

Slide 10 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

A
Babybed
B
Baby bed

Slide 11 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
barbecue vlees
B
barbecuevlees

Slide 12 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
tuin fakkels
B
tuinfakkels

Slide 13 - Quizvraag

Hoe schrijf je?:
neer zetten
A
aan elkaar
B
los

Slide 14 - Quizvraag

Los of aan elkaar?
A
Wil jij dat afval weggooien?
B
Wil jij dat afval weg gooien?

Slide 15 - Quizvraag

Los of aan elkaar?
A
Weet jij wanneer de zomer tijd ingaat?
B
Weet jij wanneer de zomertijd ingaat?

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is fout geschreven?
A
filter en pomp
B
afdekzeil
C
op gestaan
D
ophalen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
anti rookcampagne
B
antirookcampagne

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
zeshonderd
B
zes honderd

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Zuid-Hollander
B
Zuidhollander

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
soepautomaat
B
soep automaat

Slide 21 - Quizvraag

Welke woorden horen aan elkaar geschreven te worden?
Schrijf ze goed op.....

Slide 22 - Tekstslide

Op maandag avond zorgt mijn zus altijd voor het avond eten.

Slide 23 - Open vraag

Niels bespreekt in zijn eind werk stuk drie deel onderwerpen.

Slide 24 - Open vraag

Froukje werkt in de souvenir winkel van de Rotterdamse dieren tuin.

Slide 25 - Open vraag

Mijn stage periode in het zieken huis restaurant was heel leuk.

Slide 26 - Open vraag

Aan het werk....
Cursus 7 Spelling § 4 Aan elkaar of los?
Maken opdracht 1 t/m 7 (online of boek blz. 196/197)

Klaar? 
opdrachten verbeteren/afmaken van § 2 en § 3. 


Slide 27 - Tekstslide

Aan elkaar of los?
A
speur hond
B
speurhond

Slide 28 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
bruine bonen soep
B
bruine bonensoep
C
bruinebonensoep

Slide 29 - Quizvraag

Aan elkaar of los?


A
Coronavirus
B
Corona virus

Slide 30 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
Soepautomaat
B
soep automaat

Slide 31 - Quizvraag

aan elkaar of los?
A
daar om heen
B
daaromheen
C
daarom heen
D
daar omheen

Slide 32 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
tussen door
B
tussendoor

Slide 33 - Quizvraag

Aan elkaar of los?

A
Babybed
B
Baby bed

Slide 34 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
barbecue vlees
B
barbecuevlees

Slide 35 - Quizvraag

Aan elkaar of los?
A
tuin fakkels
B
tuinfakkels

Slide 36 - Quizvraag

Hoe schrijf je?:
neer zetten
A
aan elkaar
B
los

Slide 37 - Quizvraag

Los of aan elkaar?
A
Wil jij dat afval weggooien?
B
Wil jij dat afval weg gooien?

Slide 38 - Quizvraag

Los of aan elkaar?
A
Weet jij wanneer de zomer tijd ingaat?
B
Weet jij wanneer de zomertijd ingaat?

Slide 39 - Quizvraag