Basisstof 2

Planning
  • Huiswerk controle en bespreken
  • Uitleg basisstof 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
  • Huiswerk controle en bespreken
  • Uitleg basisstof 2

Slide 1 - Tekstslide

Bij celdeling is de juiste volgorde:
A
celdeling - dochtercellen - plasmagroei - kerndeling
B
dochtercellen - plasmagroei - kerndeling - celdeling
C
kerndeling - celdeling - dochtercellen - plasmagroei
D
Cellen delen niet

Slide 2 - Quizvraag

Plantencel
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Bacteriën hebben GEEN .....
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
DNA

Slide 4 - Quizvraag


Een dierlijke cel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een moedercel bij de mens net voor de celdeling?
A
46
B
23
C
98

Slide 6 - Quizvraag

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 7 - Quizvraag

Wat is onderdeel A van de plantencel?
A
De celkern
B
Het celmembraan
C
De celwand
D
Vacuole

Slide 8 - Quizvraag

Wat is onderdeel F van de plantencel?
A
De celkern
B
Het celmembraan
C
De celwand
D
Vacuole

Slide 9 - Quizvraag

DNA bevat de informatie over je haarkleur. Waar vind je het DNA in een cel?
A
In de celkern
B
In het cytoplasma

Slide 10 - Quizvraag

In het DNA vormen de basen A, C, G en T vaste paren.
Welke paren zijn dat?
A
A-G C-T
B
A-T C-G

Slide 11 - Quizvraag

Een cel uit je huid bevat chromosomen en DNA
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Leerdoelen
  •  Je kunt soorten en rassen onderscheiden.
  • Je kunt uitleggen dat de indeling van organismen berust op overeenkomst en verwantschap.
Een soort is de kleinste groep organismen die overblijft bij ordenen. Toch kunnen ook organismen van dezelfde soort nog van elkaar verschillen, bijvoorbeeld honden.

Slide 13 - Tekstslide

 Overeenkomst en verwantschap
Zelfde geslacht
Andere soort
Veel overeenkomst
Panthera tigris     Panthera leo

Slide 14 - Tekstslide

Soorten en rassen
Dieren en planten behoren tot 
dezelfde soort als ze samen voor
 nakomelingen kunnen zorgen. 

Slide 15 - Tekstslide

Ras
Een soort kan uit verschillende rassen bestaan.
Bijvoorbeeld alle hondenrassen behoren tot de soort hond.

Slide 16 - Tekstslide

Behoren de katten op de
afbeelding tot dezelfde
soort of hetzelfde ras?
A
Dezelfde soort
B
Hetzelfde ras

Slide 17 - Quizvraag

Labrador
Poedel

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Behoren de katachtigen op de
afbeelding tot dezelfde soort,
hetzelfde ras of geen van beide?
A
Dezelfde soort
B
Hetzelfde ras
C
Geen van beide

Slide 20 - Quizvraag

Selectie
Variatie

Slide 21 - Tekstslide

Overeenkomst & Verwantschap
-Hoe meer twee organismen overeenkomst vertonen, hoe meer ze verwant zijn aan elkaar en hoe meer ze worden ingedeeld bij dezelfde groepen

-Organismen en hun DNA vertonen de meeste overeenkomst en verwantschap met elkaar wanneer ze tot dezelfde groep behoren
-Organismen en hun DNA vertonen de minste overeenkomst en verwantschap met elkaar wanneer ze tot verschillende hoofdgroepen behoren

Slide 22 - Tekstslide

Verwantschap
Overeenkomst in DNA en uiterlijk van verschillende organismen

Slide 23 - Tekstslide

DNA sequencen is het ontrafelen van het de DNA code van een organisme. 
Door de DNA sequenties te vergelijken kan bepaald worden of dieren tot dezelfde soort behoren.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen en leren basisstof 3.2
Maken samenvattingsopdracht 4 in je boek
Maken opdracht 1-9
Voor de volgende les: voorbereiden SO!

Slide 25 - Tekstslide