Taaltrap les 13-2 Eten en drinken

Taaltrap les 13-2
Deze les gaat over eten en drinken. 

Je leert in deze les:
  • nieuwe woorden
  • niet of geen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taaltrap les 13-2
Deze les gaat over eten en drinken. 

Je leert in deze les:
  • nieuwe woorden
  • niet of geen

Slide 1 - Tekstslide

Wat vind je lekker om te eten?
timer
2:00

Slide 2 - Open vraag

de aardappels
de bloemkool

Slide 3 - Tekstslide

de bonen
de worst

Slide 4 - Tekstslide

het spek
de saus

Slide 5 - Tekstslide

de olie
de azijn

Slide 6 - Tekstslide

de peper
de citroen

Slide 7 - Tekstslide

de honing
het zout

Slide 8 - Tekstslide

de meloen
de sinaasappel

Slide 9 - Tekstslide

de aardbeien
..... 3 smaken 

Slide 10 - Tekstslide

13.1 Luisteren
  1. Ga naar bladzijde 66 uit je boek.
  2. Luister naar de woorden.
  3. Schrijf de woorden in je schrift.
  4. Zoek er een plaatje bij.
13.8 de woorden

Slide 11 - Tekstslide

zoet, zout of zuur

Slide 12 - Tekstslide

13.10 
Luister en lees mee.
bladzijde 164 in je boek
13.10

Slide 13 - Tekstslide

de/het woorden  -> geen
Zij heeft een bril.
Hij heeft geen bril.
Zij hebben een hond.
Zij hebben geen hond.

Slide 14 - Tekstslide

werkwoorden   ->  niet
Ik zit niet, ik loop.
Ik eet niet, ik slaap.
Ik huil niet, ik lach.
Ik drink niet, ik eet.

Slide 15 - Tekstslide

de/het woorden  ->  geen
Ik heb geen auto, ik heb een fiets.
Zij heeft geen bril.
Zij heeft geen paraplu. 
Hij heeft geen tas.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

13.12 Luisteren
Ga naar bladzijde 165 uit je boek.

13.12 luister en lees mee

Slide 18 - Tekstslide

13.14 Schrijven
Ga naar bladzijde 166 uit je boek.
Schrijf de zinnen in je schrift.
Kies uit niet of geen

Slide 19 - Tekstslide

Kies 2 oefeningen
Oefening 3
niet - geen
Oefening 2
niet - geen
Oefening 1
niet - geen
Oefening 4
niet - geen

Slide 20 - Tekstslide

Maak een zin met 'niet'.
Maak ook een zin met 'geen'.
timer
2:30

Slide 21 - Open vraag