2. Bijvoeglijk Naamwoord (Spaans)

¡Hola!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

¡Hola!

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer?


    • bijvoeglijk naamwoord (los adjetivos)
    • meervoud (el plural)

    Slide 2 - Tekstslide

    1. In deze video wordt het bijvoeglijk naamwoord uitgelegd. (Wij gaan deze video klassikaal even kijken.)

    2. Hebben jullie het goed begrepen? Maak aantekeningen in je schrift. 

    Slide 3 - Tekstslide

    Het bijvoeglijk naamwoord
    Het oude huis                       La casa antigua
    Het mooie huis                     La casa bonita
    De rode kast                           El armario rojo
    De lelijke kast                         El armario feo

    Let op:
    In het Spaans staat het bijvoeglijk naamwoord (bijna altijd) achter het zelfstandig naamwoord.
    Een woord wat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. (Een zelfstandig naamwoord zijn alle woorden waar je de/het/een voor kan zetten.)

    Slide 4 - Tekstslide

    Meervoud
    In periode 1 heb je geleerd hoe je meervoudsvormen maakt:
    Eindigt een woord op een klinker? +S
    Eindigt een woord op een medeklinker? +ES





    Let op: In het Spaans pas je dus alle woorden aan naar het meervoud!


    De oude huizen                      Las casas antiguas
    De mooie huizen                    Las casas bonitas
    De rode kasten                        Los armarios rojos
    De lelijke kasten                      Los armarios feos

    Slide 5 - Tekstslide

    Er zijn twee groepen 
    bijvoeglijk naamwoorden
    Groep 1
    mannelijk
    vrouwelijk
    enkelvoud
    o
    a
    meervoud
    os
    as
    Groep 2
    mannelijk
    vrouwelijk
    enkelvoud
    basiswoord
    basiswoord
    meervoud
    +s of +es
    +s of +es
    Woorden die eindigen op -0
    Woorden die niet eindigen op -0
    Bonito - Bonita
    Bonitos - Bonitas         (mooi)

    Una casa bonita - Un libro bonito
    Verde - Verde
    Verdes - Verdes            (groen)

    Una casa verde - Un libro verde

    Slide 6 - Tekstslide

    Mannelijk of vrouwelijk?
    Hoe weet je ook alweer of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is?

    Mannelijke woorden eindigen op: o, or, aje
    armario(kast), comedor(eetkamer), garaje(garage)

    Vrouwelijke woorden eindigen op: a, ción, sión, dad, tad
    casa(huis), estación(station), versión(versie) navidad(kerst), amistad(vriendschap)

    Extra uitleg?
    Zie module pagina 17/18/19

    Slide 7 - Tekstslide

    Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
    bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

    Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
    vb: el coche azul (de blauwe auto)
            la carpeta azul (de blauwe map)

    Slide 8 - Tekstslide


    Las chicas _________
    A
    simpáticos
    B
    simpatíca
    C
    simpáticas
    D
    símpatico

    Slide 9 - Quizvraag


    Tengo una guitarra ________
    A
    bonito
    B
    bonita
    C
    bonitos
    D
    bonitas

    Slide 10 - Quizvraag


    Los chicos _____
    A
    tranquilas
    B
    tranquilos
    C
    tranquilas
    D
    tranquilo

    Slide 11 - Quizvraag


    Las clases ______
    A
    difícil
    B
    difíciles
    C
    difícilas
    D
    difícilos

    Slide 12 - Quizvraag


    Las playas __________
    A
    Blanco
    B
    Blancos
    C
    Blanca
    D
    Blancas

    Slide 13 - Quizvraag


    Los museos ____________
    A
    interesantos
    B
    interesantes
    C
    interesanta
    D
    interesantas

    Slide 14 - Quizvraag


    Mi hermano es muy _____
    A
    simpática
    B
    simpático
    C
    irritantes
    D
    alegro

    Slide 15 - Quizvraag


    Mi casa es _____
    A
    blanco
    B
    blanca
    C
    blancas
    D
    blanque

    Slide 16 - Quizvraag


    Tiene los ojos _______ (azul)
    A
    azul
    B
    azula
    C
    azules
    D
    azulas

    Slide 17 - Quizvraag


    La catedral _________
    A
    bonito
    B
    bonitos
    C
    bonita
    D
    bonitas

    Slide 18 - Quizvraag


    _________ libros
    A
    muchas
    B
    mucho
    C
    muches
    D
    muchos

    Slide 19 - Quizvraag

    ¿Qué tal la clase?
    A
    Muy bien
    B
    Bien
    C
    No muy bien
    D
    Fatal

    Slide 20 - Quizvraag

    ¡Practicamos! 
    https://www.bookwidgets.com/play/id2Xlmnz-iQAFdF3PygAAA/AEPXFAW/bijvoeglijk-naa?teacher_id=5762646504636416

    https://www.bookwidgets.com/play/vp56B72M-iQAFeE0AUgAAA/SD3RPSH/bijvoeglijk-naa?teacher_id=5762646504636416

    Slide 21 - Tekstslide