PRV 1.6 2022-2023

Praktijkvoering


Les 1.6.1
Periode 1
Leerjaar 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Praktijkvoering


Les 1.6.1
Periode 1
Leerjaar 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling week 1.6.1
1. Welkom
2. Vorige les
3. Lesindeling en Leerdoelen
4. Protocollen en richtlijnen
5. Controle leerdoelen
6. Afsluiting en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet en/of kun je:

  1. Het belang van werken met protocollen en richtlijnen in de zorg uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Wat bedoelen we met 0e, 1e, 2e en 3e lijnszorg
Wat is intramurale zorg
Wat is extramurale zorg
Wat is transmurale zorg
Wat is semi-murale zorg
We gaan hier een aantal  multiplechoicetest vragen voor inzetten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morgen moet je voor controle naar de tandarts.
A
Tweedelijnszorg, intramuraal
B
Eerstelijnszorg, Extramuraal
C
Derdelijnszorg, Semimuraal
D
Tweedelijnszorg, Extramuraal

Slide 5 - Quizvraag

B
Eerste echelonzorgvrager vraagt om hulp/basiszorg waar ieder recht op heeft.
Extramuraal gezondheidszorg.

Je broertje moet binnenkort buisjes in zijn oren
A
Eerstelijnszorg, Extramuraal
B
Tweedelijnszorg, Extramuraal
C
Tweedelijnszorg, Semimuraal
D
Eerstelijnszorg, Extramuraal

Slide 6 - Quizvraag

C
Tweede echelonzorg op zorgvrager gericht Specialist.
semimuraal (poliklinisch)

Ik doe wekelijks de boodschappen voor mijn chronisch zieke buurvrouw.
A
Eerstelijnszorg, Extramuraal
B
Tweedelijnszorg, Extramuraal
C
Nuldelijnzorg, Extramuraal
D
Tweedelijnszorg, Intramuraal

Slide 7 - Quizvraag

C
Nulde echelon (geen specifieke hulpvraag gericht op gezondheid),
extramurale zorg,

Mijn moeder weet veel over de gezondheidszorg. Ze leest het blad ”Health” van voor naar achter en andersom.
A
Eerstelijnszorg, extra, intra of semi niet van toepassing
B
Nuldelijnzorg, extra, intra of semi niet van toepassing
C
Tweedelijnszorg, extra, intra of semi niet van toepassing
D
Derdelijnszorg, extra, intra of semi niet van toepassing

Slide 8 - Quizvraag

B
Nulde echelon,
niet van toepassing is de term extra, intra of semimuraal

Mijn moeder heeft vandaag een maagoperatie ondergaan. Morgen mag ze al naar huis
A
Tweedelijnszorg, Intramurale zorg
B
Tweedelijnszorg, Semimuraal
C
Tweedelijnszorg, Transmuraal
D
Tweedelijnszorg, Extramuraal

Slide 9 - Quizvraag

A
Tweede echelon ( opname bij de specialist),
intramurale zorg (opname, ook van 1 dag).

Morgen wordt het eerste transmurale inzet. 
(thuiszorg komt aan huis, je blijft buiten de muren van een verzorgingstehuis na opname).
De wijkverpleegkundige komt 1 keer per week de wond aan het been van je oma verzorgen
A
Eerstelijnszorg, Extramuraal
B
Tweedelijnszorg, Semimuraal
C
Eerstelijnszorg, Intramuraal
D
Tweedelijnszorg, Extramuraal

Slide 10 - Quizvraag

A
Eerste echelon zorgvrager vraagt om hulp.
extramuraal,(zorg aan huis, buiten muren van de instelling)

Mijn buurmeisje heeft een verstandelijk beperking, ze woont in een instelling ergens op de Veluwe.
A
Tweedelijnszorg, Transmuraal
B
Eerstelijnszorg, Extramuraal
C
Tweedelijnszorg, Semimuraal
D
Tweedelijnszorg, Intramuraal

Slide 11 - Quizvraag

D
Tweede echelon (Specialistische hulp na stellen van een hulpvraag)
intramuraal (binnen muren van een zorginstelling)

Ter herhaling; Indeling plaats behandeling
  • Intramuraal: Binnen de muren van een instelling
     - Bijvoorbeeld ziekenhuis of verpleeghuis (opname >24 uur)
  • Extramuraal: Buiten de muren van een instelling
     - In eigen huis
  • Transmuraal: Ziekenhuiszorg thuis
     - Bijvoorbeeld thuis chemotherapie geven
  • Semi-muraal: Tussenvorm
     - Bijvoorbeeld beschermd wonen, dagbesteding, deeltijdbehandeling

Slide 12 - Tekstslide

plaats van behandeling staat de zorginstelling centraal.
 zoals een ziekenhuis, 
- verpleeghuis, 
- verzorgingshuis of 
- een instelling voor mensen met een
  verstandelijke beperking.
Zelf een casus maken
Verzin voor jezelf een korte casus (zoals hierboven) waarbij de derdelijnszorg gekoppeld kan worden.

Slide 13 - Tekstslide

academisch centrum
topklinieken
gespecialiseerde centra
Kwaliteit van zorg 
  1. Professionele houding en communicatie (attitude)

  2. De organisatie: de manier waarop jouw werk in de praktijk is georganiseerd (waar werk je en wat doe je?)

  3. Jouw vakbekwaamheid (deskundigheid, methodische aanpak)

Slide 14 - Tekstslide

Inmiddels hebben we geleerd waar je als doktersassistent kunt werken en ook welke dingen belangrijk zijn in jouw contact met patiënten. 

Door je bewust te zijn van de dingen waar jij goed in bent, of wat je graag wil leren, kun je een bijdrage leveren aan de kwaliteit van zorg (ongeacht wáár je aan de slag gaat)
Procesmatig werken
Doktersassistent als spin in het web: 
  • Nadruk op samenwerking met collega's
  • Organisatie en overleg nodig (wie doet wat?)
  • Geen dubbel werk of tegenwerking
  • Houdt meer overzicht, meer structuur
  • Minder werkdruk 

Effectief werken: Het gewenste resultaat bereiken
Efficiënt werken: Hoe je het resultaat bereikt (methode) 

Slide 15 - Tekstslide

DA als spin in web:
(spin in het web -> veel vragen, handelingen, administratie, verzoeken -> structuur en minder werkdruk)

Procesmatig werken als manier om werk in te delen

Efficiënt werken: zo min mogelijk middelen, geld, uur
Protocollen (1)
Protocol: Belangrijk hulpmiddel bij procesmatig werken
  • Stap voor stap beschrijving 
  • Wordt geëvalueerd en aangepast
  • Verbetering van kwaliteit

Waarom zijn protocollen belangrijk?


Slide 16 - Tekstslide

Binnen procesmatig werken wordt veel gewerkt met protocollen en richtlijnen

stappenplan waarin beschreven staat hoe je moet werken

Verkeerde werkwijze: ernstige schade voor patiënt
Protocollen (2)
Voordelen van protocollen:
  • Kunnen fouten en misverstanden voorkomen
  • Bieden duidelijkheid
  • Zorgen voor minder ergernis/betere werksfeer
  • Voorkomen verwijten bij problemen

Nadeel van protocol: geen individuele benadering meer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

-Noteer de reden van het beschrijven per stap.
-Wat gebeurt er als je het niet beschrijft?
 -Wat zou jij zelf doen in dat geval?

Richtlijnen (1)
Protocol: Stap voor stap hoe je een handeling moet uitvoeren

Richtlijnen: Wat er gedaan kan worden (aanbevelingen)
  • Wetenschappelijke onderzoeksresultaten
  • Klinische ervaring
  • Beschikbaarheid van hulpmiddelen
  • Voorkeuren van patiënten


Slide 19 - Tekstslide

bij richtlijnen, denk aan corona. Het is een aanbeveling
Richtlijnen (2)
Richtlijnen en de doktersassistente:
  • Richtlijnen voor veelvoorkomende ziektebeelden
  • NHG standaarden voor huisartsen
  • Triagewijzer
  • Richtlijnen van Werkgroep Infectiepreventie

https://richtlijnendatabase.nl/  (voor verschillende richtlijnen)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een doktersassistent allemaal?

Slide 21 - Woordweb

met zoveel taken belangrijk om overzicht te houden en structuur aan te brengen, vandaar het procesmatig werken. Vaak bestaan er al protocollen en richtlijnen en hoef je niet opnieuw het wiel uit te vinden

Administratie
MTH
Triage
Spreekuur
pt. inschrijven
Medicatie invoeren (herhaalrecepten)
Overleg ha.
Triage

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Administratie
Volgens protocol:
  1. invullen/bijhouden van patiëntgegevens in EPD/HIS
    - EPD = Elektronisch Patiënten Dossier
    - HIS = Huisarts Informatie Systeem (Medicom)
    - Mag iedereen ingeschreven worden bij elke huisarts?

  2. Opruimen van brieven en formulieren (scannen en archiveren)
  3. Bijhouden van uitgifte (vb. bloedsuikermeters)

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het protocol hiervoor met betrekking tot woonplaats van een pt.?

Huisarts moet binnen 15 minuten bij de patiënt kunnen zijn
Wat hou je bij?
  • Post van specialisten via EPD (röntgenfoto's, uitslagen)
  • Contracten van zorgverzekeraars
  • Wijzigingen in patiëntgegevens (verhuizing, overlijden)
  • Protocollen (vernieuwen/updaten)
  • Afspraken met de huisarts
  • Herhaalrecepten van de patiënt

Let op! Als je een datum noteert, doe je eerst het jaartal, dan de maand en dan de dag.  ( 2022, oktober, 10) 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor gegevens voer je in?
  1. Voorletters, Achternaam
  2. Geboortedatum
  3. BSN-nummer
  4. Adres, postcode, woonplaats
  5. Telefoonnummer, emailadres
  6. Zorgverzekering met polisnummer
  7. Apotheek
  8. Gegevens van vorige huisarts

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag vanuit korte casus
Mw. P. de Jong belt naar de assistent. Ze is net verhuisd naar Zwolle en wil zich hier laten inschrijven. 
Voordat je haar inschrijft wil je nog het een en ander weten

* Welke vragen stel ik allemaal?

Slide 26 - Tekstslide

- Alleen verhuizen? Wie verhuizen er mee?
- Is de vorige ha op de hoogte?
- Woonplaats voorheen
- De medische gegevens graag  ontvangen.

Gegevens;
Voorletters, Achternaam
Geboortedatum
BSN-nummer
Adres, postcode, woonplaats
Telefoonnummer, emailadres
Zorgverzekering met polisnummer
Apotheek
Gegevens van vorige huisarts

Huiswerk
Maak de opdracht horend bij de richtlijn 'Veilig werken op de OK'

Lever de opdracht vóór de volgende les in op CumLaude


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies