8.3 Je bloed vervoert

Deze les

  • Herhaling 8.2
  • Uitleg 8.3
  • Aan de slag
  • Leerdoelencheck
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
  • de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
  • beschrijven hoe het hart klopt. 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Deze les

  • Herhaling 8.2
  • Uitleg 8.3
  • Aan de slag
  • Leerdoelencheck
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
  • de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
  • beschrijven hoe het hart klopt. 

Slide 1 - Tekstslide

Hoe komt het zuurstof dat je inademt in je bloed?

Slide 2 - Open vraag

Bij een ademhaling komt er lucht binnen langs verschillende onderdelen van het ademhalingsstelsel.
Wat is de juiste volgorde (1, 2, 3) bij een diepe ademhaling? 

Juiste moet hier!
1 bronchiën
2 luchtpijp
3 longblaasjes 
1 longblaasjes
2 luchtpijp
3 bronchiën 
1 luchtpijp
2 bronchiën
3 longblaasjes 
1 luchtpijp
2 longblaasjes
3 bronchiën 
1 bronchiën
2 longblaasjes
3 luchtpijp
1 longblaasjes 
2 bronchiën
3 luchtpijp 

Slide 3 - Sleepvraag

Bij een adembeweging trekken de tussenribspieren en middenrifspieren samen.
Wat gebeurt hierdoor?


A
De borstkas wordt groter, je ademt in.
B
De borstkas wordt groter, je ademt uit.
C
De borstkas wordt kleiner, je ademt in.
D
De borstkas wordt kleiner, je ademt uit.

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de namen naar de juiste onderdelen 
Longblaasje
Luchtpijp
Keelholte
Brongiën 
Neusholte

Slide 5 - Sleepvraag

Geef 3 redenen waarom het belangrijk is om door je neus te ademen.

Slide 6 - Open vraag

Wat vervoert je bloed?
Zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen.
  • Zuurstof vastgehecht aan rode bloedcellen

Hoe komen deze stoffen in het bloed? 
Waar gaan deze stoffen naartoe?

Volwassene heeft 5 à 6 L bloed. Een baby ong. 400 mL

Slide 7 - Tekstslide

Bloed bestaat uit:

  1. Bloedplasma= waterige deel, vervoer : voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen
  2. Bloedplaatjes: zorgen voor genezing van een wond: korstje 
  3. Bloedcellen: 
  • rode bloedcellen: vervoer van zuurstof, d.m.v. de stof hemoglobine
  • witte bloedcellen: vernietigen bacteriën en andere ziekteverwekkers  
  


Slide 8 - Tekstslide

Cellen in je bloed
  • Witte bloedcellen 
Bestrijden ziekteverwekkers.

  • Rode bloedcellen
Vervoeren zuurstof. 
Bevatten hemoglobine: rode kleur en hecht zuurstof. Bevat het mineraal ijzer (binnenkrijgen in voeding).

Slide 9 - Tekstslide

Het hart
Bestaat uit vier ruimten:
  • 2 boezems 
  • 2 kamers

Linker- en rechterkant gescheiden door harttussenwand.
Wat valt op?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bloedstroom
Bloed stroomt vanuit de holle ader
en longader het hart in. 

  • Waar komt dit bloed vandaan?
En waar gaat het naartoe?

  • Waarom is links rood
en rechts blauw? 

Slide 12 - Tekstslide

Hart- en slagaderkleppen
Hartkleppen zorgen ervoor dat bloed niet
terugstroomt naar de boezems.

Slagaderkleppen zorgen ervoor dat bloed 
niet terugstroomt naar de kamers.

Slide 13 - Tekstslide

Hartslag
Drie stappen:
  1. boezems trekken samen 
  2. kamers trekken samen 
  3. hartpauze 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Maken van 8.3: 1 t/m 10 (weektaak).

Klaar? Kies uit:
  • Teken het hart na (overtrekken over laptopscherm) en benoem de onderdelen
  • Oefenen op biologiepagina.nl
  • Samenvatten van de leerdoelen


Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelencheck
Aan het einde van deze les kun je:
  • beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
  • de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
  • beschrijven hoe het hart klopt. 

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Afsluiter
Maak de volgende  "exit vragen":

Slide 19 - Tekstslide

Uit welke bestanddelen bestaat bloed?

Slide 20 - Open vraag

Vul de ontbrekende woorden in.
Een rode bloedcel vervoert ....1... in je bloed
Een bloedplaatjes helpt mee met het .....2.... van je bloed
A
1 = koolstofdioxide 2 = stollen
B
1 = zuurtof 2 = vervoeren
C
1 = zuurstof 2 = schoonmaken
D
1 = zuurstof 2 = stollen

Slide 21 - Quizvraag

rode bloedcel
witte bloedcel
bloedplaatje
Het bestrijden van ziekteverwekkers
Het laten stollen van bloed
Het transporteren van zuurstof

Slide 22 - Sleepvraag