oefenen met staatsinrichting

wat weet je al van socialisme?
1 / 26
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

wat weet je al van socialisme?

Slide 1 - Woordweb

Vrijheid
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Confessionelen

Slide 2 - Quizvraag


A
Liberalen
B
Progressief Liberalen
C
Confessionelen
D
Socialisten

Slide 3 - Quizvraag

Gelijkheid
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Confessionelen

Slide 4 - Quizvraag

Vrouwen gelijk aan mannen
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Confessionelen

Slide 5 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij?
A
Kerk
B
Geloof
C
Confessionelen
D
Socialisten

Slide 6 - Quizvraag

School met de bijbel oprichten
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Confessionelen

Slide 7 - Quizvraag

Deze groep wil algemeen kiesrecht
A
Socialisten
B
Liberalen
C
feministen
D
Confessionelen

Slide 8 - Quizvraag


A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Socialisten
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 9 - Quizvraag

Gelijke lonen voor iedereen
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Confessionelen

Slide 10 - Quizvraag

Vooral arbeiders stemmen hierop
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Feministen
D
Confessionelen

Slide 11 - Quizvraag

Welke zuilen waren er in begin 20e eeuw?
A
Socialisten, liberalen confessionelen ,anarchisten,
B
socialisten, protestanten, katholieken, confessionelen
C
anarchisten, katholieken, protestanten, liberalen
D
socialisten, liberalen, katholieken, protestanten

Slide 12 - Quizvraag

Welke politieke stroming streefde naar een normaal loon en goede werkomstandigheden?
A
Liberalen
B
Confessionelen
C
Conservatieven
D
Socialisten

Slide 13 - Quizvraag

De belangrijkste politieke groep in 1848 waren de ......?......
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen

Slide 14 - Quizvraag

Deze groep wil dat alleen rijke burgers stemmen
A
socialisten
B
Liberalen
C
confessionelen
D
Feministen

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin is FOUT?
A
Voor 1848 maakte de koning de wetten
B
Voor 1848 benoemde de koning de leden van de eerste kamer
C
Voor 1848 was er een eerste en een tweede kamer
D
Voor 1848 had de koning weinig macht

Slide 16 - Quizvraag

confessionalisme
feminisme
liberalisme
nationalisme
socialisme
Arbeiders
Vrije markteconomie
Vaderlandsliefde
Abraham Kuyper
Emancipatie tav mannen

Slide 17 - Sleepvraag

Thorbecke schreef een nieuwe grondwet in 1848
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Nederland is een koninkrijk sinds:
A
1848
B
1815

Slide 19 - Quizvraag

In de wereld zijn er verschillende staatsvormen. Zoek de begrippen op en verbind ze met de juiste betekenis.
Monarchie 
Democratie
republiek 
constitutionele monarchie 

een land met een gekozen president 
Een koning regeert
Het volk regeert
een koninkrijk met een grondwet 

Slide 20 - Sleepvraag

Alleen mensen die veel belasting betalen, mogen stemmen.
A
Actief kiesrecht
B
Passief kiesrecht
C
Algemeen kiesrecht
D
Censuskiesrecht

Slide 21 - Quizvraag

De grondwet van 1848 is een liberale grondwet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Parlement = volksvertegenwoordiging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Ministers zijn lid van...
A
alleen het kabinet
B
alleen het parlement
C
het kabinet én het parlement
D
het parlement en de regering

Slide 24 - Quizvraag

Welk woord weg?
A
Parlement
B
Tweede Kamer
C
Staten-Generaal
D
volksvertegenwoordiging

Slide 25 - Quizvraag

Een ander woord voor grondwet is:
A
Koning
B
Constitutie
C
Republiek
D
Parlement

Slide 26 - Quizvraag