19.11 3BL Unit 3 Lesson 2.2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Afspraken 

• Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  
• Je luistert en bent dus stil
  
• Je werkt mee
  
• Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  
• Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  
• Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is

• Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

18 November 2024

Miranda Kenneally - an American youth writer, singer &  she works for the State Department in Washington.

Lesson plan

• StudyGo
  
• Rewind
  
• Homework check
  
• Grammar: could / couldn't & 

have to / has to

• (home)Work!
  
• Looking back!
  

Aan het einde van deze les heb je:

1.  De woorden en zinnen uit Unit 3.1 en 3.2 geoefend
   
2. Je kunt voor jezelf inschatten hoe goed je de vocab unit 3 Lessen 1 + 2 beheerst.
3. Je weet waarom en hoe je 'have to' moet gebruiken.

Homework check

Leren:

Words + Phrases 3.2 page 170-172

Maken:

Exc. 13/14/15/18/19, page 107/108, page 110/111

Unit 3, Lesson 3.1, page 97

Words 3.2, page 107

1. Unit 3 Lesson 1+2, 

                                 page 170

StudyGo 

Tijdens het oefenen, onthoud de moeilijke woorden

My goal - our goals

1. De woorden en zinnen uit Unit 3.1 en 3.2 geoefend:

• Je hebt actief deelgenomen aan oefeningen om de nieuwe vocabulaire te leren.

• Schrijf op je blaadje zoveel mogelijk woorden uit de woordenlijst van unit 3 Lesson 1 op. Dit moeten woordenparen Engels-Nederlands zijn. 
• In totale stilte.
  
• Zonder boek.
  
• 3 minuten. 

2. BRAINDUMP

• Hoeveel woorden hebben jullie samen op weten te schrijven? (dubbele woorden tellen niet mee).
  
• Noteer jullie gezamenlijke score op je blaadje. 
  
  
• Gebruik je overlegstem. Ik hoor je, maar kan niet verstaan wat je zegt.
  
• 3 minuten
  
• Alle duo's vertellen hun score!

Met je schoudermaatje:

My goal - our goals

2. Je kunt voor jezelf inschatten hoe goed je de vocab unit 3 Lessen 1 + 2 beheerst:

• Je hebt zelfevaluaties uitgevoerd om je begrip en beheersing van de woorden te beoordelen.

3. Have to & don't have to

Please, take out your notebook and a pen.

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?

You have to do your homework.

She has to be on time for her exam.

I have to talk to you. 

Kijk maar:

• You have to do your homework.
  
• She has to be on time for her exam.
  
• I have to talk to you. 

Have to & has to (+ hele werkwoord)

• Have to of has to? -->
  Kijk naar het onderwerp! 

• Betekenis = moeten

• I/you/we/they --> HAVE TO + hele ww
• he/she/it --> HAS TO + hele ww

Neem over:

Unit 3 Relationships

 have to & don't have to

• Do: Exc. 17, page 109

Could you please give me your own examples using have to & don't have to?  

• Exc. 19, page 111
  

My goal - our goals

4. Je weet waarom en hoe je 'have to' moet gebruiken:

 

• Je begrijpt de grammaticale regels en contexten waarin 'have to' wordt gebruikt en kunt dit toepassen in je eigen zinnen.

Reflection

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Friday 22 November

Leren:

Words + Phrases 3.2 page 170-172

Maken:

Exc. 17/19, page 109-111 +

ChromeBook - Unit 3 - Lesson 2 - PractiseMore (Words + Phrases)