DISK Thema 3 woordenschat deel 2
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het meervoud van
de huisarts?
de huisarts?
A
de huisarten
B
de huisartsen
C
de huisartsts
D
de huisartsien
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Welke zin is goed?
A
De opdracht is ingewikkeld.
B
Ingewikkeld de opdracht is.
C
Is ingewikkeld de opdracht.
D
De opdracht ingewikkeld is.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk antwoord is goed?
A
Ik noter
B
Ik noteert
C
Ik noteren
D
Ik noteer
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Als je verzuim hebt, ben je vaak op school.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is het meervoud van
de beslissing
de beslissing
A
de beslisingen
B
de beslissingen
C
de beslissings
D
de beslingen
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het meervoud van de bezoeker?
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Welk antwoord is goed?
A
Hij belt op
B
Hij bellen op
C
Hij opbelt
D
Hij bel op
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Als de opdracht perfect is, heb je 0 fouten
A
goed
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Waar zie je een waarschuwing?
A
B
C
D
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Waar is de datum goed geschreven?
A
10 september 2001
B
september 10 2001
C
2001 september 10
D
september 2001 10
