Week 6 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Le programme:

* Introduction chapitre 5

* Bloc A: lire/écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* kun je een gesprek over het afgelopen weekend begrijpen.

* ben je bekend met woorden die te maken hebben met familie en vrije tijd.

Le programme:

* Introduction chapitre 5

* Bloc A: lire/écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* kun je een gesprek over het afgelopen weekend begrijpen.

* ben je bekend met woorden die te maken hebben met familie en vrije tijd.

Introduction chapitre 5

Doel van dit hoofdstuk: mensen en activiteiten kunnen omschrijven.

We leren een nieuwe werkwoordtijd: le passé composé (de voltooid tegenwoordige tijd). Bijvoorbeeld: ik heb gezwommen.

Het gaat ook over het uiterlijk van de 'Fransman'.

Wat vind jij: bestaat er een typische 'Fransman'?
(als je let op het uiterlijk)
Ja = 10, Nee = 0, of ga er tussen zitten

010

Hoe ziet een typische Fransman (of een Franse vrouw) er uit?

Hoe ziet de typische Nederlander er dan uit? Denk aan het uiterlijk van man en vrouw.

Les cheveux

Les yeux marron

bleu

noir

les lunettes

Ex. 2 (p. 10)

Au travail!

* Faites ex. 2 + 3 (p. 10/11)

* Temps: 7 minutes

* Prêt? Attendez svp! (wachten)

* Après: corriger

Ex. 2a

1. de haren

2. de ogen

3. blauw

4. zwart

5. de bril

6. (kastanje)bruin

Ex. 2b

1. les lunettes

2. les cheveux

3. les yeux

4. marron

5. bleu

6. noir

Ex. 3a

1. B

2. E

3. A

4. D

5. C

Ex. 3b

1. Je peux commençer?

2. Je peux téléphoner?

3. Je peux parler?

Le programme:

* Introduction chapitre 5

* Bloc A: lire/écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* kun je een gesprek over het afgelopen weekend begrijpen.

* ben je bekend met woorden die te maken hebben met familie en vrije tijd.

Ex. 4 (p. 12)

* Faites ex. 4

* Tip: linkerkolom = familie, middelste kolom = emoties, en rechterkolom = verjaardag

* 3 minutes, après on va corriger!

Corrigez!

Links: le frère, l'oncle, les parents et les cousins

Midden: horrible, nul, super, cool

Rechts: l'anniversaire, le cadeau, fêter, la fête

Bloc A: écouter/lire (p. 13)

- Waar zou de tekst over gaan? 

- Lire le texte (lees mee en luister goed)

- Faire ex. 5abc individuel

- Contrôler ex. 5abc

Ex. 5

Ex. 5a: B, D, E

Ex. 5bc: 

1. se téléphonent = ze zijn bij Jules

2. n'a pas aimé = super

3. ses copains = alleen familie

4. n'a pas eu = heeft het wel gekregen                    6. va = gaat niet

5. cassé = weg                                                                     7. Lyon = België 

Le programme:

* Introduction chapitre 5

* Bloc A: lire/écouter

* La fin

Aan het einde van de les:

* kun je een gesprek over het afgelopen weekend begrijpen.

* ben je bekend met woorden die te maken hebben met familie en vrije tijd.

La fin

Volgende les: 

L. Woorden H5a+b

M. Opdr. van A+B

Slim stampen A+B

Wat heb je nou geleerd van deze les? Wat wist je nog niet?