1. Ik kan het kastenstelsel uitleggen (namen van de lagen & kastelozen) en aangeven op welk begrip het kastenstelsel is gebaseerd, en hoe dit begrip doorwerkt in de maatschappij;
2. Ik kan uitleggen wie Gandhi is, wat hij verkondigde (o.a. de begrippen ‘ahimsa’ en ‘harijans’), en kunnen verwoorden welke betekenis zijn leven heeft gehad voor mensen.
kunnen aangeven hoe het kastenstelsel vandaag de dag gehanteerd wordt.