In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
GOALS
By the end of this lesson, you :
You know the rules about the position of adverbs in a sentence
You can write in the correct place in a sentence
Grammar:
Word orde: Position of adverbs p.257
Slide 2 - Tekstslide
In today’s lesson
Presentation
Recap
goals
Grammar
Classwork
Exit ticket
Homework
Next time
End of the lesson
Slide 3 - Tekstslide
Word Order
Adjectives of Time, Place, Manner & Frequency
Slide 4 - Tekstslide
Tijd (wanneer) kan ook aan het begin van de zin: voor extra nadruk.
Slide 5 - Tekstslide
Adverbs of place & time
Waar? Adverbs of place and time komen altijd achteraan in de zin.
Eerst de plaats en dan de tijd:
We are going to swim in the lake tomorrow.
My parents are in Nijmegentoday.
I am seeing Pink's new concert at the Ziggo Domein July.
Slide 6 - Tekstslide
Maar:
Als het extra belangrijk is om te vermelden wanneer iets gebeurde dan zet je de verwijzing naar tijd helemaal vooraan in de zin:
In July, we are seeing Pink's new concert in the Ziggo Dome.
On Sunday, the minister announced that schools would be closed for three weeks.
Slide 7 - Tekstslide
Shall we meet at 4pm on Monday?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Adverbs of frequency
Geven aan hoe vaak iets gebeurd.
Waar? Voor het hoofdwerkwoord
We always start the day with breakfast.
Slide 10 - Tekstslide
Maar:
Als er am/are/is/was/were in de zin staat komt de adverb of frequency erachter.
He isalways late.
We areusually on time.
Slide 11 - Tekstslide
Adverbs of manner
Geven aan hoe iets gebeurd.
Hoe? Bijvoegelijk naamwoord + ly (meestal)
Waar? Voor het bijvoegelijk naamwoord,bijwoord of hoofdwerkwoord.
That is a very nice guy.
He reads reallyquickly.
He awkwardlysat next to each other.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht:
Zet bij de volgende opdracht alle woorden in de juiste volgorde om een goede zin te maken. Zorg dat je elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.
Veel succes!
Slide 13 - Tekstslide
in the garden / Peter / yesterday / worked
Slide 14 - Open vraag
always / I / visit/ my grandmother / on Fridays /
Slide 15 - Open vraag
this weekend / to go / do you want / to the cinema / ?
Slide 16 - Open vraag
is / my brother / mostly / out in the sun
Slide 17 - Open vraag
my parents / next week / won't go / probably / to work
Slide 18 - Open vraag
always / in the weekend / watches TV / my little brother
Slide 19 - Open vraag
Classwork
What : Do Lesson 5 writing : Ex 7, 8, 9 p.228-226
How: Individually and in pair
Time: 20 min
Help : First try it out, then ask teacher.
Results: will be checked
Finished: Learn words DIY via wrts/allright online
timer
10:00
Slide 20 - Tekstslide
Exit ticket: 1. Wat heb je geleerd vandaag? 2. Wat vond je leuk/niet leuk aan de les 3. Wat vond je nuttig aan de les?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
GOALS
By the end of this lesson, you :
You know the rules about the position of adverbs in a sentence