Hoofdstuk 2: Verzekeringen

Hoofdstuk 2: 
Verzekeringen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: 
Verzekeringen

Slide 1 - Tekstslide

Verzekeringen

Slide 2 - Woordweb

Je zit met je ma of pa in de wagen. 
Tegenlicht op de weg met de wagen, je belandt in de sloot. 
Geen gewonden, auto gehavend, 7 000 EUR herstelkost. 

Slide 3 - Tekstslide

Druk op de skipiste, je bent nog niet zo bedreven op je snowboard. Je breekt je been. Je moet naar huis gebracht worden. Je wordt 2 keer geopereerd.

Slide 4 - Tekstslide

Je helpt mee bij de organisatie van een fuif. Op de avond zelf laat je een bak cola op je voet vallen. 

Slide 5 - Tekstslide


Je neefjes spelen met water in de tuin. 
Ze lopen het huis in en  in de hevigheid van het spel krijgt 
je werkcomputer de volle laag. 
Hij is compleet naar de vaantjes …

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Familiale verzekering
Hospitalisatieverzekering
Brandverzekering
Rechtsbijstandverzekering
Ziek worden
Blikseminslag in je huis
Botsing met een andere fietser
Risico tot dagvaarding
Verwonding door bijtende hond
Stormschade

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

1. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

Slide 10 - Tekstslide

Je dient aan de ene kant                                                         te dragen. Dit kun je doen door op voorhand in te schatten voor welke risico's je een verzekering moet afstuiten. Het gaat dan om het aanspreken van je geweten en het nemen van (morele)
Aan de andere kant heb je de (wettelijke)
waarbij je achteraf aangesproken kunt worden voor de schade die er geleden is. 
verantwoordelijkheid
aansprakelijkheid

Slide 11 - Sleepvraag

2. De verzekeringsovereenkomst 

Slide 12 - Tekstslide

Een verzekering is een overeenkomst waarbij de
zich ertoe verbindt de                                     
tegen betaling van een afgesproken bedrag, nl de
de schade te vergoeden. De verzekerde zelf kan schade lijden, maar hij kan ook schade toebrengen aan een
In dit geval is niet de verzekeringsnemer de
maar wel de persoon die schade heeft geleden. 
De afspraken die de verzekeraar en de verzekeringsnemer maken, worden vastgelegd in een  
verzekeraar
verzekeringsnemer
premie
derde
bugunstigde
polis

Slide 13 - Sleepvraag

Welke zijn de verplichte verzekeringen?
Wettelijk verplicht
Contractueel verplicht
Aangeraden
autoverzekering
familiale verzekering
brandverzekering
schuldsaldoverzekering
hospitalisatieverzekering
pensioensparen
reisbijstand
motorrijtuigen (speedpedelec - brommer)

Slide 14 - Sleepvraag

3. De schadeaangifte

Slide 15 - Tekstslide

Verzekeringsdocumenten

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

4. De schadevergoeding

Slide 18 - Tekstslide

Je bent 18 jaar, je hebt je rijbewijs gehaald. Je krijgt een auto! Is het een slim idee om de verzekeringspolis op de naam van jouw ouders te zetten?
JA
NEE

Slide 19 - Poll

NEE!
Het is logisch dat iemand met meer rijervaring een lagere premie zal moeten betalen (een beginnende bestuurder heeft meer kans op een ongeval). Wat er wel moet gebeuren, is jou opnemen als medebestuurder in de polis. 

Slide 20 - Tekstslide

Welke criteria spelen een rol bij het bepalen van je premie? 
Geen 
Wel
Leeftijd
Geslacht
Woonplaats
Merk vd auto
Bouwjaar
vermogen
aantal jaar rijervaring
aantal ongevallen

Slide 21 - Sleepvraag

Help, een ongeval! Zijn volgende situaties gedekt door de bestuurdersverzekering?
1. Ik heb te veel gedronken op een fuif en bots tegen een boom, ik heb ernstige letsels opgelopen.
A
Wel
B
Niet

Slide 22 - Quizvraag

2. Door onoplettendheid zie ik niet dat ik in een voorrangsweg rij en bots tegen een andere auto, mijn lichamelijke schade is groot
A
Wel
B
Niet

Slide 23 - Quizvraag

3. Ik ben niet naar de keuring geweest, ik word aangereden door een spookrijder.
A
Wel
B
Niet

Slide 24 - Quizvraag

4. Ik rij tegen een stilstaande vrachtwagen en loop ernstige verwondingen op.
A
Wel
B
Niet

Slide 25 - Quizvraag

Je hebt een verzekering afgesloten en de vaste vrijstelling bedraagt 350 euro. Er is een schadegeval
en de schade loopt op tot 1 350 euro.
Hoeveel zal de verzekeraar jou moeten betalen?
A
1350 euro
B
1000 euro
C
350 euro
D
0 euro

Slide 26 - Quizvraag