Past Simple / Present Perfect

Past Simple
Past Simple (de verleden tijd)
Dit is één van de meest gebruikte tijden in het Engels, omdat je hiermee aangeeft wat je (bijvoorbeeld gisteren) deed, zag, at, rook, hoorde, vertelde enzovoort.

Hier is een eenvoudige grammatica regel voor, maar... er zijn veel uitzonderingen ☺
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Past Simple
Past Simple (de verleden tijd)
Dit is één van de meest gebruikte tijden in het Engels, omdat je hiermee aangeeft wat je (bijvoorbeeld gisteren) deed, zag, at, rook, hoorde, vertelde enzovoort.

Hier is een eenvoudige grammatica regel voor, maar... er zijn veel uitzonderingen ☺

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple / Wanneer?
Wanneer gebruik je de Past Simple?
Als je wilt aangeven wanneer iets gebeurd is, de actie is toen ook gestopt.

Er zit heel vaak een 'bepaling van verleden tijd' in de zin
bijvoorbeeld: yesterday, last week, last month etc

Slide 2 - Tekstslide

Bij welke twee antwoorden zie je een bepaling van verleden tijd?
A
last year
B
tomorrow
C
next week
D
a minute ago

Slide 3 - Quizvraag

Nog een keer; welke twee antwoorden zijn een bepaling van verleden tijd?
A
within a month
B
yesterday
C
last summer holiday
D
tonight

Slide 4 - Quizvraag

Past Simple / Hoe?
Je weet nu wanneer je de Past Simple moet gebruiken (in een zin met een bepaling van verleden tijd) maar HOE maak je de Past Simple?
Bij regelmatige werkwoorden (= werkwoorden die de regels volgen) is de regel:

werkwoord + ed

Slide 5 - Tekstslide

Emily and I _____ to the zoo yesterday.
A
went
B
go
C
was going
D
goed

Slide 6 - Quizvraag

Anna and Charles ______
a game last week.
A
play
B
played
C
did play
D
were playing

Slide 7 - Quizvraag

_____ you ____ the new David Attenborough last night on Netflix?
A
do / watch
B
did / watched
C
did / watch
D
were / watching

Slide 8 - Quizvraag

Kim _______ back
to a haunted house ever again.
A
don't / go
B
don't / went
C
didn't go
D
didn't went

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

oefenen!
Klik op de volgende slide op de link naar de website:
alles voor Engels.
Klik bovenin op het tabblad 'grammatica'. Scroll naar beneden naar de 'P' en druk op Past Simple. Dan klik je op 'regelmatige werkwoorden' en maak je een paar oefeningen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Past simple 
Past simple: -ed + verb (werkwoord)
I played tennis last night

Vraag zin in de verleden tijd:
Did you play tennis?
Ontkenning in de verleden tijd:
I did not play tennis 

Slide 13 - Tekstslide

Past simple
Regelmatig: 
ww + ed

Onregelmatig: 
2e rijtje

Signaalwoorden:
last year, two months ago, yesterday, in 2020 etc. 

Slide 14 - Tekstslide

play
played
walk
walked
visit
visited
go
went
drive
drove
teach
taught
Regular verbs
get an ed after the whole verb in the past tense
Irregular verbs have their own form. You will need to memorize these.

Slide 15 - Tekstslide

Past Simple - Regular Verbs
After a regular verb you put '-ed'

I walk -> I walked
He walks -> He walked
They walk -> They walked

Slide 16 - Tekstslide

Past Simple irregular verbs
I went to the zoo
Did I go to the zoo?
I didn't go to the zoo.

Dezelfde regels als bij regelmatige werkwoorden. Alleen bij bevestigende zinnen moet je dus opletten!

Slide 17 - Tekstslide

Past Simple - Irregular verbs

Slide 18 - Tekstslide

Past simple & present perfect

Slide 19 - Tekstslide

Present perfect
Regelmatig: 
have/has + ww + ed

Onregelmatig: 
have/has + 3e rijtje

Signaalwoorden: FYNE JAS
for, yet, never, ever, just, already & since

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

1. I ___________ (never/meet) my grandparents.

Slide 22 - Open vraag

2. We ________ (eat) sushi last night.

Slide 23 - Open vraag

4. My sister _________ (live) in Breda since 2018.

Slide 24 - Open vraag

3. My mother ________ (work/not) yesterday.

Slide 25 - Open vraag

I
tired
am
always

Slide 26 - Sleepvraag

to New York
are going
this summer
we

Slide 27 - Sleepvraag

to Amsterdam
never
been
Sam
has

Slide 28 - Sleepvraag

to school
she
going
not
tomorrow
is

Slide 29 - Sleepvraag

17. to sell - sold - sold - ?

Slide 30 - Open vraag

18. to be - was/were - ? - zijn/worden

Slide 31 - Open vraag

19. to know - ? - known - kennen

Slide 32 - Open vraag

20. ? - broke - broken - breken

Slide 33 - Open vraag

Ga nu online aan de slag met hst 2

Slide 34 - Tekstslide