Paragraaf 7 Nederland: toegangspoort van Europa
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van deze 'gunstige ligging'.
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Noem een manier waarop producten kunnen worden doorgevoerd naar het achterland.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Slide 8 - Tekstslide
Waarom vestigen veel buitenlandse bedrijven zich in Nederland?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Dit is het gebied dat voor de aanvoer en afvoer van goederen een haven nodig heeft.
Slide 19 - Open vraag
Wat zijn 2 belangrijke rivieren voor de transport van goederen?
A
Maas en IJssel
B
Rijn en Berkel
C
Rijn en Maas
D
Maas en Waal
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noem je de redenen voor een bedrijf om zich op een bepaalde plaats te vestigen?
Slide 21 - Open vraag
Wat hoort niet bij de gunstige ligging van Nederland?
A
ligging aan de rand van Europa
B
ligging aan monding grote rivieren
C
ligging aan zee
D
ligging aan de Waddenzee
Slide 22 - Quizvraag
Noem een manier van transport om goederen vanaf de haven van Rotterdam naar het achterland te vervoeren.
Slide 23 - Open vraag
Wat is het belangrijkste achterland van Nederland?
A
Duitse Rurhgebied
B
Italië
C
België
D
Alpen in Frankrijk
Slide 24 - Quizvraag
'De Nederlandse bevolking is matig opgeleid en spreekt maar weinig talen'
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quizvraag
'Nederland heeft voor buitenlandse bedrijven lage belastingen'
A
goed
B
fout
