13-9

1F
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1F

Slide 1 - Tekstslide

Practise words

- Go to Learnbeat
- Woordjes
- Klik op Engels
- Oefen de woordjes van Unit 1

Slide 2 - Tekstslide

Today
- Goals

- Link your account - Learnbeat

- Remembering last year

- Study words



Slide 3 - Tekstslide

Lesson goals

  • I know how to use the present simple

Slide 4 - Tekstslide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
we praten
jullie schrijven
zij studeren

we talk
you write
they study

Slide 5 - Tekstslide

Present Simple = Tegenwoordige Tijd
ik fiets
jij loopt
hij eet
zij bevriest
het draagt
I cycle
you walk
he eatS
she freezES
it carrIES

Slide 6 - Tekstslide

SHIT
She
He
IT
bij He/She/IT 

werkwoord
werkwoord eindigend op S-klank
werkwoord eindigend op medeklinker Y
-S
-ES
-IES

Slide 7 - Tekstslide

-y -S of -IES?
Als een werkwoord eindigt op medeklinker -y
carry
study
hurry
cry
carrIES
studIES
hurrIES
crIES
Als een werkwoord eindigt op een klinker -y
play
buy
playS
buyS

Slide 8 - Tekstslide

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 9 - Quizvraag

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 10 - Quizvraag

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 11 - Quizvraag

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 12 - Quizvraag

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 13 - Quizvraag

Bij :
he/she/it
komt er achter het werkwoord
- s
- es
- ies
Bij :
1 mens/ dier of ding komt er 
achter het werkwoord
- s
- es
- ies

Slide 14 - Tekstslide

Eat
A
s
B
es
C
ies

Slide 15 - Quizvraag

Drink
A
s
B
es
C
ies

Slide 16 - Quizvraag

Fly
A
s
B
es
C
ies

Slide 17 - Quizvraag

search
A
s
B
es
C
ies

Slide 18 - Quizvraag

(to walk) present simple
He ....... in the park.

Slide 19 - Open vraag

(to teach) present simple
She ..... English.

Slide 20 - Open vraag

(to cry) present simple
The baby ..... .

Slide 21 - Open vraag

Present Simple: + / - / ?

Slide 22 - Tekstslide

Make the present simple - negative.
John .......... French. (not speak)

Slide 23 - Open vraag

Present Simple & negative (-)
You (not / like) ___________ chocolate.

Slide 24 - Open vraag

Make the present simple negative
The bank ........ at 5:30 pm. (not close)

Slide 25 - Open vraag

Questions?
QUESTIONS in the present simple

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Make the present simple question
The bank closes at 5:30 pm.

Slide 28 - Open vraag

Make the present simple question
I enjoy playing the piano.

Slide 29 - Open vraag

Exercises
- Open Learnbeat

- Go to: Studieplanner

- Do the exercises I've selected

Slide 30 - Tekstslide