Interactieve presentatie Growie-Fixie

Kun je slimmer worden?
Waarom wel/niet?
1 / 39
volgende
Slide 1: Woordweb
MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kun je slimmer worden?
Waarom wel/niet?

Slide 1 - Woordweb

De les begint met twee open vragen, zonder te benoemen dat het over Growie/Fixie zal gaan. Dit is puur om interesse te wekken naar het onderwerp.
Kun je overal beter in worden?
Waarom wel/niet?

Slide 2 - Woordweb

De leerkracht laat de leerlingen antwoorden en overloopt ondertussen op het bord te antwoorden die tevoorschijn komen in de vorm van een woordweb. Dit moet niet lang duren, is ter opwarming.

Slide 3 - Tekstslide

De leerlingen gaan nu zelf, aan de hand van een vouwopdracht, ervaren met welke mindset ze te werk zijn gegaan. Ze krijgen elk een A4-blaadje en dienen volgens video een zonnebril te vouwen. Nadruk ligt hier op het proces en niet het resultaat. 


Zonnebril vouwen

Pak een leeg A4'tje en doe mee 
met het filmpje op de volgende slide.


Slide 4 - Tekstslide

Lk zorgt dat alle leerlingen een leeg A4'tje voor zich hebben.
0

Slide 5 - Video

Lk speelt het filmpje af.
Welk gevoel kreeg jij bij deze opdracht?
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

De leerlingen dienen aan te geven hoe zij zich voelden tijdens het vouwen, ter zelfreflectie. Daarna volgt een diagram met het resultaat van alle antwoorden uit de klas. Dit kan interessant zijn om een overzicht te geven van hoe iedereen deze ervaring heeft beleefd.
Welke gedachten kreeg
je tijdens het vouwen?

Slide 7 - Woordweb

Leerlingen dienen te verwoorden wat er in hen opkwam tijdens het vouwen. Ging het te snel? Was het te moeilijk? Ging het vlotjes?...
Welke gedachten zorgen ervoor
dat je beter je best gaat doen?

Slide 8 - Woordweb

Antwoorden komen tevoorschijn in vorm van woordenweb.
Welke gedachten zorgen ervoor
dat je minder je best gaat doen?

Slide 9 - Woordweb

Antwoorden komen tevoorschijn in vorm van woordenweb.
Het is de manier waarop personen denken over zichzelf, hun intelligentie en kwaliteiten. Het bepaalt hoe je denkt over doorzetten,
fouten durven maken, tegenslag en kritiek van anderen.
Wat is dat?

Slide 10 - Tekstslide

Leerkracht legt uit dat hetgene wat de leerlingen net antwoorden heeft te maken met hun mindset. Ze geeft een definitie en ligt verder kort toe. 

Slide 11 - Tekstslide

Lk legt uit dat je op twee verschillende soorten manieren kan denken.   

Carol Dweck is een Amerikaanse wetenschapper die heel veel onderzoek heeft gedaan op dit gebied. 

Je hebt een groei mindset en een statische mindset. Lk overloopt de kenmerken ervan.
Kinderen met een vaste mindset geloven dat hun persoonlijke eigenschappen vaststaan. Je bent met een bepaalde hoeveelheid intelligentie en kwaliteiten geboren en hiermee zul je het de rest van je leven moeten doen. Kinderen met een groeimindset daarentegen geloven dat ze zichzelf steeds kunnen blijven verbeteren en ontwikkelen. Je talenten zijn slechts het startpunt en je kunt steeds blijven groeien door hard te werken en ervaring op te doen. 
Mensen met een groeiende mindset doen er alles voor om te leren wat ze willen leren.

Slide 12 - Tekstslide

Lk legt uit dat je houding invloed heeft op je ontwikkeling.
Het aannemen van een growth mindset helpt je namelijk om ergens beter in te worden.


Hoe werkt 
je brein?

Slide 13 - Tekstslide

Lk legt kort uit hoe hersenen werken: 

Hersenen zijn plastisch en kunnen sterker worden, net als spieren. Hoe meer je oefent om iets te kunnen, hoe sneller en beter je het kunt. Het leren praten is daar een goed voorbeeld van: dat heb je ook niet in één keer geleerd, maar je hebt er hard voor geoefend. Wanneer je iets nieuws leert, maken hersencellen nieuwe verbindingen met elkaar en geven ze informatie door. Hoe meer je oefent, hoe sterker die verbindingen worden. Na verloop van tijd heb je een sterke verbinding en beheers je iets nieuws heel goed. Ook het maken van fouten helpt: door middel van chemische stofjes zoeken je hersencellen naar andere manieren om iets op te lossen. Ze blijven zoeken, waardoor je hersenen hard worden getraind. Dus, hoe zorg je ervoor dat je hersenen sterker worden? Door veel nieuwe en uitdagende dingen te leren, te experimenteren, fouten te durven maken, veel te oefenen en altijd nieuwsgierig te blijven.

Slide 14 - Video

De leraar toont een video over de groeiende en statische mindset. De leerlingen dienen straks te beantwoorden wat ze uit dit fragment hebben onthouden.
Wat onthoud jij uit het filmpje?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Gedachten


*  Fixed (statische) mindset
* Growth (groei) mindset

Slide 16 - Tekstslide


Lk vat filmpje samen: 

Leerlingen komen tijdens het leren veel uitdagingen tegen. Een growth mindset helpt hen om bezig te zijn met het proces van leren. Hierdoor gaan ze makkelijker moeilijke uitdagingen aan, geven ze minder snel op en leren ze meer van fouten. Leerlingen met een fixed mindset tijdens het leren zijn meer gericht op het resultaat. Daarom hebben ze in het algemeen meer negatieve emoties  als het leren niet lukt, leren ze minder van fouten en geven ze sneller op.

Slide 17 - Tekstslide

Lk legt hier link met de twee robot-figuurtjes die we kennen van in de klas. Ze hangen namelijk op het bord. De rode noemt Fixie, blauwe heet Growie. Ze kan mss eerst vragen aan de klas of er leerlingen zijn die de termen fixed en growth herkennen? Er kunnen leerlingen zijn die al direct verwijzen naar de twee robots?

Lk vertelt waar de les over gaat :
de leerling ...
Kan het verschil tussen een growth en fixed mindset uitleggen.
Leert welke gedachten ervoor zorgen dat je beter je best gaat doen.
Leert welke gedachten ervoor zorgen dat je minder je best gaat doen.
Herkent hoe een growth/fixed mindset terugkomt in zijn/haar dagelijks leven.


Maak tweetallen

Bespreek in welke situatie jij 
een GROWIE en FIXIE bent.. 
Bijvoorbeeld met rekenen, voetbal, koken . . .
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

  • Lk laat de leerlingen tweetallen maken.
  • Lk leest de opdracht voor en start de timer.
Een growth of fixed mindset kan op verschillende vlakken terugkomen. Vaak zien we dat leerlingen bij bepaalde vakken het idee hebben dat ze daar nooit beter in zullen worden (en daarin worden ze vaak bevestigd door anderen). Ook op andere vlakken in het leven kan de growth- of fixed mindset terugkomen. Tijdens deze opdracht is het leuk om ook een voorbeeld uit je eigen leven te vertellen.

Waar herkende jij de
growth/groei mindset bij jezelf?

Slide 19 - Open vraag


Bij deze vraag gaat het enkel om het bewust worden van je eigen mindset op verschillende vlakken. Er is dus geen 'fout' of 'goed'. 

Waar herkende jij de
fixed/statische mindset bij jezelf?

Slide 20 - Open vraag


Bij deze vraag gaat het enkel om het bewust worden van je eigen mindset op verschillende vlakken. Er is dus geen 'fout' of 'goed'. 
Quiz: Beantwoord de vragen op het werkblad.

Slide 21 - Tekstslide

Nadat de leerlingen specifieke gebeurtenissen hebben benoemd waarbij ze Growie of Fixie waren, nemen we nu een breder perspectief op mindset. Dit is bedoeld om het verschil tussen een growth mindset en een fixed mindset uit te leggen. Ze krijgen twee blaadjes met elk zes vragen. Ze duiden hun antwoorden aan en tellen daarna op hoeveel antwoorden van Growie zijn en hoeveel van Fixie.

De antwoorden worden op de blaadjes geschreven en niet op het bord getoond, net zoals bij alle vorige vragen, omdat dit heel persoonlijk is en gevoelig kan liggen. De leraar zorgt ervoor dat de leerlingen kaften tussen hen leggen, zodat iedereen een eerlijk en privé antwoord kan geven.

Na de laatste vraag krijgen de lln de kans om te controleren en tellen hoeveel G's (Growie) en F's (Fixie) ze in totaal hebben.
Fixed mindset
(Vaste mindset)

- Vermijden van uitdagingen
- Opgeven bij tegenslag
- Inspanning is nutteloos
- Negeren van kritiek
- Succes van andere is lastig
Growth mindset
(Groei mindset)

- Aangaan van uitdagingen
- Volhouden bij tegenslag
- Openstaan voor kritiek
- Geïnspireerd raken door leren van anderen

Slide 22 - Tekstslide

Lk vat kort samen wat de kenmerken zijn.

Slide 23 - Tekstslide

De leraar legt uit dat je mindset bepaalt hoe succesvol je bent in iets. Hij/zij toont aan dat succes met veel verschillende aspecten samenhangt en bespreekt deze aspecten.

Slide 24 - Tekstslide

Lk vraagt lln om te vertellen wat er wordt getoond. Wat verstaan zij van deze afbeeldingen? Ze mogen dit per duo eerst bespreken. 

Slide 25 - Tekstslide

Lk legt link met Leerkuil en vertelt over de verschillende fases. 
Je staat voor een uitdaging

Slide 26 - Tekstslide

In de Leerkuil sta je eerst linksboven voor een uitdaging of doel. Misschien weet je nog helemaal niet dat je een kuil in zal glijden en verwacht je dat je ‘wel eventjes naar de overkant springt’. Maar al gauw blijkt de taak toch wat lastiger dan je denkt en krijg je gedachtes als ‘Dit is toch wel erg lastig’, ‘Dit is te moeilijk voor mij’ of ‘Ik ben hier echt slecht in’. 


Je glijdt de leerkuil in

Slide 27 - Tekstslide

Het gaat niet meteen zoals je voor ogen had en zo glij je de Leerkuil in. Dit kan zowel positieve als negatieve gevoelens oproepen.
In de leerkuil kom je het muurtje tegen

Slide 28 - Tekstslide

Onderin de kuil staat een muurtje. Deze staat symbool voor een cruciaal moment in je leerproces: kies je ervoor om deze muur af te breken en door te zetten, of kies je ervoor om dit niet te doen? Uiteraard is het een legitieme keuze om op dit moment te kiezen om te stoppen met je uitdaging en terug te klimmen naar je beginpunt. Of je gaat even tegen het muurtje zitten om even uit te rusten en te wennen aan het idee van de uitdaging.
Hoe breek jij het muurtje af?

Slide 29 - Tekstslide

Wanneer je wel besluit om het muurtje af te breken, dan is het verstandig om na te denken HOE je dat gaat doen: welk gereedschap heb jij al in je symbolische gereedschapskoffer dat je kunt gebruiken om de taak te doen slagen? Je kunt hierbij denken aan strategieën op taakniveau, zoals ‘beginnen bij het begin’, ‘om hulp vragen’ of ‘opnieuw beginnen’. Maar ook aan het gebruiken van helpende gedachtes en groeitaal: “Ik ga mijn best doen”, “Alle begin is moeilijk, ik zet door” of “Ik kies handige strategieën, dus ik vertrouw op mezelf dat ik er ga komen”. Je probeert je emoties te managen op dat moment om je doel te kunnen bereiken. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je breekt het muurtje op je eigen tempo af

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je klimt omhoog de leerkuil uit. Wat heeft je geholpen?

Slide 32 - Tekstslide

Zo klim je, langzaam of snel, de Leerkuil uit. Op een gegeven moment merk je: ik ben er! Dit is het moment om je prestatie te vieren en terug te kijken naar de kuil: wat heeft me hier nu het meest geholpen? Welke woorden zei ik tegen mezelf toen ik de kuil in gleed en waren deze reëel? Welke taal hielp me juist naar boven? Wat neem ik mee naar een volgende Leerkuil?

Een leerproces is eigenlijk een aaneenschakeling van meerdere leerkuilen. Op het moment dat je bijvoorbeeld een deelvaardigheid bereikt, kom je vanzelf voor een volgende uitdaging te staan. Leerkuilen kunnen ook ondieper worden naarmate je ergens beter in wordt. Je ervaring zorgt ervoor dat je de kuil gemakkelijker door komt: je weet welke strategieën werken in bepaalde leersituaties en je krijgt meer grip op je gedachten en emoties die tegenkomt in het leerproces. De Leerkuil geeft je dus vele handvatten om inzicht te krijgen in welke situatie je je bevindt en hoe je je kunt gedragen om je doel te bereiken.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer heb jij voor het laatst in de leerkuil gezeten?

Slide 34 - Open vraag

Lln dienen na te denken over een eigen ervaring. Illustreren aan de hand van een voorbeeld. 
Hoe voel je je als je in de leerkuil zit?

Slide 35 - Woordweb

Lk polst naar hun gevoel. Overloopt de antwoorden die tevoorschijn komen in de vorm van een woordweb.
Wat heb jij gedaan toen je in de leerkuil zat, om er uit te komen?

Slide 36 - Open vraag

Lk polst naar acties van leerlingen om uit de leerkuil te geraken. Zo test zij ook ineens of de leerlingen hebben begrepen wat ze hebben geleerd tijdens de les.

Slide 37 - Tekstslide

Lk introduceert en overloopt de Growie-truc om ervoor te zorgen dat lln uit de leerkuil geraken. 

Slide 38 - Tekstslide

Lk geeft nog wat extra tips.

Slide 39 - Tekstslide

Dit wordt ook uitgedeeld aan de leerlingen. Toont de flow aan een vaste naar een super groei-mindset.

Ter evaluatie krijgen de leerlingen een werkblaadje met een schema erop. Ze dienen verschillende stellingen te knippen en plakken onder Growie en Fixie.