Disk thema 9 - Technologie - introductie - start - bronnen
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Technologie in je eigen taal
Slide 2 - Woordweb
Technologie
Waar denk je aan?
Waar denk je aan?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat voor uitvindingen ken je van de afgelopen 100 jaar?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Wat kunnen we
in de toekomst?
in de toekomst?
Slide 13 - Woordweb
Wat voor uitvinding
wil jij dat er komt?
wil jij dat er komt?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Link
Waar zijn de jongens en het meisje?
A
in huis
B
in de dierenwinkel
C
in de telefoonwinkel
Slide 16 - Quizvraag
Het meisje heeft een echte kat.
A
niet waar
B
waar
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Het hotel op de maan is gezellig.
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
De reis duurt twee dagen.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quizvraag
Je betaalt 200.000 euro voor de reis en het hotel.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Er is geld om het hotel te bouwen.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Het maanhotel ziet er gezellig uit.
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Het hotel op de maan is al gebouwd.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
De reis kost 200.000 euro. Je moet extra betalen voor het hotel.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Reizigers naar de maan kiezen voor een gezellige sfeer.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Het hotel op de maan kan gebouwd worden als er genoeg geld is.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Een kortere ruimtereis is goedkoper dan een reis van twee weken naar de maan.
A
waar
B
niet waar
