Rekenen met tijd

Rekenen met tijd

WELKOM!
Domein: meten en meetkunde

Lesdoel: Je kan berekeningen
maken met tijden en tijdsduur in complexere toepassingssituaties
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Rekenen met tijd

WELKOM!
Domein: meten en meetkunde

Lesdoel: Je kan berekeningen
maken met tijden en tijdsduur in complexere toepassingssituaties

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen?
  • omzetten analoog naar digitale (en andersom)
  • rekenen met tijdzones
  • rekenen met tijdseenheden (sec, uren, enz.)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaat het met rekenen bij jou?
A
B
C

Slide 3 - Quizvraag

Eerst de eenheden van tijd herhalen

Slide 4 - Tekstslide

1

Slide 5 - Video

00:24
Hoeveel maanden heeft een kwartaal?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Eenheden van tijd
1 millennium = 1 000 jaren
1 eeuw        = 100 jaren
1 jaar         = 4 kwartalen
1 jaar         = 12 maanden
1 jaar         = 52 weken
1 jaar         = 365 of 366 dagen
1 kwartaal   = 3 maanden
1 kwartaal   = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 dag = 1 etmaal
1 uur = 60 minuten
1 uur = 4 kwartieren
1 kwartier = 15 minuten
1 minuut = 60 seconden

Slide 7 - Tekstslide


5,4 uur =
A
5 uur en 40 minuten
B
5 uur en 4 minuten
C
5 uur en 25 minuten
D
5 uur en 24 minuten

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kom je aan het antwoord?

Slide 9 - Tekstslide


5,67 uur = 5 uur,
A
60 minuten en 7 seconden
B
40 minuten en 12 seconden
C
16 minuten en 5 seconden
D
67 minuten en 0 seconde

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kom je aan het antwoord?

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel uren en minuten zitten er in 4,75 uur?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel uren en minuten zitten er in 8,66 uur?

Slide 13 - Open vraag

Hoeveel uren en minuten zitten er in 7,4 uur?

Slide 14 - Open vraag

Waar sta je nu met het rekenen met tijd?
A
B
C

Slide 15 - Quizvraag