Havo 4/VWO 4 - de Reformatie

Ga zitten op je plek
- Laat het briefje met rust, dat heb je straks nodig
- leg je boeken, je schrift en een pen op tafel.
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga zitten op je plek
- Laat het briefje met rust, dat heb je straks nodig
- leg je boeken, je schrift en een pen op tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

graag zitten volgens plattegrond

Slide 3 - Tekstslide

 in de les

- 10 minuten uitleg zonder vragen en opmerkingen
(vragen stellen
- 10 minuten stil werken
- 20 minuten (werken met overleg) 

Op je naamkaartje schrijf je straks wat je moet onthouden over de reformatie, dat briefje lever je ook in.
Planning
Deze week
Maandag:  reformatie
Donderdag: 80-jarige oorlog 

Maandag 29 januari
herhaling / oefenen/ vragen stellen

Donderdag 1 februari
Toets Hoofdstuk 4 en 5
Weging 1 keer

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen vorige les

  1. Het veranderd mens en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een wetenschappelijke belangstelling.
  2. De hernieuwde oriëntatie op de klassieke oudheid

Planning
vandaag
3) ontdekkingsreizen




Slide 5 - Tekstslide

5.3 De Reformatie
Periode 1
Week 2
Les 1
Introductie
4 HAVO 

Slide 6 - Tekstslide

Programma vandaag

1. Korte theorie met meeschrijven (10 minuten met timer)
2. Aan de slag met vragen maken. (10 minuten stil)
3. zelf verder werken met overleg.
4. Korte kennischeck (5 min)
Programma tot de toets

Deze les: reformatie
Donderdag: de Nederlandse opstand

Volgende week: 
Toets hoofdstuk 4 en 5

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerkend aspect 22
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

Slide 8 - Tekstslide

(Rooms-)Katholieke kerk (1)
Kenmerken:

Het katholieke geloof was heel belangrijk in de Middeleeuwen.

Kenmerken:
  • Leider van de kerk=   de Paus in Rome (daarom: Rooms-Katholieke Kerk)
  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht
  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 9 - Tekstslide

Katholieke kerk (2) Kenmerken:)

  • Er staan veel beelden in de kerk

Verering van:  
  • beelden van heiligen
  •  relieken (overblijfselen van heiligen) 

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 10 - Tekstslide

Misstanden
1.  Geestelijken leidden een zondig leven.  Doen allemaal dingen die niet in de bijbel staan.
2. Aflatenhandel
3. Geestelijken konden voor de leken bemiddelen bij God. (Paus) (Volgens Luther: enkel door lezen van de bijbel/bidden) tot god)

Slide 11 - Tekstslide

1. Afschaffen
  • Wat niet in de bijbel staat moet worden afgeschaft.  
  • Dit geldt bijvoorbeeld voor het vereren van heiligen. 
  • Celibaat
Herhaling
(niet schrijven)

Slide 12 - Tekstslide

2. Aflaten 
  • Luther had kritiek op de aflaten.
  • Hij vond dat de kerk vooral bezig was met geld verdienen. 
  • Alleen God beslist of je naar de hemel gaat niet de paus!
  • Om in de hemel te komen moet je veel bidden en een goed leven leiden.

Slide 13 - Tekstslide

3. Zelf de bijbel kunnen lezen
  • Volgens Luther moeten mensen zelf de bijbel kunnen lezen.  
  • De bijbel was alleen in het Latijn of Grieks geschreven, dus alleen geestelijken konden dit lezen. 
  • Luther vertaalde de bijbel dus in het Duits!
Herhaling
(niet schrijven)

Slide 14 - Tekstslide

Reactie paus
Luther hoopte dat de Paus mee zou denken met zijn hervormingen, maar hij werd in de ban gedaan. 

Slide 15 - Tekstslide

De paus vond dat Luther zijnstandpunt moest herzien. Maar Luther bleef bij zijn standpunt.

Slide 16 - Tekstslide

Reactie keizer : Karel V
  • Was streng katholiek.
  • Eist dat Luther zijn woorden intrekt.
  • Keizer van Duitsland, 
  • landsheer van de Nederlanden
  • en koning van Spanje.
  • Wil dat iedereen katholiek blijft.

Slide 17 - Tekstslide

Welke gevolgen had Luthers reformatie?

Slide 18 - Tekstslide

Gevolg 1
  • Karel V verklaarde Luther vogelvrij. Hij werd in bescherming genomen door de hertog van Saksen.
  • In het Duitse Rijk brak een godsdienstoorlog uit tussen de katholieken en de protestanten.
  • 1555: Vrede van Augsburg.

Slide 19 - Tekstslide

Gevolg 2
  • Luthers reformatie (hervorming) leidde tot de stichting van een nieuwe kerk: de protestantse. 
 
  • Luther heeft dit nooit gewild. Hij wilde de katholieke kerk alleen aanpassen (hervormen).

Slide 20 - Tekstslide

Gevolg 2
Luthers reformatie (hervorming) leidde tot de stichting van een nieuwe kerk: de protestantse.

Luther heeft dit nooit gewild. Hij wilde de katholieke kerk alleen aanpassen (hervormen).

Slide 21 - Tekstslide

Katholieken
Protestanten
Paus is de baas en heeft altijd gelijk
Alleen de Bijbel is waarheid
Heiligen en relieken worden vereerd
heiligen en relieken zijn onzin
De kerken zijn mooi versierd met beelden en kleurrijke ramen.
De kerk is heel sober.
Een aflaat kan je redden
Een aflaat is onzin
De prietser moet de bijbel uitleggen want de bijbel is in het latijn
Iedereen moet zelf de bijbel kunnen lezen, de bijbel moet vertaald.

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoel 
Beschrijf twee verschillen tussen de opvattingen van Luther en Calvijn.

Slide 23 - Tekstslide

Calvijn
  • Een andere hervormer was de Fransman Johannes Calvijn. 
  • Predestinatieleer 
  • Leven volgens strikte regels. 

Slide 24 - Tekstslide

Verschil 1
Predestinatie

God bepaalde welke mensen naar de hemel gingen. Volgens Calvijn hadden mensen zelf daar geen invloed op, terwijl Luther stelde dat mensen met een goed geloof hun kansen vergrootten om naar de hemel te gaan.

Slide 25 - Tekstslide

Verschil 2
Luther vond dat onderdanen de overheid moesten gehoorzamen. Volgens Calvijn moest de overheid handelen in overeenstemming met de Bijbel en het ware geloof. Als een vorst ‘een valse godsdienst’ oplegde, mocht het volk onder leiding van hoge edelen en andere bestuurders in opstand komen. 

Slide 26 - Tekstslide

Je hoeft eem bevel van de overheid niet te gehoorzamen als deze in strijd is met Gods wil. 
Alle vorsten zijn door God aangesteld en moeten dus gehoorzaamd worden.
verschil 2

Slide 27 - Tekstslide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 28 - Tekstslide

Calvijn kreeg veel aanhang in de Nederlanden.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe ging het verder?
  • De koningen van Engeland, Denemarken en Zweden braken met de katholieke kerk (rijkdom pakken)
  • Karel 5 probeerde Duitsland katholiek te maken en voerde veel oorlog. Maar in 1555 vrede.
  • In Frankrijk godsdienstoorlog: Frankrijk katholiek, maar calvinisten wel rechten.
  • Ook in de Republiek oorlog, veel protestanten werden op de brandstapel gezet door Karel de 5.

Slide 30 - Tekstslide

Zelf aan de slag, Vraag 2 en 9.
nakijken stof vorige week
 Reminder: volgende week toets
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

vraag 2
Ja, de kritiek van de Beierse hertog sluit aan bij de kritiek die Erasmus en Luther op de kerk
hadden: geestelijken leven niet sober, zoals het hoort, maar in overvloed, en ze houden zich
niet aan het celibaat

Slide 32 - Tekstslide

vraag 9
Bijvoorbeeld: In het katholicisme is veel uiterlijk vertoon: weelderige kleiding van geestelijken
en schilderijen in kerken (5.14). Het calvinisme is sober: zwarte kleding van geestelijken en
kale kerken (5.16)

Slide 33 - Tekstslide

vraag 12
a Koning Hendrik VIII brak in 1534 met de katholieke kerk en liet zich door het parlement
benoemen tot hoofd van de Church of England (anglicaanse kerk). Kloosters werden
verboden, de Bijbel werd in het Engels vertaald en het celibaat werd afgeschaft, maar in de
leer van de kerk veranderde nog niet veel. In 1563 liet koningin Elizabeth I het geloof van de
anglicaanse staatskerk vastleggen in ‘de 39 Artikelen’. De kerk leerde voortaan dat de mens
Geschiedeniswerkplaats Tweede Fase vwo | antwoorden opdrachtenboek alleen door het geloof gered kan worden en dat het ware geloof alleen uit de Bijbel kan worden afgeleid.

b - Continuïteit: Het Britse staatshoofd is nog steeds Hoogste Bestuurder van de anglicaanse
kerk en Verdediger van het Geloof.
- Verandering: Tegenwoordig gaat minder dan twee procent van de Engelsen op zondag
naar de anglicaanse kerk

Slide 34 - Tekstslide

vraag 24
Bijvoorbeeld:
Niet juist, want Calvijn vindt niet dat het volk zelf in opstand mag komen. Als een vorst zijn volk onderdrukt, moeten ‘lagere overheidspersonen’ in opstand komen die dan ‘de plicht die God hen heeft opgelegd: het beschermen van de vrijheid van het volk’ moeten uitvoeren.

Slide 35 - Tekstslide

0

Slide 36 - Video

Wat is "reformatie"?
A
hervormen
B
veranderen
C
afsplitsen
D
verbeteren

Slide 37 - Quizvraag

Maarten Luther wil
A
De Rooms katholieke kerk hervormen
B
Een nieuw christelijk geloof stichten

Slide 38 - Quizvraag

Wat past bij Luther?
A
beelden van heiligen
B
predestinatie
C
de bijbel in de volkstaal
D
de bijbel in het latijn

Slide 39 - Quizvraag

Mensen bleven trouw aan de kerk (katholieken) en werden trouw aan Luther (protestanten). Welk kenmerk hoort bij wie? (blz. 22)
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 40 - Sleepvraag

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 41 - Sleepvraag