Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Rekenen blok 2 les 6 staafgrafieken
DOEL:
Je weet wat een staafgrafiek is
en hoe je ze af moet lezen.
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Rekenen
Basisschool
Groep 5,6
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
DOEL:
Je weet wat een staafgrafiek is
en hoe je ze af moet lezen.
Slide 1 - Tekstslide
BEELDGRAFIEK
Slide 2 - Tekstslide
STAAFGRAFIEK
Slide 3 - Tekstslide
EEN GRAFIEK
Een grafiek is een tekening met lijnen of figuurtjes.
Een grafiek maakt informatie overzichtelijk en laat zien hoe iets is veranderd.
Slide 4 - Tekstslide
Bron 1:
Hoe noemen we dit soort grafieken?
A
Beeldgrafiek
B
Staafgrafiek
C
Kolomgrafiek
D
Lijngrafiek
Slide 5 - Quizvraag
Bron 1:
Wat stelt 1 blikje in de grafiek voor?
Slide 6 - Open vraag
Bron 1: Hoeveel zakjes snoep en blikjes frisdrank samen werden er op woensdag verkocht?
Slide 7 - Open vraag
Bron 1: Hoeveel blikjes frisdrank werden er op zaterdag meer verkocht dan op vrijdag?
Slide 8 - Open vraag
Bron 1: Op welke 2 dagen werd het meest verkocht?
A
vrijdag en zaterdag
B
zaterdag en maandag
C
zaterdag en woensdag
D
maandag en dinsdag
Slide 9 - Quizvraag
Bron 1:
Hoe komt dat, denk je?
Slide 10 - Open vraag
Bron 2:
Hoe noemen we dit soort grafieken?
A
Beeldgrafiek
B
Staafgrafiek
C
Kolomgrafiek
D
Lijngrafiek
Slide 11 - Quizvraag
Bron 2: In de souvenirshop werden meer sleutelhangers dan knuffels verkocht. Hoeveel meer?
Slide 12 - Open vraag
Bron 2:
Van welk product werd er deze maand het minst verkocht?
A
sleutelhangers
B
knuffels
C
boekjes
D
pennen
Slide 13 - Quizvraag
Bron 2: Er werden minder boekjes verkocht dan sleutelhangers. Hoeveel minder?
Slide 14 - Open vraag
Bron 2: Hoeveel posters werden er verkocht?
Slide 15 - Open vraag
Bron 3:
Hoe noemen we dit soort grafieken?
A
Beeldgrafiek
B
Staafgrafiek
C
Kolomgrafiek
D
Lijngrafiek
Slide 16 - Quizvraag
Bron 3: In welke maand gingen er ongeveer 500 meisjes meer in de achtbaan dan jongens?
A
juni
B
juli
C
augustus
D
september
Slide 17 - Quizvraag
Bron 3: In welke maand gingen er evenveel jongens als meisjes in de achtbaan?
A
juni
B
juli
C
augustus
D
september
Slide 18 - Quizvraag
Bron 3: In juli gingen er meer jongens dan meisjes in de achtbaan. Hoeveel meer?
Slide 19 - Open vraag
Bron 4: Hannes koopt 4 ansichtkaarten, moeder 7, vader 2 en voor oma 3. Welke grafiek laat dat goed zien.
A
Grafiek A
B
Grafiek B
C
Grafiek C
Slide 20 - Quizvraag
Bron 4: Klopt het aantal ansichtkaarten voor oma in grafiek C? Waarom wel of niet?
Slide 21 - Open vraag
Bron 4: Als vader 2, moeder 7, Hannes 5 en oma 2 kaarten hadden gekocht, welke grafiek was dan goed geweest?
A
Grafiek A
B
Grafiek B
C
Grafiek C
Slide 22 - Quizvraag
Deze les was .......
Slide 23 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
Blits les 23
Mei 2022
- Les met
16 slides
Basisschool
Groep 6
Blits les 23 + 24
Maart 2022
- Les met
18 slides
Basisschool
Groep 6
BLITS 15
Maart 2019
- Les met
17 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7
Wk 26: Grafieken
April 2024
- Les met
39 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 7
Deel 6a, blok 2, week 2 Les 3 staafgrafieken
September 2019
- Les met
11 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 6
Grafieken
Juni 2023
- Les met
36 slides
Informatievaardigheden
Basisschool
Groep 7
M4 T1 L4 Generaties grafisch voorgesteld
September 2023
- Les met
30 slides
Stewina
Secundair onderwijs
grafieken aflezen
December 2022
- Les met
13 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8