Present simple H4

Present Simple
Herhaling + andere types oefeningen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Simple
Herhaling + andere types oefeningen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Present simple gebruik je bij


Roosters
      The Drama club meets every Thursday at 4 o'clock
Plot van films, boeken of toneelstukken
      Romeo and Juliet are members of two feuding families in Verona.                Despite their families' hatred, they fall in love and secretly marry. 
Altijd
They
We 
You 


Hele werkwoord
She
He 
It 

Hele werkwoord+ s
                         Present Simple 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Een ontkenning in de present simple maak je als volgt

I do not like cheese.
She does not know the answer
Altijd
They
We 
You 

Do not 
Hele werkwoord
She
He 
It 
Does not 
Hele werkwoord
                         Present Simple (ontkennend)

Slide 5 - Tekstslide

Een tag question in de present simple maak je als volgt

Do you work?    Yes I do
Does she work? No she does not.
Altijd
They
We 
You 

Subject
+
Do of do not 
She
He 
It 
Subject
Does or does not
                         Present Simple (ontkennend)

Slide 6 - Tekstslide

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Present Simple <> Present Continuous
She usually __________ (walk) to school.
A
walks
B
is walking

Slide 9 - Quizvraag

Usually = normaal gesproken. Het geeft dus een gewoonte aan = present simple!

Slide 10 - Tekstslide

Present Simple <> Present Continuous
__________ (he / watch) the news regularly?

A
Does he watch
B
Is he watching

Slide 11 - Quizvraag

Regularly geeft aan dat iets regelmatig gebeurt = present simple

Slide 12 - Tekstslide

Present Simple <> Present Continuous
The school bag ________ (be) very heavy.
A
is
B
is being

Slide 13 - Quizvraag

Dit is een feitje, present simple = IS

Slide 14 - Tekstslide

Present Simple <> Present Continuous
You usually _________ (arrive) late.
A
arrive
B
are arriving

Slide 15 - Quizvraag

Usually geeft aan dat iets normaal is, dus de present simple

Slide 16 - Tekstslide

Present Simple <> Present Continuous
Every Sunday we _______ (go) to see my grandparents.
A
go
B
are going

Slide 17 - Quizvraag

Every Sunday = dus vaker = present simple

Slide 18 - Tekstslide

And now
Please go to classroom and look at the present simple exercises 

Slide 19 - Tekstslide