Keuzedeel pabo WO - les 8 - geschiedenis - tijdvak 4 Tijd van steden en staten

1 / 28
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 8
  • Theorie 4.3 
  • Fragment Het verhaal van NL
  • Opdracht 2: begrippen oefenen in groepjes
  • Afronding en zelfstandig werken


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen tijdvak 4: de late middeleeuwen (steden en staten)


De aspirant-student kan: 
  • de opkomst van handel en het ontstaan van steden uitleggen;
  • uitleggen waarom de steden zelfstandiger werden ten opzichte van de adel;
  • aan de hand van het Bourgondische Rijk het ontstaan van staten binnen Europa beschrijven;
Vandaag:
  • uitleggen welke rol de plaats van de kerk had in de samenleving van tijdvak 4 en daarbij uitleggen wat het doel was van de kruistochten


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het christendom speelde ook in de late middeleeuwen nog een centrale rol in het dagelijks leven. Zo was het jaar ingedeeld aan de hand van christelijke feestdagen en vooral heiligendagen. Elke dag was gewijd aan een heilige.

Aan welke heiligendagen wordt nu nog steeds aandacht aan besteed?

Slide 4 - Woordweb

Sint Valentijn - 14 feb
Sint franciscus - 4 okt dierendag
Sint maarten - 11 november
Sint Nicolaas - 6 december
Wat weet je al over kruistochten?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Een Heilige Oorlog



Doel:
  • Paus Urbanus roept de christenen uit Europa op;
  • Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Contact tussen christenen en moslims



  • Het contact is meestal vreedzaam: handel
  • Dit verandert als de Seldjoeken, een Turks volk, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Problemen in het Byzantijnse Rijk



  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • Seldjoeken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus om hulp.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • 1096 - Eerste kruistocht
  • 3000 km, 320.000 mensen, drie jaar op reis, slechts 40.000 komen aan
  • Eenmaal in Jeruzalem slachten de kruisvaarder de moslims (terwijl christenen, joden en moslims daar vreedzaam naast elkaar leven)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom zou je meevechten?

  • de Heilige stad bevrijden.
  • Hun zonden konden vergeven worden door de kruistocht, dus als straf.
  • Een avontuur waar je rijk van kon worden en grond innemen.
  • Ridders kunnen eigen koninkrijken stichting

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 de plaats v/d kerk in de samenleving
Kruistocht richting Jeruzalem

Kaart: Kruistochten (1100 - 1300)

In 1096 werd voor de eerste keer 
opgeroepen om op kruistocht te gaan. 
Duizenden Europeanen gingen mee

Slide 14 - Tekstslide

 Tussen de 11e tot en de
14e eeuw vonden de kruistochten plaats.

Kruistochten zijn tochten van legers uit West-Europa in de 12e en 13e eeuw met als doel de heilige plaatsen in het Heilige Land te bevrijden v/d Mohammedanen. 

De christenen waren er van overtuigd dat het ‘heilige land’ bevrijd moest worden van de moslims. Zij meenden dat de christenheid de rechtmatige
eigenaar was van Palestina. Vanaf 1096 ondernamen christenen vele veldtochten tegen de
moslims om Palestina te veroveren. Uiteindelijk werden de christenen verslagen en verdreven
uit Palestina.
Oorzaken kruistochten:

1. De heilige grafkerk werd vernietigd.

2. Christelijke pelgrims werden aangevallen en waren niet meer welkom in Jeruzalem.
3. Het Byzantijnse Rijk werd aangevallen door moslims --> de keizer vraagt paus Urbanus II om hulp --> Oproep kruistochten. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Jeruzalem heroverd
1099



  • Jeruzalem wordt door de kruisridders heroverd op de moslims.
  • In Jeruzalem slachtten de kruisvaarders de moslims af, bijzonder aangezien christenen, joden en moslims daar juist vreedzaam naast elkaar leven.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Saladin vecht terug

  • De Arabieren, die Jeruzalem ook als een Heilige stad zien, vechten terug.
  • De bekendste strijd is die tussen Richard Leeuwenhart & Saladin.
  • Maar ook bij andere steden en langs de route vindt veel geweld plaats.
  • De eerste Kruistocht was nog enigszins succesvol, de latere (2e t/m de 9e) niet meer.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Gevolgen

  • Ontstaan van Kruisvaardersstaten (zoals het Koninkrijk Jeruzalem)
  • Toename handel in Europa (Italië) en het Midden-Oosten.
  • Kennis over de Arabische cultuur en wetenschap (cijfers) in Europa neemt toe

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizvraag 1.

De Schout had in de Middeleeuwse stad een belangrijke functie. Wat behoorde vooral tot zijn taak?

De schout moest ervoor zorgen......
A
dat de ambachtslieden redelijke prijzen kregen voor hun producten; niet te weinig maar ook niet te veel.
B
dat de dijken en dammen rond de stad goed onderhouden werden met het oog op overstromingen.
C
dat er voldoende voedsel was in de stad zodat niemand honger hoefde te lijden.
D
dat vechtersbazen en misdadigers werden opgepakt en berecht.

Slide 21 - Quizvraag

Schout en schepenen - zij waren er voor het handhaven van de orde en rust (soort poilitie) Schout was het hoofd. 
Quizvraag 2.

Deze kaart geeft aan waar groepen mensen omstreeks
3500 v.C. leefden.

Welke groep mensen leefde bij het cijfer 1?
A
de Bandkeramiekers
B
de Bataven
C
de rendierjagers
D
het Trechterbekervolk

Slide 22 - Quizvraag

bandkeramiek (meer in zuid-limburg) eerste boeren

bataven - romeinse tijd - veel later

rendierjagers - eerder (meer dan 10..000 vchr)

trechterbekervolk - oftewel hunebedbouwers - trechterbekers werden meegegeven in de hunebedden - Drenthe.  
Quizvraag 3.

Dit kaartje laat Romeinse verdedigingswerken
langs een Nederlandse rivier zien.

Welke rivier is op de kaart aangegeven?
A
de IJssel
B
de Maas
C
de Rijn
D
de Waal

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Quizvraag 4. Gebouwen op een verhoging

In Nederland zijn door mensen gemaakte verhogingen te vinden
van soms meer dan 2000 jaar oud.
Ze werden gebruikt als woonplaats.

In wat voor gebieden zijn dit soort verhogingen vooral te vinden?
A
In voormalige grensstreken
B
In voormalige kustgebieden
C
In voormalige polders
D
In voormalige veengebieden

Slide 24 - Quizvraag

Dit zijn terpen vooral in Friesland en Groningen gemaakt/. Het zijn door mensen gemaakte heuvels ter bescherming tegen het water in de tijd dat er nog geen zeedijken waren . Ontstaan in het noordelijke kustgebied. Hier bleven de meeste vrije boeren. Omdat de kustgebieden regelmatig onder water stonden hadden de landheren weinig grip op hen.
Quizvraag 5. Historische kaart met steden

De steden op deze kaart zijn bijna allemaal ontstaan en
uitgegroeid in een periode van ongeveer drie eeuwen.

In welke periode van de geschiedenis heeft deze ontwikkeling
plaats gevonden?
A
tussen 50 v.C. en 250
B
tussen 550 en 850
C
tussen 1100 en 1400
D
tussen 1600 en 1900

Slide 25 - Quizvraag

In de tijd van de steden en staten (het zegt het al) zijn er in NL veel steden ontwikkeld en groeide kleine nederzettingen uit tot steden.  Zo zie je ook langs de ijzel bijvoorbeeld. Veel steden aan het water/rivieren. 
Quizvraag 6.
Op deze afbeelding staan verschillende dingen
afgebeeld zoals bijvoorbeeld een Vikingschip;
alle afgebeelde dingen horen bij hetzelfde tijdvak.

Van wie kan het paleis zijn geweest dat ook
op de afbeelding te zien is?
A
van de Romeinse keizer Augustus
B
van de Frankische koning Karel de Grote
C
van de Bourgondische hertog Karel de Stoute
D
van de Spaanse koning Filips II

Slide 26 - Quizvraag

Rond 800 was Karel de Grote koning vh Frankische Rijk (een groot deel van Europa) Na zijn dood nam de onrust toe en gingen de Vikingen / Noormannen op rooftocht. 
Quizvraag 7.

Met de ontwikkeling van het schrift kwam er een einde aan de prehistorie. Wat zijn de oudste geschreven teksten die gevonden zijn?

Teksten op....
A
Griekse en Romeinse grafmonumenten
B
grotwanden in het huidige Frankrijk en Spanje
C
hunebedden van het rechterbekervolk
D
tabletten van klein in het Huidige Irak

Slide 27 - Quizvraag

tijdvak 1 - prehistorie

In het Nabije Oosten is het schrift ontwikkeld. Bewaard bleven teksten op kleitabletten - zie 2.1.1. 
Quizvraag 8. Reconstructie van een oude stad

Rond welke tijd waren dit soort steden
in onze streken te vinden?
A
Rond 400 v. C.
B
rond 200
C
rond 1200
D
rond 1600

Slide 28 - Quizvraag

Rond 50 c chr kwamen de Romeinen in NL terecht