Examentraining

Maatschappelijk vraagstuk 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Maatschappelijk vraagstuk 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Begrippen

Uitleg 

Zelfstandig werken

Leerdoelen controleren

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen
timer
8:30

Slide 3 - Tekstslide

Eerst is er een maatschappelijk probleem, zoals: 

  • Leraren tekort
  • Drankgebruik onder jongeren
  • Aardbevingen in Groningen
  • Vluchtelingenstroom
  • CO2 uitstoot
  • Muur van Trump

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Sociaal Probleem
Veel mensen hebben er last van of zijn erbij betrokken.
Media
Het probleem krijgt aandacht in media (kranten, tv, radio, internet). 
Politiek
De politiek moet zich met het probleem bemoeien om een oplossing te vinden. 
Verschillende meningen
Verschillende meningen over hoe het probleem opgelost moet worden. 

Slide 6 - Tekstslide

Analyseren van een maatschappelijk probleem
Dit doe je met behulp van een aantal invalshoeken:

  • Politiek - juridische invalshoek
  • Sociaaleconomische invalshoek
  • Sociaal - culturele invalshoek
  • Veranderings- en vergelijkende invalshoek


Aan de hand van deze invalshoeken, kan je op verschillende 
manieren naar het probleem kijken. 

Slide 7 - Tekstslide

Politiek - juridische invalshoek

Kijk naar het probleem vanuit: 

wetten, regels, beleid, politieke partijen, mogelijkheden om het beleid te beïnvloeden.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldvragen



  • Welk beleid en welke regelgeving bestaat er voor dit vraagstuk?
  • Welke wetten of regels zijn nodig om dit probleem op te lossen? 
  • Wat zijn de machtsmiddelen van de overheid en maatschappelijke groepen?
  • Welke mogelijkheid hebben groepen om het beleid te beïnvloeden? 

Slide 9 - Tekstslide

Sociaaleconomische invalshoek

Kijk naar het probleem vanuit: 

Geld en werk, maatschappelijke posities, tegengestelde belangen etc. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeldvragen



  • Wat zijn de belangen van betrokken maatschappelijke groepen? 
  • Wat is de maatschappelijke positie van betrokken groepen? 
  • Wat bepaalt de positie van deze groepen op de arbeidsmarkt?

Slide 11 - Tekstslide

Sociaalculturele invalshoek
Kijk naar het probleem vanuit: 

Waarden en normen van groepen mensen binnen de samenleving

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldvragen



  • Wat zijn opvattingen, waarden en normen van betrokken maatschappelijke groepen?
  • Welke opvattingen hebben politieke partijen en stromingen? 
  • Wat is de rol van de (sub)cultuur van groepen in de samenleving? 
  • Wat is de rol van de media? 

Slide 13 - Tekstslide

Veranderings- en vergelijkende invalshoek

Kijk naar het probleem vanuit:

Plaats, tijd en groep


Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeldvragen



  • Hoe keek men vroeger naar dit probleem? Welke veranderingen zijn er geweest?
  • Hoe kijkt men in andere samenlevingen naar dit probleem?

Slide 15 - Tekstslide

Beïnvloedingstheorieën van de media
De media hebben veel macht! 

Slide 16 - Tekstslide

Injectienaaldtheorie
'druppel voor druppel' spuit de massamedia ons vol met ideeën
Het publiek neemt hun boodschap letterlijk over -- beïnvloedbaar

Manipulatie = het geven van vervormde informatie, zoals het 
weglaten van feiten zonder dat het publiek dit merkt. 

Indoctrinatie: systematisch en voortdurend opdringen van bepaalde 
opvattingen en meningen aan het publiek. 


Voorbeeld = gewelddadige films en games kunnen aanzetten tot agressie. 

Slide 17 - Tekstslide

Multiple-step-flowtheorie

Niet de media zelf, maar de mensen die in de media voorkomen hebben invloed. 
Deze mensen noemen we ook wel opinieleiders

= mensen met een sterk gezag, die invloed hebben op anderen. 

De mening van deze opinieleiders wordt overgenomen door personen die naar hun programma's of nieuwsonderdelen kijken. 


Voorbeeld = bekende mensen of wetenschappers die ergens hun mening over geven. 

Slide 18 - Tekstslide

Media als betekenisverlener

De media zijn niet alleen middelen voor communicatie, zij hebben ook betekenis. 
Deze betekenis is bijvoorbeeld het nodig hebben van informatie of amusement, mensen kijken lang TV of volgen apps  -- The Fear Of Missing Out


Op langere termijn hebben de media invloed omdat ze 
hierdoor waarden en normen overdragen. 



Slide 19 - Tekstslide

Theorie van Selectieve Perceptie

Theorie gaat niet over de macht van de media, maar van de mediagebruikers

Het referentiekader bepaalt hoe zij een keuze maken uit de aangeboden informatie en werkt dus als een soort filter, dat sommige informatie wel of niet doorlaat.  Alleen de informatie die interessant gevonden wordt, wordt gekeken. 



Voorbeeld: Rokers zappen weg bij een programma over een rookverbod. 

Slide 20 - Tekstslide

Agendatheorie

De media bepaalt niet wat we denken, maar waarover we denken. 


Ook op de politieke agenda hebben de media invloed: 
De politici horen, zien en lezen dingen waar ze iets aan willen veranderen. 


We praten bijvoorbeeld over het kilmaatspijbelen, de Brexit en de boetes voor op de fiets, maar de media bepaalt niet WAT we hierover denken. 

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag! 

Slide 22 - Tekstslide