Presentatietechnieken

Presenteren.....kun je leren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Presenteren.....kun je leren

Slide 1 - Tekstslide

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Schrijf drie verschillen op.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Welke 3 verschillen kun je noemen?

Slide 6 - Woordweb

Presenteren kan erg spannend zijn!



Maar met de juiste voorbereiding zal je merken  dat het minder eng én leuk kan zijn!

Slide 7 - Tekstslide

Welke presentatievormen zijn er allemaal ?
Een presentatievorm betekent letterlijk de manier waarop je een presentatie kunt geven. 
Denk bijvoorbeeld aan het geven van een presentatie via PowerPoint, Prezi, video, workshop, een infographic of een mindmap.
Wij zijn uiteraard erg blij met PowerPoint, maar en zijn nog veel meer opties waaruit je kunt kiezen.

Slide 8 - Tekstslide

Interactieve presentatietechnieken proberen
  • Heb je ooit voor een menigte gestaan ​​en je uiterste best gedaan om iets te presenteren, maar het enige wat je kon zien was het geeuwen van het publiek of naar hun telefoons kijken?


  • Een op de vijf mensen kijkt tijdens een presentatie voortdurend naar het scherm van hun telefoon of laptop.

  • Het publiek raakt snel verveeld en verdwaalt tijdens eenrichtingspresentaties, dus het is het beste om het interactiever en boeiender te maken.




Slide 9 - Tekstslide

Voorbereiding 
1. Maak een spreekschema. 
2. Schrijf de intro en conclusie helemaal uit. 
3. Leer de presentatie niet uit je hoofd. Leer aan de hand van
     sleutelwoorden. 
4. Anticipeer welke problemen je kunt verwachten en bedenk van tevoren
     oplossingen. 
5. Wees op tijd.
















Slide 10 - Tekstslide


6. Zorg voor een back-up van je Powerpoint of Canva
7. Bepaal welke hulpmiddelen je gebruikt (foto’s, andere
    afbeeldingen,  PowerPoint, Canva).
8. Let op wat je eet en drinkt. Ga op tijd naar bed. 
9. Maak contact. Voordat de presentatie begint praat met mensen van het
     publiek. Dit neemt je nervositeit weg. 
10. Stel niet te hoge eisen aan jezelf. 
11. Oefenen - oefenen - oefenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Een goede presentatie bestaat uit:
Een inleiding


Een middenstuk


Een slot

Slide 12 - Tekstslide

In de inleiding
- Stel jij jezelf voor

- Maak je jouw onderwerp bekend

- Enthousiasmeer je de luisteraar met een creatieve opening

Slide 13 - Tekstslide

Opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 14 - Tekstslide

Creatieve opening

Citaat (eigen citaat)

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Bedankje

Een vraag aan je publiek

Enzovoorts...

Slide 15 - Tekstslide

Kun je een creatieve opening bedenken?

Slide 16 - Woordweb

In het middenstuk
- Vertel je het meest...

- Breng je jouw boodschap over op de luisteraar

- Heb je de ruimte om te spreken, plaatjes of beeldmateriaal te laten zien

Slide 17 - Tekstslide

In het slot
- Kom je tot een conclusie

- Kun je vragen stellen of ontvangen om te controleren of alles duidelijk is

- Sluit je de presentatie af

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiting 

Citaat (eigen citaat)

Discussie uitlokken

Oproepen tot actie

Een beroep doen op menselijke gevoelens

Slide 19 - Tekstslide

Kun je een creatieve slot bedenken?

Slide 20 - Woordweb

Ook heel belangrijk:
Houding

Stemgebruik

Non-verbale communicatie

Omgaan met zenuwen

Slide 21 - Tekstslide

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en
    niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar
    achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 22 - Tekstslide

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Stemgebruik
- Rechtop staan en vanuit de buik ademhalen 
- Articuleer duidelijk 
- Spreek niet te zacht of te luid. 
- Forceer je stem niet. 
- Varieer in intonatie. 
- Van toonhoogte veranderen wanneer je
    belangrijke aspecten wil benadrukken.  
- Spreek niet te snel en niet te langzaam.  

 

Slide 24 - Tekstslide

Oogcontact
- Kijk naar de ogen van het publiek, niet
  eroverheen of naar een blinde hoek kijken. 
- Kijk de mensen lang genoeg aan (2 tot 3
  seconden) 
- Kijk iedereen aan 
- In een grote zaal, gebruik het “ spotlight
   effect”  
- Zorg dat je zelf goed zichtbaar bent, in de
   spot staat.  

Slide 25 - Tekstslide

Omgaan met zenuwen
- Zorg voor een goede voorbereiding 
- Wijk niet af van je dagelijkse routine 
- Probeer de zenuwen te benutten (angst
   omzetten in spanning) 
- Sta jezelf toe fouten te maken 
- Laat stiltes toe tijdens de presentaties 
- Realiseer je dat het publiek de zenuwen niet
   waarneemt 
- Doe ontspanningsoefeningen.  

Slide 26 - Tekstslide