Ma 19 dec enkelvoudige en samengestelde zinnen
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
wat zijn samengestelde zinnen?
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Samengestelde zinnen hebben twee of meer persoonsvormen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Samengestelde zinnen --> zijn zinnen met meer dan 1 persoonsvorm
En, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus
zijn:
zijn:
A
samengestelde zinnen
B
voegwoorden
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor zin is dit?
Marlies koopt sieraden. Julia koopt nieuwe schoenen.
Marlies koopt sieraden. Julia koopt nieuwe schoenen.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor zin is dit?
Lieke gaat naar de stad en Isis blijft thuis.
Lieke gaat naar de stad en Isis blijft thuis.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is de stelling waar?
Je vindt de persoonsvorm in samengestelde zinnen met de tijdproef.
Je vindt de persoonsvorm in samengestelde zinnen met de tijdproef.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe herken je samengestelde zinnen?
A
Door meerdere persoonsvormen en een of meerdere voegwoorden
B
Door één persoonsvorm en géén voegwoord
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor zin is dit?
Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.
Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zie je?
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
Marloes neemt drinken mee. Levi zorgt voor de broodjes.
A
2 losse zinnen
B
1 samengestelde zin
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Staat er in elke zin een voegwoord?
A
Ja, die staat in alle zinnen.
B
Nee, alleen in een samengestelde zin.
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor zin is dit?
Ik heb de bus gemist. Nu moet ik wachten.
Ik heb de bus gemist. Nu moet ik wachten.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
a) Je kunt ten allen tijde bij je mentor studieadvies vragen.
b) Linde krijgt een nieuwe fiets en een nieuwe iPhone.
b) Linde krijgt een nieuwe fiets en een nieuwe iPhone.
A
a en b zijn enkelvoudige zinnen
B
alleen a is een samengestelde zin
C
alleen b is een samengestelde zin
D
a en b zijn samengestelde zinnen
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer zet je geen komma?
A
Voor bepaalde voegwoorden.
B
Tussen twee bijvoeglijke naamwoorden.
C
Tussen twee delen van sommige samengestelde zinnen.
D
Voor 'en' in de opsomming.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waaruit kan een samengestelde zin bestaan?
A
hoofzin en bijzin
B
zinnen
C
geen idee
D
een of meerdere hoofdzinnen en/of een of meerdere bijzinnen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De twee zinnen in een samengestelde zin worden meestal verbonden met...
11
A
een werkwoord
B
een lidwoord
C
een voegwoord
D
een zelfstandig naamwoord
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zie je?
In de stortregen zoeken de scholieren een bushokje, zodat ze kunnen schuilen.
In de stortregen zoeken de scholieren een bushokje, zodat ze kunnen schuilen.
A
2 losse zinnen
B
1 samengestelde zin
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat voor zin is dit?
Ik zit op de bank, terwijl ik mijn huiswerk maak.
Ik zit op de bank, terwijl ik mijn huiswerk maak.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als je samengestelde zinnen maakt ...
A
Gebruik je een puntkomma.
B
Gebruik je een dubbele punt.
C
Gebruik je verbindingswoorden.
D
Gebruik je signaalwoorden.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Nu is een selfie in een seconde gepiept, maar is het resultaat daarom minder waard?
B
Tijdens het Museumweekend presenteerde de organisatie het allereersteSelfiemuseum.
C
Geen van beide
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.
Slide 22 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn. Als de zin samengesteld is, geef dan aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.
enkelvoudige zin
samengestelde zin
nevenschikkend
samengestelde zin
onderschikkend
Kasper gaat volgend jaar Engels studeren in Amsterdam.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
Ze vraagt wel even of hij op je wacht.
Ilse eet veel fruit omdat dat gezond is.
Ze speelt prachtig viool en haar broer speelt heel mooi gitaar.
Ik stop met werken want ik ben rijk.
Slide 23 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn.
enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.
Slide 24 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
