10-26-martes-1c-números-ser

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

¡Bienvenidos!

¿Wat gaan we doen?

Herhaling: 

- Nummers

- Persoonlijke voornaamwoorden

- Verbo: Ser

Los números

Schrijf  de getallen op van 1 t/m 20 in het Spaans.

Weet je ze niet meer? Tekstboek: página 15.

Dit doe je in stilte

Klaar? Leer ze uit je hoofd. Ook dit doe je in stilte

Los números

welke persoonlijke voornaamwoorden
zijn er in het Nederlands?

vraag eventueel altijd eerst als de leerlingen weten wat een persoonlijke voornaamwoord is. 

*Zo niet: welke woorden gebruiken we om een persoon aan te wijzen in het Nederlands?

Schrijf de persoonlijke voornaamwoorden in een rijtje op.

Welke vertaling hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?

nosotros

yo

él, ella, usted

tú

vosotros

ellos, ellas, ustedes

jullie

ik

wij

jij

zij/u mv

hij/zij/u

Wat betekent het werkwoord SER?

1. heten
2. zijn
3. gaan
4. noemen

Ser = zijn (ser de = komen uit)

yo	soy
tú	eres
él, ella, usted	es
nosotros	somos
vosotros	sois
ellos, ellas, ustedes	son

(ser) Vosotros .... españoles.

1. sois
2. somos

Ellos (ser) ______ de Amsterdam.

1. eres
2. sois
3. se
4. son

Yo ________ (ser) de Holanda.

1. eres
2. es
3. ser
4. soy

Nosotros ___________ (ser) amigos.

1. sommos
2. sois
3. son
4. somos

Lees in het tekstboek: p.16

Bron K: frases clave

Probeer de uitspraak te bedenken

Doe dit in stilte.

Klaar? Bedenk zelf antwoorden op de vragen die gesteld worden.

¿Dónde vives?

¿Es un pueblo?

¿Dónde está?

¿Cuántos años tienes?

¿Cúal es tu número de teléfono?

1. We luisteren naar de uitspraak

• Vivo en ..............
• No, es una ciudad / Sí, es un pueblo
  
• Está cerca de .......................
• Tengo doce (12) años / trece (13) años
• Es el ...........................

Vul je antwoorden in: werkboek: p. 23: Opdracht 27c

Deberes voor morgen

- Leren: vervoegingen van het werkwoord ser

- Leren: persoonlijke voornaamwoorden: de juiste volgorde en in het Spaans

(tekstboek: p.